Gedurende de bijna anderhalve eeuw dat deze woning er staat, heeft ze aan verschillende families onderdak geboden. Voor 1878 lag er slechts een stuk weiland aan de nieuw gegraven Dedemsvaart. In dat jaar kocht Roelof ten Kate uit Avereest het stuk grond met de bedoeling er een luxe woning te laten bouwen. Hij was zeven jaren daarvoor in zijn geboorteplaats getrouwd met Lammiena Plomp en vrijwel meteen daarna met haar verhuisd naar Vroomshoop. Daar hield hij als veenbaas toezicht in de plaatselijke veenderijen. Daar ook waren hun kinderen Berendina, Jeantina Gerardina en Warner geboren. Kort nadat ze in 1878 weer naar Avereest waren teruggegaan, kregen ze hun vierde kind Bartholomeus. Roelof, Lammiena en de vier jonge kinderen betrokken aan het eind van dat jaar de nieuw gebouwde vervenerswoning die kenmerkten toont van het classicisme. Zo heeft zij een symmetrische façade met een risalerend middendeel, een fronton en een evenwichtige gevelindeling. In de nieuwe villa werden nog drie kinderen geboren: Arend, Gerard Hendrik en Marius Bernardus, maar de jongste overleed nog geen maand na de geboorte. Toen vervolgens moeder Lammiena ten Kate-Plomp daar op 46-jarige leeftijd stierf, verhuisde Roelof met de rest van zijn gezin in 1895 terug naar Avereest.

 

Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant, 6 februari 1890.

 

Prentbriefkaart, anno 1936.

 

 

De nog jonge woning werd na bemiddeling van de heer Verweij Mejan, een rentenier uit Den Haag, overgedragen aan het echtpaar Johannes van der Vecht en Roelina Horstra. Ook Van der Vecht was vervener. Hij bezat veengronden in De Krim in Nederland en grote onontgonnen gebieden in de omgeving van het Duitse Twist-Schöningsdorf. In samenwerking met Duitse verveners vatte hij zelfs het plan op om in Rusland aan de turfindustrie deel te nemen. Hij bracht er ook werkbezoeken, maar de plannen konden niet uitgevoerd worden vanwege de Russische revolutie die in 1917 uitbrak. Voor zijn verdiensten in de Duitse veenderijen werd Johannes van der Vecht in 1912 onderscheiden door keizer Wilhelm II met de koninklijke kroonorde vierde klasse. Daarnaast was Johannes op sociaal gebied zeer actief. Zo was hij van 1900 tot 1927 raadslid van de gemeente Ambt Hardenberg en tegelijkertijd raadslid in Twist en tot 1925 verbond hij als ambtenaar van de burgerlijke stand verschillende bruidsparen in de echt. Johannes overleed in augustus 1935 en zijn vrouw bijna een jaar later.

 

Johannes van der Vecht (1858-1935), met zijn onderscheiding op de linkerborst. De ring rond het vergulde medaillon met de koningskroon was blauw geëmailleerd met daarop gouden letters.

 

 

Hun zoon Reinier was in 1924 getrouwd met Gesina Geertruida Bokking uit Emmen. Het echtpaar vestigde zich in De Krim op de boerderij Zie Niet Om. Daar kregen ze hun drie kinderen Roelina, Catharina Hendrika en Johannes. Na het overlijden van de ouders verhuisden ze in mei 1936 van De Krim naar de vervenerswoning in Lutten. De boerderij in De Krim bleef wel in de familie, maar werd voortaan beheerd door een ‘zetboer’. Ook Reinier was een gezien man. Hij hield zich niet meer bezig met vervening maar met het beheren van grote landerijen. Zo was hij lange tijd rentmeester van gronden in Bergentheim en Kloosterhaar voor de familie Reyers uit Den Haag. Op die landerijen stonden grote ontginningsboerderijen zoals de Petronellahoeve en Heerjansland in Kloosterhaar. Kort voor de Tweede Wereldoorlog werd Reinier verkozen in de gemeenteraad van Ambt Hardenberg en meteen ook werd hij wethouder. Die functie hield hij tot de bezetter hem ontsloeg. Na de oorlog was Reinier medeoprichter en bestuurslid van de plaatselijke afdeling van het Rode Kruis. Hij overleed in 1964. De werkzaamheden als rentmeester voor de familie Reyers werden daarna nog enkele jaren verricht door zijn zoon Johannes. Hij en zijn vrouw Neesje Tanna de Visser waren de volgende bewoners van de villa tot ze hem in 1966 verkochten en naar Heemse verhuisden.

