Bij de aanvang van het kadaster (anno 1832) werd dit perceel geregistreerd op legger 136 als sectie A-4 ten name van de weduwe van kastelein Derk Jan Santman.

Fragment van kadastraal minuutplan anno 1832 (sectie A-4).

Kadastrale geschiedenis:
Legger 136/1: Sectie A-4. Stal en erf. Eigendom van Berendina Rustenberg, weduwe van kastelein Derk Jan Santman. Hij was op 21 december 1826 overleden te stad Hardenberg. In 1835 volgde een boedelscheiding. Over op:
Legger 228/1: Stal en erf. Eigendom van de ongehuwde Jan Santman D.J.zn, distributeur der brievenposterij.

Notaris Swam verleed op 4 mei 1848 een transportakte op verzoek van Jan Santman DerkJanszoon. Deze verklaarde zijn stal en erf tusschen den eigendom van Hendrikus Creemer ten westen en dien van Geertruid Holtman, de echtgenoote van landbouwer Jan Harm Joosten ten oosten, sectie A-4, voor 300 gulden te hebben verkocht en over te dragen aan landbouwer Jan Hendrik Timmerman en echtgenote Johanna Volkers (aktenr. 1518).

Legger 322/1: Eigendom van landbouwer Jan Hendrik Timmerman. In 1860 volgde een boedelscheiding. Over op:
Legger 496/1: Eigendom van Jan Harm Timmerman, landbouwer te stad Hardenberg. In 1866 verkoop. Over op:
Legger 754/1: Eigendom van manufacturier Gerrit Jan Meijer. In 1867 verandering van bestemming. Over op:
Legger 754/2: Sectie A-4. Huis en erf. In 1871 verkoop. Over op:
Legger 562/8: Sectie A-4. Huis en erf. Eigendom van koperslager Arnoldus Sierink. Huisnr. A-3. In 1876 vereniging van percelen; samenvoeging van sectie A-4 en A-6. Voor verdere geschiedenis zie sectie A-6.