Fragment van kadastrale minuutkaart, anno 1832 (sectie D-532a).

Legger 119v1/1: Sectie D-532a. Huis en erf. Eigendom van jonkheer Jacob van Foreest van Heemse, heer van Gramsbergen. Erfpachter: schoenmaker Jan van der Hulst. In 1841 over op:
Legger 614/1: Eigendom van Eberhard Peter Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: schoenmaker Jan van der Hulst. In 1851 naamsverandering. Over op:
Legger 833/1: Eigendom van de weduwe Löhnis-Rochussen te Rotterdam. Erfpachter: schoenmaker Jan van der Hulst. Later de hervormde diaconie.

Op 4 januari 1854 begon notaris Willem Swam met de eerste inzate van de openbare verkoop van vastgoed. Hij deed dat op verzoek van landbouwer Jan Nijman, barbier Roelof Reinders (mede namens diens broer kleermaker Gerrit Reinders te Aalten) en namens Teunis van der Veen als administrerend diaken van de hervormde kerk. Het betrof de oostelijke halfscheid van een woonhuis met grond en wheere, staande en gelegen in de Voorstraat, wordende de andere halfscheid thans bewoond door voornoemden Jan Nijman, kadastraal bekend ten name van mevr. de weduwe Löhnis te Rotterdam als eigenaresse en Jan van der Hulst als erfpachter in sectie D-532a, belast met een erfpachtrecht van 1 gulden per jaar en anderhalve dag ‘dienst’ of 62½ cent aan contanten. Twee weken later, op 18 januari, vond de definitieve veiling plaats en werd het kavel voor 233 gulden gemijnd door Johannes Gerhardus Bouwhuis. De verkopers besloten de koop te gunnen, waarna Johannes Gerhardus verklaarde de koop te hebben gedaan voor en namens zijn vader, gemeenteontvanger Hendrik Bouwhuis (aktenr. 2088 en 2092).

Legger 914/3: Eigendom van de weduwe Löhnis-Rochussen te Rotterdam. Erfpachter: gemeenteontvanger Hendrik Bouwhuis en echtgenote Hermina Richterink te Gramsbergen. In 1862 boedelscheiding. Over op:
Legger 1389/1: Eigendom van de fam. Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: gemeenteontvanger Johannes Gerhardus Bouwhuis te Gramsbergen. In 1869 successie. Over op:
Legger 1674/1: Eigendom van de weduwe Löhnis-‘s-Jacob te Rotterdam. Erfpachter: gemeenteontvanger Johannes Gerhardus Bouwhuis. Huisnr. A-82. In 1877 verkoop. Over op:
Legger 2186/1: Eigendom van de weduwe Löhnis-‘s-Jacob te Rotterdam. Erfpachter: Gerrit Jan Albers, afslager van publieke verkopingen. Hij was in 1870 gehuwd met Hendrikjen Hobers.

Fragment van aanvullende minuutkaart, anno 1880 (sectie D-532a).

In 1912 boedelscheiding. Over op:
Legger 3776/1: Eigendom van de Maatschappij tot exploitatie van de havezathe Gramsbergen en aanhoorigheden. Erfpachter: weduwnaar Gerrit Jan Albers en zoon Gerrit Jan Alberts en schoondochter Derkje Espeldoorn. In 1934 verbouw. Over op:

Kadastrale hulpkaart, augustus 1935 (sectie D-532a).

Legger 3776/2: Sectie D-532a. Huis en erf. In 1943 verkoop. Over op:
Legger 3777/10: Eigendom van Gerrit Jan Albers. Huisnr. A-82. In 1947 boedelscheiding. Over op:
Legger 5212/1: Eigendom van landbouwer Gerrit Jan Albers (geb. 11 november 1907). In 1949 vereniging, redres en stichting. Over op:

Kadastrale hulpkaart, oktober 1949 (sectie D-3339).

Legger 5297/1: Nieuwe sectie D-3339. Huis, schuur en erf. In 1950 verklaring van verjaring. Over op:
Legger 5212/6: Eigendom van landbouwer Gerrit Jan Albers en echtgenote Fennigje van der Haar. In 1969 verbouw. Over op:
Legger 5212/9: Sectie D-3339. Huis, schuur en erf. In 1970 hermeting enz. Over op:

Kadastrale hulpkaart, juli 1970 (sectie D-3339).

Legger 5212/11: Sectie D-3339. Huis, schuur en erf. In 1980 vereniging van artikelen. Over op:
Legger 7546/4: Eigendom van de fam. Albers. In 1984 boedelscheiding. Over op:
Legger 8320/2: Eigendom van schilder G.J. Albers en van D.M. Valkema-Albers aan de Voorstraat 20.