Vervolgens werd het pand korte tijd bewoond door Evert Roelof Schuiling en Evertje Muller en vanaf 1975 door Riemert Elting. Hij liet de woning aan de achterkant uitbreiden. Daarmee was zij beter geschikt om te gebruiken als familiepension Ons Paradijs. Vijf jaren later volgde aan de achterzijde nog de aanbouw van een eetzaal. Elting was getrouwd met Lucia Leichner, een Duitse van adellijke komaf. Het smeed- en gietijzeren hekwerk tussen bakstenen kolommen heeft ze indertijd laten overkomen van haar familiekasteel in de buurt van Berlijn. De familie Elting woonde er tot 1986. In dat jaar verkochten ze de woning aan Jacobus Schipper. Hij zette, samen met zijn vrouw Betsy, het pension voort en creëerde een heus ‘Clownsparadijs’ waar kinderen naar hartenlust konden spelen en pannenkoeken eten.

Vanaf 2006 waren Jurgen Haas en Manôn Schuurman de eigenaren van het monumentale pand. Na een grondige renovatie, waarbij alles zoveel mogelijk in de originele staat werd teruggebracht, gaven zij het pand weer een nieuwe bestemming. Onder de naam Madame Lescaut ‘ bood Manôn logies en ontbijt aan in de villa en het bijbehorende koetshuis. Manôn en Jurgen verruilden de Amsterdamse Pijp, samen met dochters Dagmar en Tessel. Per 1 november 2017 sloten zij de deuren van hun bed & breakfast…

Kadastrale geschiedenis

Legger 3866/6: Sectie L-332. Weiland. Eigendom van Roelof ten Kate Warnerszoon, vervener te Avereest. In 1879 stichting woonhuis. Over op:

 

Kadastrale hulpkaart, anno 1879.

 

Legger 3866/8: Sectie L-1954. Huis. In 1885 verval van vrijdom. Over op:
Legger 3866/9: In 1886 vereniging van percelen. Over op:

 

Kadastrale hulpkaart, anno 1886.

 

Legger 3866/11: Nieuwe sectie L-2426. Huis, schuur en erf. In 1890 successie. Over op:
Legger 4763/13: Eigendom van vervener Roelof ten Kate Warnerszoon. In 1895 verkoop. Over op:
Legger 5242/42: Eigendom van Wouter Constant Verweij Mejan, rentenier te Den Haag. In 1899 verkoop. Over op:
Legger 4841/32: Eigendom van Johannes van der Vecht en Roelina Horstra. In 1966 verkoop. Over op:
Legger 14709/2: Eigendom van E.H. Müller en E.R. Schuiling. In 1967 vereniging van percelen. Over op:

 

Kadastrale hulpkaart, anno 1967.

Legger 14709/4: Nieuwe sectie L-5402. Huis en tuin. In 1971 opgenomen in de ruilverkaveling. Over op:
Legger 14709/5: Sectie V-205. Huis en tuin. In 1975 verkoop. Over op:
Legger 17571/1: Eigendom van homeopaat R. Elting en L.M. Leichner. In 1985 verkoop. Over op:
Legger 24739/1: Sectie V-205. Pension, campingbedrijf, kantine en grond. Eigendom van pensionhoudster B.J. van Welbergen en J.C. Schipper.