In het zgn. register van de 50e penning van verkopingen en collaterale successiën staat bij 15 februari 1733:
De testamentaire erfgenaemen van wijlen de architect G.M. Meetsma alhier op den 23 januarij overleden, hebben aengegeven dese navolgende goederen van wijlen haeren gemelde oom op haar waeren vererft, als an Machiel Radinga het erve den Hof tot Lutten gelegen.

Op 4 oktober 1733 ging Asse Berents uit Lutten in ondertrouw met Lammetje Coerts uit Linde. De bruidegom woonde op ’t Wolters en zijn bruid trouwde bij hem in.

Op 2 april 1735 werd hun dochter Lubbegien gedoopt in de kerk te Hardenberg. Zij werd erfopvolger en trouwde op 10 november 1753, op 18-jarige leeftijd, met de 29-jarige Hendrik Berends die eveneens afkomstig was uit Lutten en bij haar introuwde op ’t Wolters.

Hun oudste dochter Geesjen Hendriks werd op 20 april 1755 gedoopt in de kerk te Hardenberg.

Op 3 september 1767 werd door de schout een testament geregistreerd, op verzoek van en namens Griete Berends, weduwe van wijlen Thijs Geertsen. Zij benoemde haar neef Hendrik Berends en zijn huisvrouw Lubbegien Assen, woonachtig op ‘t Erve Wolters te Lutten, tots haar erfgenamen.

Op 22 november 1773 werd door de schout een schuldbekentenis met hypotheekstelling geregistreerd ten nadele van Hendrik Berends, woonachtig op ‘t erve Den Hof of Wolters te Lutten, voor zichzelf en als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, voor een somma van 4000 Car. guldens met de rente van dien, als hij tot betaling van ‘t erve Den Hof of Wolters te Lutten heeft opgenomen van heer R.B.R. graaf van Rechteren, heer van Gramsbergen etc., etc. Als onderpand dienen twee dagwerken hooiland in ‘t Nijeland en twee dagwerken hooiland bij ‘t Hengsermeer, beide te Ane gelegen. De kantlijn vermeldt dat het bedrag op 14 december 1780 was afgelost.

Geesjen volgde haar ouders op als bewoner en bewerker van ’t Wolters en trouwde in 1777 met Asse Asses Witten.

Het vrijwillig rechterlijk archief van het Schoutambt Hardenberg vat vervolgens deze akte, gedateerd 14 december 1780:
Ik Jacob van Riemsdijk, van wegens hoger overigheid verw. Scholtus van den Hardenbergh cum annexis, doe cond en certificere hiermede dat voor mij en keurnoten, die waren Thijes Kremer en Hendr. Snieder, persoonlijk in den gerigte gecompareerd en erschenen is Hendrik Berends, benevens desselvs schoonzoon Asse Assen en zijn huisvrouw Geesjen Hendriks, tutore marito, woonagtig op het erve den Hof of Wolters genaamd in de boerschap Lutten. En verklaarden zij comparanten tot meerder securiteit voor sodane somma van vierduisend car. guldens met de interesse van dien, als hij comparant Hendrik Berends heeft opgenomen van den hoogwelgeboren gestrengen heer A.F. baron van Dompselaer, lieutenant collonel ten dienste deser landen, woonende te Ulsen, om jaarlijks en alle jaren tot de aflosse toe te verrenten met vier gelijke guldens ten honderd, zodanig egter dat bij aldien de renten binnen drie maanden na de respective verschijndagen worden betaald, als dan met drie guldens en vijf stuivers van ’t honderd te kunnen volstaan. Zullende het eerste jaar interesse daarvan wezen vervallen op den eersten october 1700 en en tachentigh en zo vervolgens tot de aflosse continueren. En waarvoor ook op den negenden deser maand voor den lheenheer behoorlijke hypothecataie door gemelde Hendrik Berends van desselvs eigendommelijke lheenhorige erve den Hof te Vasse of Lutten, voormaals Reinink genaamd, in de boerschap Lutten onder dit Schoutampt gelegen, ten profite van welgemelde heer baron van Dompselaar is gepasseerd.

Twee jaar later, op 15 mei 1782, werd bovenvermelde obligatie overgenomen door Isaäc Reinder baron van Raesfelt, heer van Heemse, en diens echtgenote Clara Feyoena baronesse van Sytzama:

