Op 3 mei 1730 werd een boedelscheiding geregistreerd door schout Voltelen. De erfgenamen van Lamberts Harms van den Mariënberg lieten de overeenkomst vastleggen die men als familie onderling was overeengekomen. Onderdeel van de boedel was het halve erve Woestkamp te Bergentheim. Dat ging over in handen van de ongehuwde Jan Lamberts van de Marriënbergh. 

In het vrijwillig rechterlijk archief van ’t Schoutambt Hardenberg vinden we deze akte, gedateerd 28 juni 1785:
Ik J.G. Pruim, van weegens hooger overheid verw. Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificere dat voor mij en keurnooten, die waren de heeren A. de Munnik en bmr. F. Bussemaker, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn Hendrik Lamberts Wijgmink, pro se en als vader en voogd zijner minderjaarige dochter Eva Wijgmink; voorts deszelfs kinderen Harmen Wijgmink en Jennegien Mollink, echtelieden, Hendrik Wijgmink, Albert Wijmink en Janna Bouwhuis, ehelieden, en Geert Slimmen en Hillegien Wijgmink, ehelieden, als tezaamen kinderen en erfgenaamen van wijlen Hillegien Marjenbergs, door voorn. Hendr. Lamberts Wijgmink bij haar in echte verwekt; en verklaarden zij comparanten, bij dezen, voor eene summa van koopspenningen die den eersten met den laatsten van dien aan hun ten genoegen zijn voldaan en betaald, in de bestendigste forma landrechtens te transporteren en in vollen eigendom over te dragen, aan Jan Hendrik Egbertdink en deszelfs huisvrouw Berendiena Leemgraven, ehelieden, en Jan Hesselink en deszelfs huisvrouw Fennegien Egbertdink, ehelieden, hun comparanten aandeel in het erve Weuskamp te Bergentheim, zoo en in diervoegen als hetzelve tans bij Gerrit Weuskamp word bemeijerd, met alle zijne ap- en dependentiën, rechten en gerechtigheden, lusten en lasten; met den geheelen Russchen-kamp, gelegen bij het huis van Derk Jan Meijerink en het daaromstaande akkermaalshout, het Haar-maatje, gelegen in de Bruchter markte, zijnde mandeelig met Hermannus Jansen, een stukje land gelegen te Brucht naast het land van Lambert Hekman aan de eene, en aan de andere zijde naast het veld, het lange stukke op het Loo gelegen, zijnde ongeveer een mudde lands; den Krommen Hoek op het Loo, mede gelegen naast het voorige, een half mudde zaaijland, mede op het Loo gelegen, naast het land van Jacob Lijsen, zestien eiken boomen staande bij het huis en erve Lamberts te Bergentheim, eenen boom bij het hekke en twee om den hoek van de schuure aldaar mede staande, een gaardentje bij het huis van Hermannus Jansen; voorts de halfscheid van den Weustkamps-kamp met de daaromstaande bosch-hegge, waarvan de wederhelft behoord aan meergem. Hermannus Jansen; alsmede het land bij Weuskamp in gebruik, als het hooijland bij Mas-brugge aan de beeke gelegen, en dan nog een vierde van een volle waare in de markte van Bergentheim binnen en buiten, en dan nog een vierde van een volle waare in het Bergentheimer veene. Des ten oirkonde hebbe ik verw. Scholtus voorn. deze benevens de comparanten getekend, met mijn zegel bekrachtigd, en ze voorts ook voor de comparanten, omdat dezelve geene zegels en hadden, op derzelver verzoek, met mijn kleine zegel mede gezegeld. Actum Hardenbergh den 28 junij 1700 vijfentachtig.

Uit bovenvermelde akte blijkt dat het Woestkamps te Bergentheim in 1785 bemeijerd (gepacht) werd door Gerrit Weustkamp, maar dat het eigendom was van Hendrik Lamberts Wiegmink en zijn kinderen. Hendrik Wiegmink was in 1753 te Hardenberg getrouwd met Hilligje Hendriks Mariënberg. Het aandeel in ’t erve Woestkamp was verkocht aan het echtpaar Jan Hendrik Egberink en Berendina Leemgraven enerzijds en aan het echtpaar Fennegien Egberink en Jan Hesselink anderzijds.

Op de oudste kadastrale kaart van 1832 is ’t Wuestkamp of Weustkamp gesitueerd in de zgn. ‘Roet en Mast Esch’ en eigendom van Gerrit Jan Hesselink en echtgenote Jannigjen Schöttink en mede-eigenaren. Het is geregistreerd op legger nr. 144 als sectie H-106.

Fragment van oorspronkelijke minuutkaart, anno 1832.

Notaris Antoni van Riemsdijk verleed op 17 juli 1838 twee testamentaire disposities op verzoek van Johanna Ekenhorst en echtgenote van Jan Willem Koning, landbouwers, wonend op het erfjen het Wuestkamps te Bergentheim. Zij benoemden elkaar daarin over en weer tot universeel erfgenaam (aktenr. 1302 en 1303, scan 80 en 82). Johanna Ekenhorst was afkomstig uit Laarwold bij Emlichheim. Ze was op 19 augustus 1837 te Heemse getrouwd met Jan Willem Koning uit Bergentheim.

Legger 144/2: Sectie H-106. Huis en erf. In 1861 boedelscheiding. Over op:
Legger 1862/2: Eigendom van Willem Hesselink te Duits Wielen (en mede-eigenaar). In 1862 verkoop. Over op:
Legger 655/7: Eigendom van Jan Willem Koning en echtgenote Johanna Koning, landbouwers te Bergentheim. Zij waren op 19 augustus 1837 getrouwd te Heemse. Huisnr. C-16. Huis, erf en drie schuren.

Fragment van kadastrale minuutkaart, anno 1880.

In 1887 bekrachtiging testament. Over op:
Legger 4696/3: Eigendom van Hendrik Habers, landbouwer te Ane. In 1905 stichting. Over op:
Legger 4696/40: In 1906 bijbouw en vereniging. Over op:

Legger 4696/42: Nieuwe sectie H-1823. Huis, schuren en bouwland op de Roet- en Mast Esch. In 1911 boedelscheiding. Over op:
Legger 7083/20: Eigendom van Christiaan Jan Willem Waterink en Berendina Grotemarsink. In 1930 successie. Over op:
Legger 9765/17: Eigendom van Hermannus Antonie Dijk en Gerrit Jan Scholten (ieder voor de helft). In 1931 boedelscheiding. Over op:
Legger 9771/19: Eigendom van Hermannus Antonie Dijk (geb. 25-07-1899) te Bergentheim, C-8. In 1942 inwendige verbouwing. Over op:
Legger 9771/31: In 1954 sloping. Over op:
Legger 9771/34: In 1960 bijbouw. Over op:
Legger 9771/36: Huis, schuren, bouw- en grasland. In 1968 stichting. Over op:
Legger 9771/40: Eigendom van Hermannus Antonie Dijk en Christina Waterink aan de Brinkweg 3.