In het Statenarchief (toegang 0003.1, inv.nr. 3021) wordt deze taxatiestaat bewaard, opgesteld door schout Aernolt Voltelen en Jan Fredericks d’Olde, betreffende het erve Veldink of Oelbers, gelegen in het Carspel van den Hardenberg, boerschap Bergentheim. Het erve behoorde onder het rentambt van Sibculo en Albergen. Uit de inventarisatie blijkt dat de bijbehorende landerijen prachtige veldnamen droegen als de Koele, het Voorloo, het stuk op den Dedenberg, den Voerelink, de Bree en den Weelakker

Taxatie van ’t Veldink of Oelbers, anno 1719.

De zgn. tienden uit het erve Oolbers waren in 1792 nog leenhorig aan de leenkamer van de havezate Gerner bij Dalfsen. De lenen waren achterlenen van de provincie Overijssel. Deze leenkamer werd na de afschaffing van het leenstelsel in 1798 opgeheven. 

Op 30 april 1792 verscheen Egbert Oelbers voor verwalter schout G.J. Crull om zijn testament te laten registreren. Hij was lichamelijk ziek, maar was nog volkomen bij zijn verstand. Allereerst verklaarde hij aan zijn oom Hendrik Mollink de tienden uit het erve Oelbers te legateren. Verder schonk hij drie legaten van 100 gulden per stuk aan zijn moeijes (tantes) Hemme Mollink (huisvrouw van Jan Bolks te Heemse), Cunne Mollink (huisvrouw van Derk Peters te Egede) en Jenne Mollink (huisvrouw van Harmen Wijchmink te Bergentheim). Daarnaast benoemde hij zijn drie ooms en tante, Hendrik, Albert, Gerrit en Aaltien Mollink, tot universeel erfgenamen.

Notaris Antoni van Riemsdijk hield op 12 maart 1822 een openbare verkoop van paarden, beesten en schapen, op verzoek van Mannes Nijman, landbouwer op het erve Oelbers te Bergentheim (aktenr. 160, scan 297).

In de Overijsselsche Courant van 9 april 1822 werd de openbare veiling aangekondigd van het erve het Veldink of Oelbers te Bergentheim op verzoek van de erfgenamen van wijlen Aaltjen Möllink. Notaris Antoni van Riemsdijk hanteerde de veilinghamer.

Notaris Antoni van Riemsdijk begon op 15 april 1822 met de eerste veiling (de inzate). In de bewaard gebleven akte lezen we dat hij de veiling hield op verzoek van de nabestaanden van Aeltjen Mollink. Zij was, ongehuwd, overleden op 24 februari 1821 in huisnr. 8 te Bergentheim. Die nabestaanden waren:
– Jennechien Mollink, weduwe van Harm Wychmink;
– Roelof Bolks en echtgenote Fennechien Bolks, landbouwers te Heemse;
– Seine Bolks, landbouwer te Heemse;
– Egbert Bolks, landbouwer te Echteler;
– Hermannus Bolks, landbouwer te Varsen;
– Albert Kromhof en echtgenote Zwaantjen Bolks, landbouwers te Heemse;
– Gerrit Warnderink en echtgenote Hendrikjen Vinke (meerderjarige dochter van Hermannus Vinke Jansz. en en wijlen Stijntjen Bolks);
– Hermannus Vinke Jansz., koopman te Heemse, weduwnaar van Stijntjen Bolks, als vader en voogd over Jannes, Hermen Jan, Klaas en Jan Vinke;
– Herm Bolks, landbouwer te Heemse
– Zwaantjen Vlierman, weduwe van Albert Bolks, landbouwersche te Linde;
– Jan Peters, Willem Peters, Gerrit Jan Peters en Albert Peters, landbouwers te Egede
De vijftiende kavel betrof het woonhuis, bakhuis, schuur, wagenschuurtjen, schapeschot en varkenshok van het erve het Veldink of Oelbers, gequoteerd numero 11, met gronden en wheeren, mitsgaders de daartoe gehorende begraafplaats op het kerkhoff te Hardenbergh, met den Heiligen-Gaarden en een-vierde whaardeel in de gemeene marke van Bergentheim (aktenr. 176, scan 224). Een week later, op 22 april, volgde de definitieve veiling en toewijzing. In de daarvan bewaard gebleven akte lezen we dat het Veldink of Oelbers bij afslag werd gemijnd door Egbert Scholten uit Loozen, voor 2700 gulden (aktenr. 179, scan 207).

