Bij de aanvang van het kadaster (in 1832) werd het perceel geregistreerd als sectie D-633 op legger 361 ten name van de erfgenamen van de op 5 oktober 1815 overleden Albertus Reinders.
Albertus Reinders was gehuwd geweest met Jennegien Hendriks en vier kinderen nagelaten. Weduwe Jennegien Hendriks was op 23 april 1825 in Gramsbergen hertrouwd met landbouwer Jan Nijman.
Op 13 december 1839 verleed notaris Swam de transportakte waarbij de erfgenamen Reinders het halve huis voor 300 gulden verkochten en overdroegen aan Philippus Johannes Harmsen, schoolonderwijzer te Gramsbergen. Het betrof de westelijke halfscheid van een geheel woonhuis, bestaande in eene kamer en eene bergplaats voor brandstoffen, wordende de andere halfscheid bewoond en bezeten door Roelof Reinders, staande en gelegen in de Voorstraat onder numero 9 (aktenr. 858).
Legger 582/4: Nieuwe sectie D-1063. Huis en erf. Eigendom van schoolonderwijzer Phillipus Johannes Harmsen en echtgenote Frederieka Pietronella Dambrink. Na het jong overlijden van Frederika Pietronella hertrouwde de schoolonderwijzer op 28 januari 1846 in Gramsbergen met Aleida Henrica Grevenstein.
Enkele dagen eerder, op 22 januari 1846, registreerde notaris Swam de inventarisatie van alle roerende en onroerende goederen van weduwnaar Harmsen. Tot het vastgoed behoorde het huis en erf in de Voorstraat, sectie D-1063. Tot de roerende goederen behoorden o.a. een chiffonnière, een kabinet, een damtafeltje, een paar gouden bellen, een gouden slot en gouden ringen, een zilveren vingerhoed, een zilveren pinkrink (pinkring) en een zilveren naaldenkoker (aktenr. 1341).
Op 30 augustus 1848 verleed notaris Willem Swam een akte van boedelinventarisatie. Hij deed dat op verzoek van Hendrik August Meijer, winkelier te Vriezenveen, als voogd over de nagelaten kinderen van wijlen Philippus Johannes Harmsen en Frederika Petronella Dambrink. Tot het onroerend goed behoorde het huis en erf aan de Voorstraat, sectie D-1063 (aktenr. 1543).
Notaris Willem Swam begon op 13 januari 1849 met de eerste inzate van de publieke veiling van vastgoed in opdracht van Hendrik August Meijer, winkelier te Vriezenveen, als voogd over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Philippus Johannes Harmsen en Frederika Petronella Dambrink, en ten overstaan van visiteur Everwijn Dambrink te Gramsbergen, als toeziend voogd. Het eerste kavel dat in veiling werd gebracht, betrof het huis en erf, met het noordelijk gedeelte van de daaraan grenzende tuin, staande en gelegen in de Voorstraat, sectie D-1063. Twee weken later, op 27 januari, vond de definitieve veiling plaats. Daarbij werd het kavel gemijnd door schipper Albertus Derks te Gramsbergen (aktenr. 1559 en 1561).
Legger 785/4: Eigendom van schipper Albartus Derks en echtgenote Jannegien Roelofs.
Notaris Willem Swam verleed op 15 mei 1850 een hypotheekakte op verzoek van schipper Albertus Derks en echtgenote Jennegien Roelofs. Zij verklaarden 500 gulden schuldig te zijn aan de diaconie van de gereformeerde gemeente te Gramsbergen. Als onderpand verbonden ze o.a. hun huis en erf, staande in de Voorstraat, beland ten oosten den eigendom van de erven Reinders en ten westen dien van de erven Van der Haar (aktenr. 1647).
Op 11 augustus 1853 verleed notaris Swam een akte van boedelinventarisatie, op verzoek van kasteleinesse Jennegien Roelofs, weduwe van Albertus Derks, mede als moeder en voogdes over haar minderjarige dochter Albarta Johanna Derks. Tot de onroerende bezittingen behoorde het huis, met de daarachter gelegen tuin, sectie D-1063 (aktenr. 2043).
In 1855 verkoop deel van perceel. Over op:
Legger 785/7: Nieuwe sectie D-1118. Huis en erf. Huisnr. A-10. In 1877 vereniging van percelen. Over op:
Legger 785/9: Nieuwe sectie D-1938. Huis, schuur en erf. Huisnr. A-10.
In 1888 redres. Over op:
Legger 785/11: Nieuwe sectie D-2181. Huis, schuur en erf. Huisnr. A-10. In 1896 sloop en herbouw. In 1901 bijbouw en in 1908 verkoop. Over op:
Legger 2312/18: Eigendom van logementhouder Hendrik Jan Kamphuis. In 1919 boedelscheiding. Over op:
Legger 4004/3: Eigendom van caféhouder Berend Kamphuis en echtgenote Lamberta Alberdina Snel. In 1923 vereniging van percelen. Over op:
Legger 4004/18: Nieuwe sectie D-2315. Huis, erf en tuin.
