Fragment van kadastrale minuutkaart, anno 1832 (sectie D-574 en D-574a).

Legger 119g2: Sectie D-574. Huis en erf. Eigendom van jonkheer Jacob van Foreest van Heemse en Gramsbergen.
Legger 629/1: Sectie D-574. Huis en erf. Eigendom van Eberhard Peter Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: Fennegien Kamphuis, weduwe van smidsbaas Jan Arents Smit. In 1848 boedelscheiding. Over op:
Legger 846/1: Sectie D-574. Huis en erf. Eigendom van Theodora Jacoba Rochussen, weduwe van Eberhard Peter Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: Fennegien Kamphuis, weduwe van smidsbaas Jan Arents Smit.

Op 11 juni 1867 begon notaris Swam te Gramsbergen met de eerste openbare veiling van vastgoed, op verzoek van smid Jan Smit, weduwnaar van Maria Hagedoorn aldaar. Twee weken later, op 25 juni, vond de definitieve veiling en toewijzing plaats, maar de verkoper vond het bedrag niet hoog genoeg en besloot daarop de verkoop niet te laten doorgaan (aktenr. 3038 en 3039).

Notaris Swam begon op 19 augustus 1868 in opdracht van weduwnaar Jan Smit en diens onmondige (minderjarige) kinderen Antje en Jan Arend, met de eerste openbare veiling van het woonhuis, het erf en de smederij, staande en gelegen op den hoek der Dwarsstraat, beland het marktplein ter eener en de eigendom van de erven Centen ter andere zijde, sectie D-574. Het perceel was belast met een jaarlijkse erfpachtcanon van f. 3,25 en drie dagen ‘dienst’ (te vervangen door f. 1,50). Het kavel werd voor 575 gulden ingezet door timmerman Jan Gerard Cremer uit Coevorden. Twee weken later, op 2 september, vond de definitieve veiling en toewijzing plaats en daarbij bleek Cremer nog altijd het hoogste bod te hebben uitgebracht (aktenr. 3080 en 3082).

Legger 1627/1: Sectie D-574. Huis en erf. Sectie D-574a betrof een smederij. Eigendom van gemeenteraadslid Herman Theodor Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: timmerman Jan Gerard Cremer te Coevorden. In 1869 over op:
Legger 1725/1: Sectie D-574. Huis en erf. Eigendom van Jeanne Josine Antoinette s’Jacob, weduwe van Herman Theodor Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: timmerman Jan Gerard Cremer te Coevorden. In 1869 afbraak. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1869 (sectie D-1781).

Legger 1725/3: Sectie D-1781. Erf. In 1870 verkoop. Over op:
Legger 1702/3: Sectie D-1781. Erf. Eigendom van Jeanne Josine Antoinette s’Jacob, weduwe van Herman Theodor Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: glazenmaker en schilder Jan Willem Vlierman en echtgenote Aaltje Langius. Zij zijn op 5 mei 1865 getrouwd te Gramsbergen. In 1870 herbouw.

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1871 (sectie D-1804).

Legger 1702/4: Nieuwe sectie D-1804. Huis en erf. Huisnr. A-59a.

Op 5 mei 1876 verleed notaris Hilbrand van Barneveld te Gramsbergen een akte van schuldbekentenis met hypotheek op verzoek van Jan Willem Vlierman of Flierman. Deze verklaarde 600 gulden te hebben geleend van en schuldig te zijn aan Hendrik Rigterink, oud-onderwijzer te Oosterhesselen. Tot zekerheid voor de teruggave van gemeld kapitaal en de stipte betaling der rente verklaarde Jan Willem ten behoeve van de crediteur recht van hypotheek te verlenen op een huis en erf te Gramsbergen, kadastraal bekend sectie D-1804.

Op 1 oktober 1879 hield notaris Hilbrand van Barneveld te Gramsbergen een openbare verkoop op verzoek van Johannes Gerhardus Bouwhuis, gemeenteontvanger te en van Gramsbergen als gemachtigde van oud-hoofdonderwijzer Hendrik Rigterink te Oosterhesselen. Hendrik Rigterink handelende ten deze als onherroepelijke gemachtigde van Jan Willem Flierman, kastelein te Gramsbergen. Er was beslag gelegd op Fliermans bezittingen door deurwaarder Jan Hendrik Wiekmeijer te Hardenberg. Het verbonden vastgoed betrof het recht van erfpacht van een huis en erf te Gramsbergen, sectie D-1804, staande bij het kadaster ten name van mevrouw Jeanne Josine Antoinette s’Jacob, weduwe van Herman Theodor Löhnis en Jan Willem Flierman als erfpachter. Het perceel werd ingezet door kastelein Berend Kuiper voor 1300 gulden. Veertien dagen later, bij de definitieve veiling, werd 1705 gulden geboden door Albertus Stock, kastelein te Coevorden. Deze verklaarde de koop te hebben gedaan voor zichzelf en voor Evert van Holthoon, koopman te Coevorden (aktenr. 1551).