Egbert Scholten uit Rheeze was op 20 augustus 1801 te Heemse getrouwd met Jennigjen Geertman uit Heemserveen.

Notaris Antoni van Riemsdijk verscheen op 8 september 1824 in de keuken van het woonhuis numero 11 op het erve het Veldink of Oolbers te Bergentheim. Daar verscheen voor hem Hendrik Geertman, wonende bij zijn behuwd neef Egbert Scholten op voornoemd erve. Hendrik was ongehuwd, meerderjarig en lichamelijk ziek. Hij liet die dag zijn testament vastleggen. Hij legateerde 400 guldens aan zijn neef Lucas Geertman, wonende te Heemserveen. Er gingen verder nog wat legaten naar neefjes en nichtjes. De armenstaat van de hervormde kerkgemeente van Hardenberg werd 50 gulden toebedeeld en een zelfde bedrag werd toegezegd aan die van Heemse. Verder benoemde hij zijn nichtje Jennegien Geertman, echtgenote van Egbert Scholten, tot universeel erfgename (aktenr. 420, scan 130).

Op 1 april 1830 verscheen Jennegien (ook: Janna) Geertmans, weduwe van Egbert Scholten, landbouwersche woonende op het erve Veldink of Oolbers, woonhuis numero 11, ter buurtschap Bergentheim, voor notaris Antoni van Riemsdijk. Zij wilde voorzien in een voogd over haar kinderen die bij haar overlijden nog minderjarig zouden zijn. Ze benoemde de volle broer Gerrit Jan Scholten, landbouwer bij haar op het erve inwonende. Op diezelfde dag liet Janna ook haar testament vastleggen. Ze was lichamelijk ziek, maar had haar verstand volkomen (aldus de notaris). (aktenr. 868 en 869, scan 148 en 149).

Op de oudste kadastrale kaart van 1832 is ’t Oolbers gesitueerd in de zgn. ‘Roet en Mast Esch’ en eigendom van de erfgenamen van Egbert Scholten. Het is geregistreerd op legger nr. 309 als sectie H-141. 

Fragment van oorspronkelijke minuutkaart, anno 1832.

Legger 551/7: Sectie H-141. Huis en erf. Eigendom van Gerrit Jan Scholten en echtgenote Gerritdiene Kamphuis. Zij zijn op 4 december 1835 te Heemse getrouwd. In 1856 vereniging. Over op:
Legger 1428/7: Eigendom van Gerrit Jan Scholten en Gerritdiene Kamphuis. In 1874 successie. Over op:
Legger 3370/7: Eigendom van Gerrit Scholten en consorten (zijn broers en zus). Huisnr. C-17. Huis, erf en vijf schuren. In 1877 bijbouw. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1877.
Fragment van kadastrale minuutkaart, anno 1880.

Legger 3370/24: Nieuwe sectie H-1196. In 1888 boedelscheiding. Over op:
Legger 4595/21: Eigendom van Gerrit Jan Scholten, Gerritdina Scholten en Gezina Scholten (ieder voor een-derde). Gerrit Jan Scholten trouwde op 5 december 1897 te Heemse met Willemina van den Berg. In 1929 boedelscheiding. Over op:
Legger 4788/37: Eigendom van Gerrit Scholten en echtgenote Egberdina Waterink. Zij zijn op 3 september 1926 getrouwd te Heemse. In 1932 stichting en sloop. Over op:
Legger 4788/56: In 1939 vereniging. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1939.

Legger 4788/62: Nieuwe sectie H-3192. Huis, schuren, bouw- en weiland in de zgn. Roet- en Mast Esch. In 1942 inwendige verbouwing. Over op:
Legger 4788/65: In 1964 boedelscheiding. Over op:
Legger 14093/28: Eigendom van Christiaan Scholten (geb. 06-07-1932) en echtgenote Jennigje Timmermans, landbouwers aan de Brinkweg 2. Zij zijn op 14 juni 1957 te Hardenberg getrouwd. In 1967 verbouw. Over op:
Legger 14093/33: In 1968 ged. verkoop. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1968.

Legger 14093/38: Nieuwe sectie H-4250. Huis, schuur, erf, bouw- en grasland. In 1969 verbouw. Over op:
Legger 14093/39: In 1970 stichting. Over op:
Legger 14093/41: In 1978 bijbouw. Over op:
Legger 14093/46: Huis, schuren, erf, bouwland en grasland aan de Brinkweg 2.