De Waaymansmolen.

De achtkante koren- en pelmolen was in 1859 gebouwd in opdracht van molenaar Hendrik Jan Hamberg, nadat hij van de provincie toestemming had gekregen om deze te mogen oprichten achter het oude kerkhof. Oorspronkelijk had de molen in De Knipe (voorheen Benedenknijpe) bij Heerenveen als korenmolen gestaan, alwaar hij in 1811 was gebouwd.

In de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 16 oktober 1858 schreef men:
Behalve een stoomkorenmolen, die aan de westzijde buiten deze stad ligt, zal er ook nog door den bakker Hamberg een windkorenmolen aan de oostzijde, even buiten de stad worden gebouwd.

Zoon Lambert Hamberg was een pionier. Eind 1910 kreeg hij toestemming van burgemeester en wethouders om een stoommachine te plaatsen voor de aandrijving van zijn korenmalerij en lijnkoekbrekerij en in 1913 stemde de gemeenteraad van Stad Hardenberg unaniem in met Lamberts verzoek om her en der palen te plaatsen om de stad en haar ingezetenen te kunnen voorzien van elektrische verlichting.

Salland’s Volksblad, 9 september 1913:
Hardenberg. Naar wij uit goeden bron vernemen zullen de plannen tot verkrijgbaarstelling van electrisch licht vastere vorm krijgen. De heer L. Hamberg, stoomkorenmolenaar, is voornemens de installatie in orde te maken. Hij heeft daarvoor als leverancier-installateur de heer Bertling te Rotterdam. De indertijd benoemde commissie bestaande uit de heeren F.J. Folkerts, G.W.E. Frijling, G. Frijling, H.W. Weitkamp en A.J. Ziegeler heeft de naamlijsten overgelegd van hen die indertijd inteekenden en hield eene bespreking met genoemden heer Bertling. De belanghebbenden zullen dezer dagen door een circulaire worden ingelicht over de aanlegkosten enz. Loopt alles naar wensch dan zou met november-december Hardenberg reeds voorzien kunnen zijn van het zoo gemakkelijke en
prachtige electrisch licht. Worde dit bewaarheid!

In 1922 kocht Jan Waaijman, tot dan toe molenaar te Mariënberg, de wind- en stoomkorenmolen voor 11.500 gulden van de familie Hamberg. Ook het bijbehorende bouwland, het erf en de stal werden zijn eigendom. De naam van de molen wijzigde vervolgens in de volksmond in of Waaijmansmölle. In die tijd stonden er al enkele panden en woningen rond de molen. Dat belemmerde een goede windvang. Jan Waaijman ging echter met zijn tijd mee en kreeg in 1924 vergunning om een machinekamer bij de molen te bouwen. Daarin werd een ruwe-oliemotor van 40 pk geplaatst die voortaan de graan- en koekenmalerij zou aandrijven. In de bouwvergunning staat vermeld dat de bestaande stoommalerij zou worden verbouwd tot woonhuis. Ook werd een graanbergplaats tegen de molen aangebouwd. In mei 1925 liet Waaijman het bestuur van de Vereniging De Hollandsche Molen weten dat hij een sloper opdracht had gegeven om de molen, met uitzondering van de romp, af te breken.



Demontage van de wieken-as, anno 1937.

Dit artikeltje met een foto van de oude Hardenberger molen werd op 21 juli 1931 gepubliceerd in het ‘Nieuwsblad van het Noorden’:
De Waaymansmolen te Hardenberg heeft opgehouden den dooden ’t aloude molenlied te zingen. De wieken zijn afgebroken en over het daarnaastliggende kerkhof weerklinkt thans nog alleen het geronk der motoren, die des windes krachten vervingen.

In oktober 1947 werden de gebouwen overgenomen door Gerardus Albertus Buitenhuis uit Utrecht. Zijn in Hardenberg wonende zoon Albertus werd zaakwaarnemer van het bedrijf, handelende onder de naam Rekers’ Zaadhandel. In 1955 kreeg Albertus de zaak op naam. Het kostbare riet werd op den duur vervangen door golfplaten. Wat er van de molenromp was overgebleven, werd eerst gebruikt als graansilo en later als opslagplaats voor landbouwbenodigdheden.

