Notaris Antoni van Riemsdijk verbleef op 21 april 1821 in Lutten alwaar hij in het woonhuis no. 4 van Lucas Dageraad en vrouwe Berendiena Borrels de testamenten van het echtpaar registreerde. In de testamenten vermaakten zij hun beider nalatenschap aan Jan Stegeman en vrouwe Ebbegien Geugjes, landbouwers, bij hen inwonend (aktenr. 58, scan 115).

Op 29 april 1830 verschenen voor notaris Antoni van Riemsdijk de comparanten Lucas Dageraad, landbouwer wonende te Lutten, met Jan Stegeman en diens huisvrouw Ebbegien Geugjes, landbouwers te Lutten. Gedrieën verklaarden ze 500 gulden te hebben geleend van koopman Jan Willem Weitkamp te stad Hardenberg. Tot zekerheid en waarborg (onderpand) stelden ze de katerstede het Lubbertjes te Lutten, bestaande uit deszelfs behuizinge numero 4 met derzelver grond en wheere, eenen oostwaards van en aan hetzelve gelegenen gaarden, groot ruim vijf Nederlandsche roeden, den ten zuiden van denzelven gaarden liggenden zogenaamden Bongerd en annexe zogenaamde Dedems-hoekjen, hebbende ten oosten de weidelanden van het erfjen het Geertmans en ten westen een perceel dito van comparanten, gezegd den Brink zijnde gemest veenland, welke katerstede cum annexis de comparanten Lucas Dageraad en Jan Stegeman en Ebbegien Geugjes zo te zamen als ieder afzonderlijk en een ieder voor zich verklaren te zijn derzelver gemeenschappelijke eigendommen en met geen ander hypotheek bezwaard dan hetgeen daarop meede ten montante van 500 Nederlandsche guldens bij publieke akte den zesden der maand maij 1818 voor ons notaris verleden is gevestigd door den eersten comparant Lucas Dageraad en dezes toen nog levende huisvrouwe Berendina Lamberts, ook Borrels (welke bij testamente den 21sten der maand april des jaars 1821, mede voor ons notaris verleden, de tegenwoordige meede-comparanten Jan Stegeman en Ebbegien Geugjes tot haare erfgenaamen heeft geïnstitueerd (aktenr. 873, scan 144).

Het Lubbertjes staat op de oudste kadastrale kaart, van 1832, geregistreerd als sectie A-598, ten name van Jan Stegeman, op legger 337. Het wordt op de oudste kaart echter niet met name genoemd.

Fragment van oorspronkelijke minuutkaart, anno 1832.

Legger 337/8: Sectie A-598. Huis en erf. Eigendom van Jan Stegeman en Egtbertjen Geugies. Zij zijn op 9 september 1813 getrouwd te Hardenberg. In 1852 successie na het overlijden van Jan, op 22 januari van dat jaar. Over op:
Legger 1121/8: Eigendom van Hendrik Jan Stegeman en mede-eigenaren. In 1860 boedelscheiding. Over op:
Legger 1639/11: Eigendom van Harm Geerdes, vervener te Dedemsvaart. In 1862 redres abusieve boeking. Over op:
Legger 1121/14: Eigendom van Hendrik Jan Stegeman en mede-eigenaren. In 1863 hermeting. Over op:
Legger 1227/10: Eigendom van Albert Stegeman en echtgenote Roelfje Vrieling. Zij zijn op 11 oktober 1851 getrouwd te Heemse. Nieuwe sectie M-1192. Huis, schuren en erf. Huisnr. Q-29. In 1877 gedeeltelijke sloop. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1877.
Fragment van kadastrale minuutkaart, anno 1880.

Legger 1227/28: Nieuwe sectie M-1820. Huis, schuren, erf en schaapskooi. In 1929 vereniging. Over op:
Legger 9576/1: Eigendom van Hendrik Jan van ’t Holt en echtgenote Truitje Stegeman. Zij zijn op 17 mei 1889 getrouwd te Heemse. Nieuwe sectie M-3217.

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1928.

In 1931 stichting. Over op:
Legger 9576/2: Huis, schuren, bouw- en weiland. In 1944 boedelscheiding. Over op:
Legger 11396/1: Eigendom van Jan van ’t Holt en echtgenote Jennigje Ranter. Later eigendom van Gerritdina van ’t Holt en echtgenoot Jan Harm Mepschen. Zij zijn op 16 november 1923 getrouwd te Gramsbergen. Vervolgens vererfde ’t Lubbertjes aan zoon Albert Mepschen en echtgenote Hendrikje Meijer. Zij zijn op 2 januari 1953 getrouwd te Hardenberg. In 1960 werd de katerstede opgenomen in de ruilverkaveling. Nu geadresseerd aan de Lutteresweg 13.