Op 4 juli 1822 registreerde notaris Antoni van Riemsdijk een hypotheekakte op verzoek van Berend Venebrugge Carelszoon en echtgenote Hillechien Wijgmink, grondeigenaren, wonende aan de Veenebrug, en namens diens behuwd-moeder (schoonmoeder) Jennechien Mollink, weduwe van Herm Wijgmink. Zij verklaarden gedrieën 6000 guldens schuldig te zijn aan mr. Albertus Sandberg, advocaat te stad Zwolle. Als onderpand voor de lening stelden ze het erve het Wijchmink, bestaande uit deszelfs behuizinge, schuur en schapeschot, numero 18, met gronden en wheeren. Daarnaast werd door het echtpaar Venebrugge tot onderpand gesteld hun herberg gezegd de Koetswagen of de Wolf aan de grote weg van Hardenberg na Zwolle of den zogenaamden Hessenweg onder de buurtschap Stegeren (aktenr. 223).

Notaris Antoni van Riemsdijk verleed op 20 januari 1824 een akte op verzoek van Jannegien Mollink, weduwe van Harmen Wijgmink als contractant ter ene zijde en haar schoonzoon en dochter Berend Veenebrugge en echtgenote Hillechien Wijgmink, wonende aan de Venebrugge, ter andere zijde. Zij waren onderling tot een akkoord gekomen over de verdeling, liquidatie en scheiding van de tot dan toe onverdeelde boedel uit de nalatenschap van Harmen Wijgmink. Tot die boedel behoorde o.a. het erve Wijgmink, gelegen in de buurtschap Bergentheim, bestaande uit deszelfs behuizinge, schuur en schapeschot no. 18, met gronden en wheeren (aktenr. 363).

In de Overijsselsche Courant van 21 maart 1826 lezen we over de a.s. openbare veiling van het erve Wychmink in Bergentheim. Het erf werd bij opbod verkocht in opdracht van Jannegien Mollink, de weduwe van Harmen Wiegmink en van haar dochter Hilligjen Wiegmink, de echtgenote van koopman Berend Venebrugge. Het Wychmink of Wiegmink bestond uit het woonhuis no. 18, hetgeen werd bemeijerd en bewoond door de landbouwer Jannes Wijchmink (aktenr. 535).

In de eerste veiling bood Hendrik Stoeten, landbouwer te Brucht 1150 gulden, maar hij werd afgetroefd door Jannes Wijchmink die 50 gulden meer bood. In de tweede en definitieve veiling bood Mannes Nijman uit Den Velde nog eens 50 gulden extra. Hij bleek de hoogste bieder met 1225 gulden en hem werd de koop gegund. Op 4 juli 1826 hield notaris Antoni van Riemsdijk een openbare verkoop van een aantal gepelde eiken, enkele essen en een denneboom, liggende geveld op het erve Wychmink. Hij deed dat op verzoek van Berend Venebrugge Carelszoon, koopman op de Venebrugge (aktenr. 567).

Op 21 mei 1827 registreerde notaris Antoni van Riemsdijk een hypotheekakte op verzoek van Mannes Nijman en echtgenote Grietjen Helms, wonende te Den Velde. Zij hadden 1700 gulden geleend van Geert Smit, landbouwer te Wilsum in de graafschap Bentheim. Als onderpand stelden ze hun eigendommelijke, op 10 april 1826, verworven vaste goederen van het erve Wijchmink te Bergentheim, te weten: het woonhuis no. 18, met deszelfs grond en wheere en de daartoe behorende begraafplaats op het kerkhof te Hardenberg, gelegen aan de Steege, ten westen dat van het erve Waterink aldaar c.s. (aktenr. 646).

Grietjen Helms liet op 1 september 1831 haar testament registreren door notaris Antoni van Riemsdijk. Zij prelegateerde haar volledige nalatenschap aan haar zoon Hermannus Nijman, landbouwer te Bergentheim, bij haar inwonend (aktenr. 963).