Ik Jacob van Riemsdijk, van wegens hoger overigheid verw. Scholtus van den Hardenbergh cum annexis, doe cond en certificere hiermede dat voor mij en keurnoten, die waren Gerrit Gravers en B. Schollink, persoonlijk in den gerigte gecompareerd en erschenen is de hoogwelgeboren gestrenge heer Isaac Reinder baron van Raesfelt en deszelvs ehegemalinne de hoogwelgeb. vrouwe Clara Feijoena baronesse van Raesfelt geboren baronesse van Sijtzama, heer en vrouwe van Heemse etc. etc. etc., zijnde de laatste met de eerste als momboir geadsisteerd; en verklaarden zij heer en vrouwe comparanten, zoo in contante penningen als in obligatiën, waar onder eene gerigtelijke obligatie van Hendrik Berends en deszelvs schoonzoon Asse Assen met zijn huisvrouw Geesjen Hendriks, woonachtig op het erve Wolters of den Hof te Lutten ter somma van vierduisend guldens, van dato den 9 en 14 december 1780, van den hoogwelgeb. gestr. heer A.F. baron van Dompselaer, lieutenant collonel ten dienste dezer landen, wonende te Ulsen, op lijfrente te hebben opgenomen, en dus van nu aan in vollen eigendom te hebben ontvangen een capitale somma van zevenduisend car. guldens ad twintig stuivers het stuk; die zij heer en vrouwe comparanten aannemen en beloven jaarlijks en alle jaaren zoo lange de gemelde heer baron van Dompselaer of eene van deszelvs zusters de freulins A.S. van Dompselaer en A.M. van Dompselaer, in leven zal zijn, en dus tot den sterfdag van de langstlevende van haar drien toe tegens lijfrente te zullen verrenten met zeven gelijke guldens van ieder honderd gerekend, te betalen in twee gelijke termijnen en wel het eerste halfjaar op den eersten november 1782 en het twede halve jaar op den eersten maij 1783 en zo vervolgens alle jaaren tot de dood van de langstlevende van haar drien. Zullende dus voort na het overlijden van de laatste van haar drien deze lijfrente niet verder worden betaald. Verklarende zij heer en vrouwe comparanten, tot nakominge dezes en securiteit voor de betalinge van de bovengemelde lijfrente bij dezen te verbinden haare personen en goederen, geene uitgezonderd. In kennisse der waarheid is dezen door mij verw. Scholtus voornoemd met de heer en vrouwe comparanten eigenhandig getekend en gezegeld. Actum op den Huize Heemse den 15 meij 1700 twee en tachentigh.

Geesjen Hendriks Wolters overleed op jonge leeftijd tussen 1782 en 1788, waarna haar echtgenoot op 20 juli 1788 hertrouwde met Harmpjen Thielen uit Ane.

De uit het tweede huwelijk geboren zoon, genaamd Gerrit, werd op 13 december 1789 gedoopt te Hardenberg.

Op oudjaarsdag 1811 werd de hypotheek uit 1780 door schout J.G. Pruim op verzoek van Asse Wolters Nijboer geroyeerd. Het geleende bedrag was volledig afgelost.

Op zondag 14 april 1816 gingen landbouwer Gerrit Wolters uit Lutten en dienstmeid Jennigjen Nijeboer uit Radewijk met elkaar in ondertrouw.

Op de oudste kadastrale kaart van 1832 staat het erve vermeld als eigendom van Gerrit Nijeboer (ook genaamd Wolters). De boerderij staat op legger 247 als sectie A-482.

Fragment van oorspronkelijke kadastrale minuutkaart, anno 1832.

Legger 247/5: Sectie A-482. Huis en erf. Eigendom van Gerrit Wolters, ook genaamd Nijeboer, en echtgenote Jennigjen Nijeboer.

Notaris Willem Swam verleed op 20 oktober 1849 een hypotheekakte op verzoek van Gerrit Nijeboer en echtgenote Jennigjen Nijeboer. Zij verklaarden 2600 guldens schuldig te zijn aan Berend Nijzink, kerkelijk ontvanger te Heemse. Als onderpand voor de lening en de verschuldigde rente verbonden ze het erve het Wolters te Lutten (aktenr. 1612).

In 1863 hermeting. Over op:
Legger 2344/15: Nieuwe sectie M-667. Huis, schuur en erf. Eigendom van landbouwer Albert Nijeboer en echtgenote Willemina Nijeboer. Zij zijn op 18 april 1846 getrouwd te Heemse. In 1874 gedeeltelijke afbraak en bijbouw. Over op:
Legger 2344/38: Nieuwe sectie M-1662. Huis, schuur en erf. Huisnr. Q-14. In 1893 boedelscheiding. Over op:
Legger 5086/31: Eigendom van Albert Nijeboer en echtgenote Aaltjen Grevelman. Zij zijn op 28 mei 1886 getrouwd te Heemse. In 1920 stichting. Over op:
Legger 5086/46: Sectie M-1662. Huis, schuren en erf. In 1929 vereniging van percelen. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, december 1928 (sectie M-3171).

Legger 5086/48: Nieuwe sectie M-3171. Huis, schuur, bouw- en weiland. In 1930 stichting. Over op:
Legger 5086/50: Sectie M-3171. Huis, schuren, bouw- en weiland. In 1935 boedelscheiding. Over op:
Legger 10277/13: Eigendom van Albert Nijeboer en echtgenote Karstina Brill. Zij zijn op 21 mei 1920 getrouwd te Heemse. In 1958 afstand van deel van perceel en vereniging van percelen. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1958 (sectie M-3914).

Legger 10277/20: Nieuwe sectie M-3914. Huis, schuren, bouw- en weiland. In 1961 stichting. Over op:
Legger 10277/22: In 1967 successie. Over op:
Legger 10692/19: Eigendom van landbouwer Albert Nijeboer (geb. 16-12-1920) en echtgenote Annegien Altena. Zij zijn op 19 juli 1950 getrouwd te Hardenberg. In 1971 opgenomen in de ruilverkaveling. Over op:

Kadastrale veldwerkaart, juni 1969 (sectie U-383).

Legger 10692/27: Nieuwe sectie U-383. Huis, erf, schuren en weiland. In 1975 verbouw. Over op:
Legger 10692/38: In 1981 verkoop deel van perceel. Over op:
Legger 10692/41: Nieuwe sectie U-1108. Huis, erf, tuin, schuren en grasland aan de Kiezelweg 17.