In de Overijsselsche Courant van 17 augustus 1827 werd de openbare veiling aangekondigd van onroerende goederen van Hidde baron van Voërst tot Bergentheim, lid der Ridderschap en der Provinciale Staten van Overijssel, wonend te Wijhe. Ook het erve Bouwhuis ging onder de hamer.

Het erve het Bouwhuis werd als zesde kavel in veiling gebracht. Het bestond uit deszelfs behuizinge, schuur, varken- en schapenschot, numero 15 c.s. (aktenr. 669, scan 70). 

De hoogste bieder bleek Herm Bouwhuis, echtgenoot van Willemina Wijchmink. Zij leenden 4.250 gulden van Gerrit Crull, koopman op den Beld of Nijberg te Duits Wielen. Als onderpand voor deze hypotheek stelden ze o.a. het erve Bouwhuis, bestaande in het woonhuis, schuur, varkens- en schapen-schot, numero 15, met derzelver gronden en wheeren, staande en gelegen te Bergentheim ten noorden van het erve het Spijkers, westwaards van en aan de Steege. Het perceel was bezwaard met een jaarlijkse uitgang aan de Rijks-Domeinen van één Nederlandsche mud, acht dito schepels en vijf, zevenhonderd en elf achthonderdste dito maatjes rogge, met eene beede aan hetzelve Domein van twee guldens en zestigh cents en met eene jaarlijkschen uitgang aan de diaconie der hervormden te Hardenbergh van één Nederlandsche mudde, twee dito schepels en 1, 11/20ste dito maatjen rogge (aktenr. 748, scan 45).

Hermen Bouwhuis en Willemina Wiegmink waren op 21 juni 1817 getrouwd te Hardenberg. 

Op 12 februari 1829 verscheen notaris Antoni van Riemsdijk in woonhuis no. 15 van Herm Bouwhuis, landbouwer op het erve Bouwhuis in Bergentheim. Daar verscheen voor hem Jan Bouwhuis, ook landbouwer, bij Herm Bouwhuis inwonende. Jan was lichamelijk zwak en zodanig ter neder zittende op eenen stoel rechts den haard in de keuken, uitziende met twee vengsterramen op den gaarden. Jan legateerde 100 guldens aan zijn neef Evert Bouwhuis, landbouwer te Heemse. Zijn neef Hendrik Bouwhuis, landbouwer te Collendoorn, kreeg ook een legaat van 100 gulden. Nichtje Asselina Bouwhuis, gehuwd met Hendrik van der Veen, werd eveneens 100 gulden toebedeeld. Verder stelde hij zijn neef Herm Bouwhuis tot universeel erfgenaam (aktenr. 776, scan 194). Jan Bouwhuis was de ongetrouwde oud-oom van Herm. Jan overleed op 24 april 1829, op ca. 76-jarige leeftijd.

Bij de invoering van het kadaster in 1832 stond de boerderij in de zgn. ‘Roet en Mast Esch’ op legger 38 als sectie H-127 ten name van landbouwer Harm Bouwhuis en echtgenote Willemina Wiegmink.

Fragment van oorspronkelijke minuutkaart, anno 1832.

Legger 38/13: Sectie H-127. Huis en erf. In 1866 verkoop. Over op:
Legger 2603/4: Eigendom van Gerrit Jan Bouwhuis, weduwnaar van Willemina Odink. Zij waren op 17 april 1863 getrouwd te Heemse.

Op 13 februari 1866 verleed notaris W.F. van der Muelen een hypotheekakte op verzoek van Gerrit Jan Bouwhuis. Hij had 3400 gulden geleend van landbouwer Jan Scharphof te Vriezenveen. Het erve Bouwhuis en bijbehorende landerijen werden als onderpand gesteld.

Gerrit Jan hertrouwde op 6 november 1868 met Hendrikje Schepers uit Ambt Ommen. Huisnr. C-21. Huis, erf en twee schuren.

Notaris Gerard de Meyier verbleef op 21 juni 1879 op het erve Bouwhuis in Bergentheim, op verzoek van Lucas Hofsink als voogd over Willem en Fennigje Bouwhuis, minderjarige kinderen van wijlen Gerrit Jan Bouwhuis en Willemina Odink, en op verzoek van Albert Kampherbeek te Baalder, als voogd over Hermina Bouwhuis, minderjarige dochter van Gerrit Jan Bouwhuis en diens tweede echtgenote Hendrikje Schepers. De notaris verscheen om de nalatenschap van Gerrit Jan Bouwhuis, die op 1 juni 1879 was overleden, te inventariseren. Tot de onroerende bezittingen behoorde de boerderij op sectie H-127 (aktenr. 130, scan 3).

Op 5 augustus 1879 begon dezelfde notaris met de eerste inzate van de openbare veiling van de onroerende goederen, behorend tot het erve Bouwhuis. Hij deed dat op verzoek van notarisklerk Hendrik Jan Grooters, als mondelinge lasthebber van landbouwer Jan Scharphof te Vriezenveen. De familie Bouwhuis was nalatig gebleven in de aflossing van de hypothecaire geldlening van 3400 gulden en de daarover verschuldigde rente. De boerderij op sectie H-127 ging als eerste kavel in de verkoop. Veertien dagen later, bij de definitieve veiling, werd de boerderij in massa voor 4500 gulden gekocht door landbouwer Jan Hendrik Jansen, wonende in de gemeente Ambt Ommen (aktenrs. 152 en 156).

Fragment van kadastrale minuutkaart, anno 1880.

Legger 4026/4: Eigendom van Jan Hendrik Janssen en echtgenote Marthe Kortman. Zij zijn op 25 februari 1874 getrouwd te Ambt Ommen. Na het overlijden van Jan Hendrik (op 21 februari 1885) hertrouwde Marthe op oudejaarsdag 1885 te Heemse met Frerik Hilberink. In 1916 boedelscheiding. Over op:
Legger 7721/4: Eigendom van Hendrik van der Velde en echtgenote Egberdina Hilberink. Zij zijn op 17 mei 1912 te Heemse getrouwd. In 1928 bijbouw. Over op:
Legger 7721/21: In 1931 stichting. Over op:
Legger 7721/22: Huis, schuren en erf. In 1957 boedelscheiding. Over op:
Legger 12943/5: Eigendom van Hendrik Jan van der Velde (geb. 20-12-1921) en echtgenote Geertruida Asselina Ranter. Zij zijn op 14 mei 1946 getrouwd te Hardenberg. In 1959 gedeeltelijk vernieuwd. Over op:
Legger 12943/16: In 1961 gedeeltelijk vernieuwd. Over op:
Legger 12943/17: In 1968 verkoop enz. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1968.

Legger 12943/21: Nieuwe sectie H-4244. Huis, schuur en erf. Bergentheim C-11. In 1977 verkoop. Over op:
Legger 18272/3: Eigendom van Egbert van der Velde, landbouwer aan de Brinkweg 4a. In 1980 opgenomen in de ruilverkaveling. Over op:
Legger 20108/3: Nieuwe sectie AC-117. Boerderij, erf en cultuurgrond aan de Brinkweg C-11. Eigendom van landbouwer Hendrik Jan van der Velde en echtgenote Geertruida Asselina Ranter. In 1980 verkoop deel van perceel. Over op:

Kadastrale hulpkaart, 6 mei 1980 (sectie AC-663). Op perceel 662 is een nieuwe woning gebouwd, geadresseerd aan de Brinkweg 4.

Legger 20109/3: Nieuwe sectie AC-663. Eigendom van landbouwer E. van der Velde.

Kadastrale hulpkaart, juni 1997 (sectie AC-1808).