Legger 56/1: Sectie B-662. Huis en erf op den Brink. Eigendom van Fennigjen Hesselink, weduwe van schipper Jan van Bruggen. In 1871 vereniging van artikelen. Over op:
Legger 849/3: Sectie B-662. Huis en erf op de Brink. Eigendom van metselaar Gerrit van Bruggen en echtgenote Maria Hendriks. In 1874 splitsing in huis en erf en afzonderlijke kamer. Over op:
Legger 849/7: Sectie B-5176. Kamer op de Brink A-48. Eigendom van Maria Hendriks, weduwe van metselaar Gerrit van Bruggen. In 1878 successie. Over op legger 1856/6.
Legger 849/8: Sectie B-5177. Huis en erf op de Brink A-47. In 1878 successie. Over op legger 1856/7.
Legger 1856/6: Sectie B-5176. Kamer op de Brink. Eigendom van metselaar Gerrit Kerkdijk en echtgenote Hendrikjen Veltink. In 1926 boedelscheiding. Over op legger 7450/7.
Legger 1856/7: Sectie B-5177. Huis en erf op de Brink A-47. In 1926 boedelscheiding. Over op legger 7450/8.
Legger 7450/7: Sectie B-5176. Kamer op de Brink A-48. Eigendom van metselaar Gerrit Jan Kerkdijk Gzn. te Heemse. In 1939 vereniging van artikelen. Over op legger 8809/5.
Legger 7450/8: Sectie B-5177. Huis en erf op de Brink A-47. In 1939 vereniging van artikelen. Over op legger 8809/6.
Legger 8809/5: Sectie B-5176. Kamer op de Brink A-48. Eigendom van metselaar Gerrit Jan Kerkdijk Gzn. en consorten. In 1943 boedelscheiding. Over op legger 11289/1.
Legger 8809/6: Sectie B-5177. Huis en erf op de Brink A-47. In 1943 boedelscheiding. Over op legger 11289/2.
Legger 11289/1: Sectie B-5176. Kamer op de Brink A-48. Eigendom van Gesina Kremer, weduwe van metselaar Gerrit Kerkdijk en consorten. In 1959 vereniging van percelen. Over op legger 11289/3.
Legger 11289/2: Sectie B-5177. Huis en erf op de Brink A-47. In 1959 vereniging van percelen. Over op legger 11289/3.
Legger 11289/3: Nieuwe sectie B-7628. Huis en erf op de Brink. In 1960 vereniging van percelen. Over op:
Legger 11289/4: Sectie B-7628. Huis en erf op de Brink.
De woning met het bedrijfsgedeelte, Heemse A-18, en de daarbij behorende grond van de weduwe G. Kerkdijk-Kremer werd bij raadsbesluit van 1 september 1960 door de gemeente Hardenberg aangekocht. Ook de kamer van de inwonende schoonzoon G. Braakman werd aan de gemeente verkocht, tezamen in één koop voor 3000 gulden.