Fragment van aanvullende minuutkaart, anno 1880 (sectie D-1804).

Notaris Hilbrand van Barneveld verleed op 6 maart 1880 een overdrachtsakte op verzoek van koopman Evert van Holthoon te Coevorden. Deze verklaarde zijn onverdeelde helft in het recht van erfpacht van een huis en erf te Gramsbergen, sectie D-1804, voor 805 gulden te hebben verkocht en over te dragen aan Albertus Stock, kastelein te Coevorden (aktenr. 165).

Dezelfde notaris verleed op 20 december 1880 een verhuurakte. Albertus Stock, kastelein te Coevorden, verklaarde het recht van opstal van een huis te Gramsbergen, sectie D-1804, voor een jaar te hebben verhuurd aan Albert Heerschap sr. te De Krim die vanaf 1 mei 1881 in het pand als kastelein aan het werk ging (aktenr. 1881).

Legger 2424/1: Sectie D-1804. Huis en erf. Huisnr. A-59a. Eigendom van Jeanne Josine Antoinette s’Jacob, weduwe van Herman Theodor Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: kastelein Albertus Stock te Coevorden en consorten. In 1880 verkoop. Over op:
Legger 2427/1: Sectie D-1804. Huis en erf. Huisnr. A-59a. Eigendom van Jeanne Josine Antoinette s’Jacob, weduwe van Herman Theodor Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: kastelein Albertus Stock te Coevorden.

Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant, 11 september 1882.

Notaris Hilbrand van Barneveld begon op 20 december 1882 met de openbare verkoop van het recht van erfpacht van een huis en erf, sectie D-1804, op verzoek van Albertus Stock, kastelein te Coevorden. Twee weken later, bij de definitieve toewijzing, bleek landbouwer Hendrik Jan Kamphuis de hoogste bieder. Hij werd voor 1000 gulden eigenaar van de opstallen (aktenr. 2290).

Legger 2561/1: Sectie D-1804. Huis en erf. Huisnr. A-59a. Eigendom van Jeanne Josine Antoinette s’Jacob, weduwe van Herman Theodor Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: landbouwer Hendrik Jan Kamphuis. In 1889 bijbouw, redresmeting en -berekening. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1889 (sectie D-2196).

Legger 2561/2: Nieuwe sectie D-2196. Huis en erf. In 1891 belastbaarstelling. Over op:
Legger 2561/3: Sectie D-2196. Huis en erf. In 1907 oprichting vennootschap. Over op:
Legger 3484/1: Sectie D-2196. Huis en erf. Eigendom van de Maatschappij tot exploitatie van de Havezathe Gramsbergen. Erfpachter: Hendrik Jan Kamphuis en echtgenote Albarta Johanna Derks. In 1909 herbouw en herstel minuutgrens en splitsing wooneenheden (in sectie D-2829 en 2830). Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1909 (sectie D-2830).

Legger 3484/3: Nieuwe sectie D-2830. Huis en erf.

Prentbriefkaart van de Kruisstraat, met rechts het voormalige waaggebouw. In die waag werden onder meer kalveren en varkens gewogen, die door de boeren met paard en wagen werden aangevoerd.

In 1944 verkoop. Over op:
Legger 4004/36: Sectie D-2830. Huis en erf. Eigendom van logementhouder en caféhouder Berend Kamphuis en echtgenote Lamberta Alberdina Snel. In 1948 boedelscheiding. Over op:
Legger 5245/2: Eigendom van Lamberta Alberdina Snel, weduwe van caféhouder Berend Kamphuis. In 1956 splitsing. Over op:
Legger 5245/4: In 1958 afstand enz. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1958 (sectie D-3657).

Legger 5247/13: Nieuwe sectie D-3657. Huis en erf. Eigendom van caféhouder en landbouwer Hendrik Jan Kamphuis en echtgenote Zwaantje Drenthen. In 1960 splitsing enz. Over op:

Prentbriefkaart van het Meiboomsplein. Links nr. 3. Rechts winkel Nieuhoff (nr. 2) en daarachter café Nieuhoff (café De Vechtstreek).

Legger 5247/15: In 1963 veiling enz. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1963 (sectie D-3741).

Legger 5823/4: Nieuwe sectie D-3741. Huis en tuin aan de Kruisstraat. Eigendom van metaalslijper A. Supheert. In 1970 hermeting enz. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1970 (sectie D-3741).

Legger 5823/5: Sectie D-3741. Huis en tuin aan het Meiboomsplein 3.