Eeuwenlang gingen de mensen uit Radewijk in Hardenberg naar de kerk. Dat was vroeger een hele afstand, vooral vanuit Radewijk Achterin. Als vervoermiddel werd de koets of de kleedwagen gebruikt. Wanneer de wegen niet al te onbegaanbaar waren en het weer niet te slecht, ging men te voet. Men had immers alle tijd. Eind negentiende eeuw kwam de fiets in gebruik, alhoewel dat destijds niet meteen als een vooruitgang werd ervaren. Het was onbehoorlijk en ongepast om zich voort te bewegen zonder met de voeten aan de grond te komen. Een fatsoenlijk mens deed zoiets niet en op de fiets naar de kerk kon helemaal niet. Kerkgang had, ook naar bijbelse gewoonten, alles met ‘gaan’ te maken.

Dominee G.L. Bouman, van 1937 tot 1947 predikant te Hardenberg, die altijd veel begrip had voor de problemen van zijn gemeenteleden, stelde voor om de kerk naar de mensen in Radewijk te brengen en daar een kerkgebouw te stichten. Dat viel in goede aarde. In 1938 had hij de aanzet gegeven tot oprichting van een hervormde jongelingsvereniging in Radewijk; een goede manier om kerkelijk kader te vormen. Om de plannen voor een nieuwe kerk financieel te onderbouwen werd een bouwfonds ingesteld. Een perceeltje grond dat zeer geschikt was voor een kerkgebouw kon aangekocht worden van de weduwe H. Veldsink. Er was al begonnen met af en toe een namiddag-kerkdienst in de christelijke school te houden. Enige tijd daarna wist het kerkbestuur een houten barak op de kop te tikken dat dienst had gedaan op het voormalige kamp van de Nederlandsche Arbeids Dienst (N.A.D.) aan de Ommerweg in Heemse. In augustus 1949 was de afbraak in Heemse en het opnieuw herbouwen in Radewijk openbaar aanbesteed. Door de kerkvoogden werd het werk gegund aan de laagste inschrijver, de firma Lenters, voor f. 9.833,-

Nadat dit gebouw als tijdelijke oplossing geplaatst en ingericht was, werd het op 21 januari 1950 ingewijd en in gebruik genomen. Daarmee had Radewijk voor het eerst sinds haar bestaan een eigen kerkgebouw in het dorp.

Prentbriefkaart van de eerste hervormde kerk te Radewijk op grond van de familie Veldsink.

Het Salland’s Volksblad schreef:
Het was voor hervormd Radewijk zaterdag een blijde dag. Die dag had namelijk de officiële opening plaats van de nieuwe kerk. Door de heer Grooters werd als president-kerkvoogd een overzicht gegeven, terwijl de inwijdingspredicatie werd uitgesproken door ds. Barnard. Het is een keurig gebouw geworden. Het bevat ongeveer 150 zitplaatsen. Er zijn geen banken aangebracht, doch stoelen. Er is ook gezorgd voor veel licht en ook het interieur is in een lichte kleur gehouden, zodat alles een fleurige indruk maakt. Aan het gebouw is een gezellig ingerichte consistoriekamer verbonden. Een keukentje en garderobeplaats zijn niet vergeten. Ongetwijfeld zal dit gebouw medewerken aan de bloei van het geestelijk leven.

Het Noord-Oosten, 31 oktober 1969:
De nieuwe kerk van Radewijk wordt een modern bouwwerk dat wel in het landschap zal passen. Het doet buitengewoon prettig aan, dat die ruime dorpskern van Radewijk met haar molen, school en kerkzaal straks gesierd zal worden door een modern kerkgebouw naar het ontwerp van bouwmeester Van Egmont, die een soortgelijk gebouw ontwierp voor Enschede. Dat gebouw alleen gaat rond een 250.000 gulden kosten en dan moet men nog beginnen aan de bouw van een orgel. In dat verband hebben we de vraag opgeworpen of er geen mogelijkheid zou zijn om daarvoor de beschikking te krijgen over Clara Feyoena’s orgel, dat ongebruikt in Heemse ligt opgeslagen.

Na de oorlog kon men een gebruikte barak aankopen en al is dat eigenlijk nooit veel moois geweest, men heeft er toch heerlijk gebruik van kunnen maken. Daar werden de wekelijkse kerkdiensten in gehouden. Er werden zelfs gezamenlijke diensten in georganiseerd, al liep het dan wel eens tjokvol, maar men had er ook bijzonder goed geslaagde jeugdsamenkomsten in.

Neen, mooi is dat houten bouwsel daar nooit geweest in het vriendelijke Radewijk, maar het heeft wel zijn stimulerende invloeden doen gelden voor de culturele ontwikkeling van de plaats. Het heeft ook aangetoond dat er een grote behoefte bestond aan een eigen kerkgebouw, een bewijs dat onderschreven werd door de klinkende financiële medewerking van de vrij bescheiden bevolkingsgroep, die over het algemeen niet tot de rijken der aarde gerekend kan worden. Ze hebben nu het mooie kapitaal van 78.000 bijeengebracht en de actievoerders hebben ten stelligste verzekerd dat ze hun werk voort zullen zetten en dat men mag rekenen op een totaal van 100.000 gulden.

We hadden zo gehoopt dat de kerk tegen de kerstdagen klaar zou zijn, vertelde ons de heer Roetman toen hij als president-kerkvoogd in samenwerking met de heer Hopster, de secretaris van de kerkvoogdij van Hardenberg, een uiteenzetting gaf over de vordering van het werk. Er was echter een stagnatie gekomen in de levering van bepaalde spanten die men bij de lichtkap van de kerk nodig had en dan zit men ineens midden in de problematiek van de bouwers van deze tijd. Lage waterstand in de rivieren verhindert aanvoer van andere bouwmaterialen en steenfabrieken kunnen niet meer vlot genoeg aan de aanvragen voldoen enz. enz. De heren van de kerkvoogdij durfden dan ook niets meer zeggen over een mogelijke datum van opening, maar wel zit deze zaak hun hoog en zullen ze alles doen wat mogelijk is om een spoedige levering te verkrijgen. In dat opzicht hebben ze ook alle vertrouwen op de medewerking van aannemersbedrijf Gerrit Hamhuis.

Het zijn een 125 gezinnen die van de kerk van Radewijk gebruik maken. Daar zijn dan enkele gezinnen van over de grens bij inbegrepen. Het is bijzonder verheugend dat men zo goed gebruik mag maken van de geref. kerkzaal, maar het zal toch fijn zijn als men in eigen nieuw gebouw straks ook het werk kan uitbouwen.

De oude klok
Men is daar in Radewijk maar leuk aan de Kloosterhaarse klok gekomen. Die heeft men destijds van Kloosterhaar gekregen. De klok zal nu een plaatsje krijgen in het torenbouwsel van de moderne kerk, waarvan het hoogste punt 10 meter is. Het is een oude klok van 1783, afkomstig van een klokkenmaker uit Amsterdam.

De kerk is door haar dak- en zijverlichting bijzonder rijk verlicht. Ze is voorzien van een vloerverwarming en het is verheugend dat men bij dit nieuwe bouwplan mag profiteren van de wet premieregeling kerkbouw. Die premie zal een bepaald percentage van de bouwsom zijn. Er is heel wat nodig, want zonder het kerkorgel kost het bouwwerk totaal een bedrag van f. 250.000.