Bij de aanvang van het kadaster (anno 1832) werd dit perceel geregistreerd op legger 85 als sectie A-41 (huis en erf), eigendom van dagloner Jan Harm Lippinkhof.

Fragment van kadastraal minuutplan anno 1832 (sectie A-41).

Legger 85: Sectie A-41. Huis en erf. Eigendom van Anne Marie Bekman, de weduwe van daghuurder Jan Herm Lippinkhof die op 29 december 1829 overleden was. Na het overlijden van Anne Marie, op 29 december 1856, verviel de eigendom op de drie kinderen: Hermiena, Gerrit Jan en Hendrikjen.

Gerrit Jan Lippinkhof trouwde op 28 augustus 1840 te Stad Hardenberg met Berendina Boerwinkel uit Bentheim. Ze kregen zes kinderen. Dochter Maria Lippinkhof trouwde op 23 juli 1874 te Stad Hardenberg met bakker Willem Dorgelo uit Avereest.

Fragment van kadastrale minuutkaart, anno 1881 (sectie A-41).

Notaris Hilbrand van Barneveld begon op 10 april 1884 met de eerste inzate van de veiling van het huis en erf aan de Vecht c.a., op verzoek van:
1. bakker Willem Dorgelo, als vader en voogd over de minderjarige zoon Gerrit, verwekt bij zijn wijlen huisvrouw Maria Lippinkhof, en als mondeling gemachtigde van Wessel Dorgelo, brugwachter te Avereest, als toeziend voogd over de minderjarige Gerrit;
2. Johan Adriaan Bodewitz te Gramsbergen, als gemachtigde van:
a. Berendina Boerwinkel, weduwe van Gerrit Jan Lippinkhof te Zwolle,
b. Jan Harm Lippinkhof, schipper aldaar,
c. Geziena Lippinkhof, dienstmeid aldaar,
d. Jozef Hoelandt, kantoorbediende aldaar en echtgenoot van Aleida Lippinkhof,
e. Hendrika Lippinkhof, dienstmeid aldaar,
f. Jan Harm Egberts, arbeider te Stad Hardenberg,
g. Hendrik Paping, landbouwer te Benneveld bij Zweelo, en
h. Jannes Paping, landbouwer aldaar.
De openbare verkoop was bevolen door de arrondissementsrechter bij vonnis van 1 april 1884. Het eerste kavel op de veiling betrof het huis en erf aan de Vecht, sectie A-41. Het vierde kavel betrof zes begraafplaatsen op het hervormde kerkhof te stad Hardenberg (regel 5, nr. 12). Het eerste kavel werd ingezet door landbouwer Jan Harm Snijders te Brucht voor 400 gulden. Het vierde kavel werd ingezet door Gerrit Snijders te Brucht voor 15 gulden. Veertien dagen later, bij de definitieve veiling, verbleef kavel 1 aan koopman Philip Simon Bromet te Stad Hardenberg als hoogste bieder met 500 gulden. Hij had het kavel gekocht voor koopman Simon Bromet aldaar. Het vierde kavel verbleef aan Gerrit Snijders voor 15 gulden (aktenr. 2518).

Legger 393/27: Eigendom van koopman Simon Bromet en echtgenote Marianne Joles. Huisnrs. A-35 en A-36. In 1886 herbouw. Over op legger 393/28 en 393/29.

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1887 (sectie A-1522 en A-1523).

Legger 393/28: Nieuwe sectie A-1522. Huis en erf. In 1888 boedelscheiding. Over op legger 1296/7.
Legger 393/29: Nieuwe sectie A-1523. Huis. In 1888 boedelscheiding. Over op legger 1296/8.
Legger 1296/7: Eigendom van koopman Samuel Joles Bromet en mede-eigenaren. In 1921 successie. Over op legger 1631/10.
Legger 1296/8: Eigendom van idem. In 1921 successie. Over op legger 1631/11.
Legger 1631/10: Eigendom van koopman Jonas Bromet. Hij overleed op 24 augustus 1920, waardoor het eigendom verviel op zus Mietje Bromet. Zij verkocht haar bezittingen in 1924.
Legger 1361/11: Eigendom van idem. In 1924 verkoop.

De gemeente Stad Hardenberg was de nieuwe eigenaar van de twee kadastrale percelen en liet de opstallen in 1925 slopen ten behoeve van de vergroting van het marktterrein. In de raadsvergadering van 19 juni 1924 was besloten tot de aankoop van de terreinen van mej. Bromet.

Kadastrale veldwerkkaart, anno 1925 (sectie A-2504.
Fragment van kadastrale minuutkaart anno 1932.