Bij de aanvang van het kadaster (anno 1832) werd het huis en erf geregistreerd als sectie D-534 op legger 204, ten name van Jan Eek Hulsebosch en echtgenote Hermina Kuiper.

Fragment van kadastrale minuutkaart, anno 1832 (sectie D-534).

Legger 204/1: Sectie D-534. Huis en erf. Eigendom van Jan Eek Hulsebosch. In 1841 verkoop. Over op:
Legger 663/1: Eigendom van Eberhard Peter Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: landbouwer Jan Eek Hulzebosch.

Op 21 april 1841 vond in opdracht van Sophia Ensink, weduwe van de op 21 maart gestorven Jan Eek Hulzebosch, de openbare verhuur plaats van het woonhuis, gelegen in de Dwarsstraat onder numero 69, door notaris Swam. De verhuur betrof een periode van 3 jaren. De hoogste bieder werd Henricus Snijders, ambtenaar bij ’s Rijksbelastingen, gestationeerd te Brucht (aktenr. 983).

Legger 744/1: Eigendom van de fam. Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: schipper Jan Harmen Schonekamp en echtgenote Hendrikjen Buter. Zij waren op 2 juni 1832 getrouwd te Gramsbergen. Jan Harmen had als 18-jarige jongen meegeholpen in het bataljon landstorm bij de bevrijding van Coevorden.

Notaris Willem Swam uit Gramsbergen begon op 12 augustus 1846 met de ‘eerste inzate’ van de openbare veiling van het vastgoed van de fam. Hulsebosch. Hij deed dat op verzoek van Sophia Ensink, weduwe van Jan Eek Hulsebosch en verdere erfgenamen. Het eerste veilingkavel betrof het huis met grond en wheere, staande en gelegen te Gramsbergen. Daarbij werd bedongen dat Sophia voor de rest van haar leven o.a. het vrije gebruik van de kamer aan de noordkant van het huis zou behouden. Verder werd bij dit perceel gereserveerd de ramen in het dak van de verfkamer, inclusief de toonbank en winkelplanken in de keuken. Twee weken later, op 26 augustus, vond de definitieve veiling plaats. Bij de afslag werd het hoogste bod uitgebracht door winkelierster Aaltje Lemmen, de weduwe van Frederik van der Haar. Haar werd de koop voor 550 gulden gegund, waarop ze verklaarde de aankoop te hebben gedaan in opdracht van schipper Jan Harmen Schonekamp (aktenr. 1396 en 1398).

Op 13 juni 1847 verleed notaris Swam een hypotheekakte op verzoek van schipper Jan Harmen Schonekamp. Deze verklaarde 350 guldens te hebben geleend van en schuldig te zijn aan Wessel Frederik Visch, predikant te Wilsum. In de akte staat dat hij zijn huis en erf, staande en gelegen aan de Dwarsstraat, het jaar ervoor op een publieke veiling had gekocht van Sophia Ensink, de weduwe van Jan Eek Hulsebosch en consorten (aktenr. 1443).

In 1851 naamsverandering. Over op:
Legger 886/1: Sectie D-534. Huis en erf. Eigendom van de weduwe Löhnis-Rochussen. Erfpachter: schipper Jan Harmen Schonekamp.

Notaris Willem Swam te Gramsbergen verleed op 23 augustus 1860 een transportakte op verzoek van landbouwer en schipper Jan Harmen Schonekamp. Deze verklaarde zijn woonhuis, met grond en wheere, staande en gelegen in de Dwarsstraat, sectie D-534, voor 250 gulden te hebben verkocht en over te dragen aan klompenmaker Harm Visscher (aktenr. 2658).

Op 28 maart 1861 verleed notaris Willem Swam een hypotheekakte op verzoek van klompenmaker Harm Visscher. Deze verklaarde 200 gulden schuldig te zijn aan de hervormde diaconie. Als onderpand voor de lening en de daarover verschuldigde rente verbond hij zijn woonhuis met grond en wheere, staande en gelegen in de Dwarsstraat, sectie D-534. Het perceel was belast met een jaarlijks erfpachtcanon ten behoeve van de fam. Löhnis van 2 gulden en drie dagen ‘dienst’ of f. 1,50 in contanten (aktenr. 2694).

Legger 1290/1: Eigendom van Herman Theodor Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: klompenmaker Harm Visscher. In 1869 over op:
Legger 1706/1: Eigendom van de weduwe Löhnis-s’Jacob te Rotterdam. Erfpachter klompenmaker Harm Visscher. In 1879 verkoop. Over op:

Fragment van aanvullende minuutkaart, anno 1880 (sectie D-534).


Legger 2307/1: Eigendom van idem. Erfpachter: Jan Hendrik, Gerrit en Geziena Visscher. In 1886 verkoop. Over op:
Legger 1982/9: Eigendom van bakker en winkelier Jan Boerink Rigterink. Huisnr. A-79. In 1899 verkoop. Over op:

Kadastrale hulpkaart, juni 1899 (sectie D-2359).

Legger 3187/1: Nieuwe sectie D-2359. Huis en erf. Eigendom van klompenmaker Hendrik Jan Kremer en Roelofje Bos. In 1905 inwendige verbouw. Over op:
Legger 3187/3: In 1918 verkoop. Over op:
Legger 3935/1: Sectie D-2359. Eigendom van: onbekend (waarschijnlijk de Maatschappij tot exploitatie van de havezathe Gramsbergen). Erfpachter: winkelier Evert Jan Horsman. In 1936 vertimmerd. Over op:
Legger 3935/2: In 1942 verkoop. Over op:
Legger 3545/12: Eigendom van bakker en winkelier Evert Jan Horsman. In 1948 gedeeltelijk vernieuwd en splitsing. Over op:
Legger 3545/13: Sectie D-2359. Twee huizen en erf. In 1949 incons. boek. Over op:

Kadastrale hulpkaart, oktober 1949 (sectie D-2359).

Legger 5224/1: Eigendom van venter en landbouwer Gerard Horsman aan de Kruisstraat 2.

Kadastrale hulpkaart, anno 1970 (sectie D-2359).

In 1973 boedelscheiding. Over op:
Legger 5353/10: Eigendom van bakker Gerard Horsman (geb. 23 januari 1916) en echtgenote Gerritdina Jantina Kamphuis. In 1980 vereniging van artikelen. Over op:
Legger 7588/4: Sectie D-2359. Twee huizen en erf.