Het Salland’s Volksblad van 28 februari 1963 meldde:
Maandagavond loeide de sirene. Er was brand ontstaan in de oude molen aan de Gramsbergerweg, in gebruik bij Buitenhuis als graansilo. De brandweer wist spoedig de brand, die boven in de molen woedde, te bedwingen, doch er was flinke schade aangericht. Gelukkig bleef de molen op dit schilderachtig plekje van ons stadje behouden. Burgemeester en korps-chef politie waren aanwezig bij het blussingswerk.

Molenromp en pakhuis van Rekers’ Zaadhandel aan de Molensteeg, eigendom van Gerardus Albertus Buitenhuis te Utrecht.

In 1967 werd de groot- en kleinhandel in landbouwzaden en pootaardappelen opgeheven.

Kadastrale geschiedenis
Legger 403/44: Sectie A-501. Bouwland. Eigendom van Herman Heinrich Weitkamp. In 1859 verkoop en stichting. Over op:

Kadastrale hulpkaart, 23 mei 1859 (sectie A-1189).

Legger 490/1: Sectie A-1189. Windkorenmolen en erf op de Kruserbrink. Eigendom van korenmolenaar Hendrik Jan Hamberg en echtgenote Christina Elisabeth Lugtenaar.

Hendrik Jan Hamberg overleed op 65-jarige leeftijd, op 2 juni 1893. Weduwe Christina Elisabeth Hamberg-Lugtenaar stierf op 81-jarige leeftijd, op 2 december 1908.

Dagblad van Zuid-Holland en ‘s-Gravenhage, 18 februari 1896.

In 1909 successie. Over op:
Legger 1888/1: Eigendom van molenaar Lambert Hamberg en consorten Geertruida Hamberg (weduwe van Bouke Vos), Johanna Hamberg en Frederika Hamberg. In 1922 verkoop. Over op:
Legger 2334/1: Eigendom van molenaar Jan Waaijman (geb. 21-08-1889) en echtgenote Zwaantje Pot. Zij zijn op 17 juni 1920 getrouwd te Stad Hardenberg. In 1924 bijbouw. Over op:
Legger 2334/5: Sectie A-1189. Molen en machinekamer aan de Stationsweg B-62. In 1925 bijbouw en vereniging met perceel sectie A-2465 (maalderij, stal en bouwland). Over op:

Kadastrale hulpkaart, april 1925 (sectie A-2515).

Legger 2334/6: Nieuwe sectie A-2515. Molen, machinegebouw, pakhuis, schuren en bouwland. In 1926 inwendig vertimmerd. Over op:
Legger 2334/7: In 1930 stichting. Over op:
Legger 2334/8: In 1933 stichting. Over op:
Legger 2334/9: In 1935 stichting en vereniging van percelen. Over op:
Legger 2334/12: Nieuwe sectie A-2762. Huis, maalderij, pakhuis, schuren en bouwland. In 1935 verbouw. Over op:
Legger 2334/31: In 1947 verkoop. Over op:
Legger 3098/2: Eigendom van de firma Groninger Graan- en Pootaardappelencentrale te Veendam (graanhandelaren Roelf Jannes Munneke te Veendam, Rienko Heino Pronk te Muntendam, Berend Veldkamp te Oude Pekela en Albertus Buitenhuis te Marum). In 1948 gedeeltelijke vernieuwing. Over op:
Legger 3098/3: In 1948 ontbinding vennootschap en verkoop. Over op:
Legger 2334/38: Eigendom van Jan Waaijman. In 1966 verkoop deel van perceel. Over op:

Kadastrale hulpkaart, april 1966 (sectie A-3874).

Legger 2334/46: Nieuwe sectie A-3874. Huis, maalderij, pakhuis, schuur en bouwland. In 1967 veiling. Over op:
Legger 3346/27: Eigendom van oud-burgemeester mr. Johannes Albertus Mathijs van Oorschot te Heemse en consorte Hendrika Maria van Oorschot, weduwe van Herman Jan van Aalderen te Bilthoven. In 1967 sloping. Over op:
Legger 3346/28: Sectie A-3874. Huis, pakhuis, schuur en bouwland. In 1968 vereniging van percelen. Over op:

Kadastrale hulpkaart, september 1968 (sectie A-4105).

Legger 3346/29: Nieuwe sectie A-4105. Vier huizen, garage, loods, pakhuis, bouwland en weg.