Bij de aanvang van het kadaster, anno 1832, werd het erf Barink geregistreerd als sectie G-13 op legger 263c ten name van landbouwer Berend Oldebalderhaar of Groote Balderhaar en mede-eigenaren. Het recht van opstal was verleend aan landbouwer Hendrik Berghuis en echtgenote Janna Schuurman. Zij waren op 28 juli 1811 getrouwd in de kerk te Uelsen. Tussen 1819 en 1821 waren ze verhuisd van ’t Duitse Getelo naar ‘Sibculo’ (Kloosterhaar).

Legger 263c/1: Sectie G-13. Huis en erf. In 1874 verkoop. Over op:
Legger 3312/1: Eigendom van Berend Oldebalderhaar of Groote Balderhaar, landbouwer te Balderhaar (zie hulpregister no. 4 hypotheken, deel 252, nr. 76). Het recht van opstal behoorde toe aan Jan Groote Balderhaar geboren Gosseling, landbouwer te Balderhaar. Huisnr. E-47. Huis en erf, met schaapskooi.

Op 25 november 1879 verleed notaris G. de Meyier een boedelinventarisatie en boedelverdeling (aktenr. 196), op verzoek van:
– Gerrit Jan Odink Hzn. te Collendoorn, weduwnaar van Zwaantje Groote Balderhaar en echtgenote van Johanna Waterink
– Harm Roelofs, landbouwer te Brucht, echtgenoot van Jennigje Groote Balderhaar
– Jan Groote Balderhaar geboren Gosselink, landbouwer te Balderhaar, echtgenoot van Hendrikje Groote Balderhaar
Zij waren de erfgenamen van Berend en Gezina Groote Balderhaar.
De ondergrond van het huis en erf en schaapskooij, liggende op de Kloosterhaar, sectie G-13, werd toebedeeld aan Jan Groote Balderhaar geboren Gosselink en echtgenote Hendrikje Groote Balderhaar op de Balderhaar.

Legger 4017/21: Eigendom van Jan Groote Balderhaar geboren Gosselink, landbouwer te Balderhaar. In 1896 boedelscheiding. Over op:
Legger 5369/25: Eigendom van Jan Groote Balderhaar geboren Brookhuis, landbouwer te Baalder. Huisnr. E-47. In 1898 sloop. Over op:
Legger 5369/40: Erf. In 1899 sloop. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1899.

Legger 5369/41: Nieuwe sectie G-1007. Bouwland. In 1907 verkoop. Over op:
Legger 6638/31: Eigendom van Herman Gerritsz. Zwijze, grondeigenaar te Gramsbergen en mede-eigenaren.