Op 12 december 1820 hield notaris Antoni van Riemsdijk een boedelinventarisatie op den Huize Heemse, no. 56, te Heemse, op verzoek van de hoogwelgeboren heer jonkheer Jacob van Foreest van Heemse, weduwnaar en boedelhouder van wijlen de hoogwelgeboren vrouwe Maria Clara gravinne van Rechteren, lid van de Ridderschap dezer provincie en breedgeërfde, domiciliërende op den Huize Heemse, zo voor zichzelven uit hoofde der gemeenschap van goederen tusschen zijn hoogwelgeborene en deszelfs wijlen ehevrouwe bestaan hebbende en als derzelver mede-erfgenaam voor een-vierde gedeelte haarer nalatenschap en als vruchtgebruiker van een ander vierde gedeelte derzelve, krachtens haar testamentaire dispositie op den 2 februari 1813 gepasseerd, als in naam en kwaliteit van vader en wettigen voogd van Willem Jan Petrus van Foreest, student in de rechten aan de Hooge School te Utrecht, oud 20 jaaren, Nannette van Foreest, oud 15 jaaren, Christina Louisa van Foreest, oud 13 jaaren, Theodora Sophia van Foreest (oud 9 jaaren) en Christina Ebella Cornelia van Foreest (oud 7 jaaren), deszelfs minderjarige kinderen. Tot de vele onroerende goederen behoorde de katerstede het Schansmans, liggende te Heemse, ten noorden van en aan den zogenaamden Hessenweg achter den Rustenbergh en bestaande uit derzelver behuizinge numero 25… (aktenr. 240, scan 16).
De katerstede Schansmans komt al voor op de oudste kadastrale kaarten van 1832 onder sectie B-617. Het werd echter toen nog niet met name aangeduid op de kaarten. De katerstede was eigendom van jonkheer Jacob van Foreest van Heemse, zoals beschreven op legger nr. 101.
Legger 101/277: Sectie B-617. Huis en erf. In 1839 boedelscheiding. Over op:
Legger 493/5: Eigendom van freule Nanette van Foreest van Heemse en mede-eigenaren.
Notaris Antoni van Riemsdijk begon op 14 juni 1839 met de eerste veiling van een groot aantal onroerende goederen onder Heemse en Collendoorn, op verzoek van de ongehuwde jonkvrouwe Nanette van Foreest van Heemse. Tot die goederen behoorde de katerstede ’t Schansmans in Heemse, noordwaards van en aan den Hessenweg en hebbende aldaar de Rustenbergs-maate ten oosten, bestaande uit deszelfs behuizinge gecoteerd numero 25, op de kadastrale plans sectie B voorkomende als huis en erf ten name van Jacob van Foreest onder numero 617 (aktenr. 1345, scan 63). De katerstede werd als eerste kavel geveild. Het hoogste bod kwam van Gerrit Warnderink. Hij bood 880 gulden. Hij werd vervolgens overboden door Jan Arent baron van Ittersum. Deze bood 950 gulden. Veertien dagen later, bij de definitieve veiling bij afslag, werd de kavel niet gemijnd. Het geboden bedrag bleek te laag, want uiteindelijk werd het daarvoor niet gegund. De katerstede bleef vooralsnog bezit van de familie Van Foreest.
In 1849 ging het huis en erf, de Schanse genaamd, sectie B-617, andermaal onder de veilinghamer en daarbij werd het wel verkocht. De hoogste bieder bleek koopman Gerrit Warnderink uit Heemse. Voor 625 gulden werd hij de nieuwe eigenaar.
Legger 395/17: Eigendom van koopman Gerrit Warnderink te Heemse. In 1856 boedelscheiding. Over op:
Legger 1422/3: Eigendom van koopman Klaas Vinke en echtgenote Zwaantjen Scholten te Heemse. Zij zijn op 6 mei 1840 getrouwd in Heemse. In 1863 verkoop. Over op:
Legger 2122/3: Eigendom van Albertus Vinke, cargadoor te Amsterdam (zie hulpregister no. 4, deel 170, nr. 6). In 1863 afbraak. Over op:
Legger 2122/9: Nieuwe sectie B-4416. Bouwland. In 1866 vereniging van percelen enz. Over op:
Legger 2122/11: Nieuwe sectie B-4631. Bouwland. In 1867 verkoop deel van perceel. Over op:
Legger 2122/15: Nieuwe sectie B-4749. Bouwland. Eigendom van In 1875 redres. Over op:
Legger 3474/3: Eigendom van cargadoor Albertus Vinke te Amsterdam. In 1889 ruiling. Over op:
Legger 2688/30: Sectie B-4749. Bouw- en weiland. Eigendom van molenaar Derk Jan Bruins en echtgenote Hermina Warnderink. In 1897 verkoop. Over op:
Legger 4918/11: Eigendom van bakker, winkelier en koopman Albertus Antonie Oostenbrink. In 1900 ruiling deel van perceel. Over op:
Legger 4918/25: Nieuwe sectie B-6027. Bouw- en weiland. In 1902 stichting nieuwe woning. Over op:
Legger 4918/38: Nieuwe sectie B-6061. Huis, schuur, bouw- en weiland. In 1904 verkoop gedeelte van perceel en redres. Over op:
Legger 6153/4: Nieuwe sectie B-6149. Huis, schuur, bouw- en weiland. Eigendom van timmerman Jan Meijer of Meier (voor 2/3e) en mede-eigenaren Hendrik Meier (voor 1/6e) en Jan Hendrik Overweg Gzn. (voor 1/6e). In 1905 vereniging van percelen. Over op:
Legger 6153/5: Nieuwe sectie B-6241. Huis, schuur en bouwland. In 1925 stichting werkplaats aan de Hessenweg. Over op:
Legger 6153/7: Sectie B-6241. Huis, schuur, werkplaats en bouwland. In 1928 stichting huis. Over op:
Legger 6153/8: Sectie B-6241. Huis, schuur, werkplaats, bouwland en huis. In 1929 bijbouw. Over op:
Legger 6153/9: Sectie B-6241. Huis, werkplaats, schuur en erf. In 1932 verkoop deel van perceel. Over op:
Legger 6153/10: Nieuwe sectie B-7038. Huis, werkplaats en weiland. In 1933 stichting schuur. Over op:
Legger 6153/11: Sectie B-7038. Huis, werkplaats, schuur en weiland. In 1937 verbouw. Over op:
Legger 6153/12: In 1940 verkoop deel van perceel en stichting. Over op:
Legger 6153/14: Nieuwe sectie B-7526. Huis en weiland. In 1945 boedelscheiding. Over op:
Legger 11363/3: Eigendom van veevoederhandelaar Jan Hendrik Overweg. Levenslang vruchtgebruiker: Jan Meijer. In 1946 hermeting en vereniging van percelen. Over op:
Legger 11363/5: Nieuwe sectie O-424. Huis en weiland. In 1950 successie. Over op:
Legger 11684/2: Eigendom van veevoederhandelaar Jan Hendrik Overweg Gzn. In 1954 sloping en stichting. Over op:
Legger 11684/3: Sectie O-424. Huis, pakhuis, schuur en weiland. In 1967 verkoop deel van perceel aan de gemeente Hardenberg. Over op:
Legger 11684/7: Nieuwe sectie O-1015. Huis, schuren, erf, pakhuis en weiland. In 1968 onteigening deel van perceel. Over op:
Legger 11684/10: Nieuwe sectie O-1095. Huis, pakhuis, garage en loodsen.