Op de oudste kadastrale kaart van 1832 staat het erve vermeld als eigendom van de weduwe van Mannes Nijman. Mannes was op 27 oktober 1827 overleden in Den Velde. Zijn weduwe, Grietjen Helms, stierf op 16 september 1831 in Bergentheim. De boerderij in de zgn. ‘Roet en Mast Esch’ staat op legger 255a als sectie H-192.

Fragment van oorspronkelijke minuutkaart, anno 1832.

Legger 255a/3: Sectie H-192. Huis en erf. Eigendom van Grietjen Helms, weduwe van Mannes Nijman. In 1847 over op:
Legger 836/3: Sectie H-192. Huis en erf. Eigendom van landbouwer Hermannus Nijman en echtgenote Hendrikjen Beltman. Zij zijn op 10 april 1828 getrouwd te Gramsbergen.

Notaris Willem Swam vertoefde op 9 augustus 1854 op ’t erve Wijchmink om een openbare verkoop te houden van in gasten staande rogge ten verzoeke van en toebehoorende aan Albert Namink te Heemserveen (aktenr. 2182).

Fragment van kadastrale minuutkaart, anno 1880.

In 1892 successie. Over op:
Legger 1355/11: Sectie H-192. Huis, erf en twee schuren. Eigendom van landbouwer Marten Nijman en echtgenote Hendrika Veurink. Zij zijn op 2 juli 1858 getrouwd te Heemse. Huisnr. C-25 en C-33. In 1897 stichting. Over op:
Legger 1355/44: Sectie H-192. Huis, schuren, stookhut en erf. In 1898 stichting, herbouw en splitsing. Over op:

Kadastrale hulpkaart, juni 1898 (sectie H-1663).

Legger 5598/1: Nieuwe sectie H-1663. Huis, schuur, stookhut en erf. Eigendom van landbouwer Marten Nijman, weduwnaar van Hendrika Veurink.

Marten Nijman overleed op 11 februari 1911, op 80-jarige leeftijd. Het erf vererfde op zoon Hermannes Nijman en echtgenote Hendrikje Bartels. Zij zijn op 6 mei 1892 getrouwd te Heemse.

Hermannes Nijman overleed op 55-jarige leeftijd, op 22 februari 1915 te Bergentheim.

In 1917 bijbouw. Over op:
Legger 5598/2: In 1921 herbouw schuur enz. Over op:

Kadastrale hulpkaart, mei 1923 (sectie H-1663).

Legger 5598/3: In 1927 boedelscheiding. Over op:
Legger 9391/1: Sectie H-1663. Huis, schuren en erf. Eigendom van landbouwer Jan Willem Veurink en echtgenote Hendrika Nijman. Zij zijn op 3 mei 1918 getrouwd te Heemse. In 1930 stichting. Over op:
Legger 9391/2: In 1966 stichting.

Jan Willem Veurink overleed op 5 september 1970. Dochter Geesje Veurink volgde haar ouders op als eigenaar van ’t Wijchmink. Zij was op 11 oktober 1951 getrouwd met Evert Nijmeijer. Hij overleed op jonge leeftijd, op 18 november 1970 te Zwolle.

Legger 9391/3: In 1973 verkoop. Over op:
Legger 14271/30: Eigendom van weduwe Geesje Nijmeijer-Veurink en kinderen. In 1977 boedelscheiding. Over op:
Legger 18478/18: Eigendom van weduwe Geesje Nijmeijer-Veurink en zoons J.W. en J. Nijmeijer. In 1978 stichting en sloop. Over op:
Legger 18478/22: In 1980 opgenomen in de ruilverkaveling. Over op:

Kadastrale hulpkaart, 27 oktober 1986 (sectie AC-119).

Legger 20344/3: Sectie AC-119. Boerderij, erf en cultuurland aan de Brinkweg C-13. In 1985 bijbouw. Over op:
Legger 20344/15: Sectie AC-119. Huis, erf, schuren, tuin, kalverstal, grasland en bouwland aan de Brinkweg 8.