Gemeentelijk monument

Aan het begin van de twintigste eeuw kwamen veel boeren uit Groningen, Drenthe en Gelderland in onze regio wonen om te werken en een toekomst op te bouwen door afgegraven veengronden in cultuur te brengen. Een van de boerderijen die in die tijd langs het kanaal de Dedemsvaart werden gebouwd, is deze van het zogenaamde Groninger type. Deze is karakteristiek vanwege de brede vierkante lijstgevel. Ze ligt in een hoek van ongeveer 45 graden ten opzichte van de weg en wordt geflankeerd door monumentale rode beukenbomen op het voorerf.

Dedemsvaartsche Courant, 22 april 1905.

In 1905 werd deze boerderij gebouwd in opdracht van Michiel Prins en Margretha Schrage, naar een ontwerp van architecten E. Warringa & Zn. uit Nieuw-Buinen. Michiel was geboren in 1866 in het Groningse Veendam en zijn vrouw kwam uit Windeweer bij Hoogezand. Ze waren daar in 1897 getrouwd, maar in het voorjaar van 1900 verhuisden ze met hun dochter Hillechina en zoon Garrelt naar Lutten aan de Dedemsvaart. Ze zullen in eerste instantie een onderkomen gehuurd hebben, waar in 1902 hun derde kind Jantje werd geboren. Groot was het verdriet toen vader Michiel in januari 1914 overleed. Hij was slechts 47 jaar oud geworden. Zijn weduwe en kinderen verlieten het jaar erop de boerderij en vestigden zich in het Groningse Wolfsbarge. De boerderij in Lutten werd eerst nog een aantal jaren verpacht aan Simon Drost en Catharina van Haeringen uit Dedemsvaart.

Nieuwsblad van het Noorden, 14 oktober 1918.
Salland’s Volksblad, 18 oktober 1918.

In 1918 verkocht de weduwe Prins haar bezittingen in Lutten aan Albert Smid, een landbouwer en vervener uit het Drentse Nieuw-Buinen. In die tijd kocht hij nog twee andere boerderijen, namelijk in Exloërmond en in Nieuw-Buinen. Zijn zoon Hergen trouwde op 14 mei 1919 in Gramsbergen met Harmanna van der Veen. Zij was geboren in Wildervank en woonde rond de tijd van haar huwelijk met haar ouders in De Krim. Het pas getrouwde stel betrok de boerderij in Lutten aan de Dedemsvaart. Daar kregen ze zes kinderen: een meisje en vijf jongens.

Kort voor de Tweede Wereldoorlog werd de boerderij verkocht aan twee zwagers van Hergen Smid, Willem Velema en Wilte Zandt. De familie Smid verliet de boerderij en vestigde zich op het Rheezerveen. Zeven jaren later verkocht Willem Velema zijn deel aan Wilte Zandt. Meteen na de oorlog werd de boerderij gevorderd vanwege de grote woningnood, maar in 1954 werd ze weer verkocht aan de vroegere eigenaar Hergen Smid, die er verder ging met het akkerbouwbedrijf. De broers Salomon en Andreas Smid, zoons van Hergen en Harmanna, werden de volgende eigenaren van de boerderij. Ook zij waren werkzaam in de akkerbouw. Begin jaren ’70 werd het linker woongedeelte intern verbouwd. Daarbij veranderde ook de indeling van de zijgevel, omdat op de bovenverdieping slaapkamers werden gerealiseerd die door middel van de opbouw van twee dakkappellen licht kregen. Rond 1983 verkocht de ongetrouwde Salomon zijn deel aan broer Andreas. Andreas en zijn echtgenote Wilhelmina Buitenhuis kregen een dochter en een zoon. Zij begonnen naast het akkerbouwbedrijf ook een kalvermesterij en een legkippenafdeling. In 1993 verkochten ze het complex aan hun zoon Hergen Smid. Zelf waren ze al een paar jaren eerder verhuisd naar een nieuw gebouwde woning met kippenschuur aan de Elfde Wijk in Heemserveen.

Hergen Smid, zijn vrouw Jenneke Hurink en hun vier kinderen bewoonden het pand tot eind 2005. Omdat uitbreiding van de legkippenafdeling uit milieuoogpunt niet mogelijk was, lieten de kippenschuren bouwen bij de woning van hun ouders aan de Elfde Wijk. Toen de legkippenafdeling het merendeel van de omzet besloeg, gaf dat de doorslag om grotendeels over te schakelen op die bedrijfstak en het bedrijf verder voort te zetten aan de Elfde Wijk. Door de kippenschuur bij de boerderij aan de Dedemsvaartseweg-Zuid af te breken, ontstond de mogelijkheid om een woning aan de Elfde Wijk te bouwen en daarom werd de boerderij in Lutten verkocht aan de familie Van der Weide uit Slagharen. In hun opdracht werd het woongedeelte volledig verbouwd door bouwbedrijf Fieten uit Hollandscheveld. Het interieur is tot stand gekomen met behulp van binnenhuisarchitect Haverkort uit Steenwijksmoer. De voor- en zijtuinen zijn in stijl gerenoveerd door hoveniersbedrijf Jurrie Baas uit Ommen. De bestaande oude rode beuken werden onderdeel van de nieuw aangelegde stijltuinen. De familie Van der Weide heeft het pand, na de grondige renovatie, in de zover van 2006 in gebruik genomen. Het bedrijfsgedeelte van de boerderij, voorheen een kalvermesterij, doet vanaf dat moment dienst als onderkomen voor hun schildersbedrijf. Het bedrijfsgedeelte is enigszins gewijzigd door een aanbouw en nieuwe entree. Dit deel is voor bescherming van ondergeschikt belang.

© ‘Monumenten in de gemeente Hardenberg’, uitgegeven door de Stichting Historische Projecten, 2008.

Kadastrale geschiedenis

Kadastrale hulpkaart, oktober 1905 (sectie N-1294).

Legger 5700/30: Nieuwe sectie N-1294. Huis en bouwland. Eigendom van landbouwer Michiel Prins en echtgenote Margaretha Schrage. In 1918 verkoop. Over op:
Legger 8038/11: Eigendom van landbouwer Albert Smid en echtgenote Janna Fekken (en consorten). In 1944 boedelscheiding. Over op:
Legger 11382/11: Eigendom van landbouwer Willem Velema en echtgenote Gebke Smid (en consorten). In 1949 boedelscheiding. Over op:
Legger 11891/11: Eigendom van landbouwer Wilte Eeuwke Zandt te Overschild.In 1954 verkoop. Over op:
Legger 12503/11: Eigendom van landbouwer Hergen Smid (geb. 03-11-1890). In 1962 opgenomen in de ruilverkaveling. Over op:

Kadastrale veldwerkkaart, oktober 1961 (sectie R-35).

Legger 12503/16: Nieuwe sectie R-35. Twee huizen, schuren, erf en bouwland. In 1966 verkoop deel van perceel. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1966 (sectie R-194).

Legger 14391/8: Nieuwe sectie R-194. Boerderij en bouwland. Eigendom van Salomon en Andreas Smid.

Kadastrale hulpkaart, anno 2006 (sectie R-503).