Aan de huidige Roelofsdijk, niet ver van waar de grote waterleiding onder de weg doorloopt, stond tot 1966 de nederige woning van Harm Voerman en zijn vrouw Zwaantje Odink. Het echtpaar had hun onderkomen toen al verlaten voor een riante nieuwbouwwoning in hun beider geboorteplaats Gramsbergen. Op 3 mei 1918 was ’t gezin Voerman naar Radewijk gekomen, naar het adres waar voorheen het gezin van Frits Kiewiet woonde. Het huisje met de daarbij horende veertig roe grond werd hun eigendom. In de avonduren spitte Harm er geleidelijk aan nog eens zestig roe bij, maar de grond bleef eigendom van de familie Waterink. Zo werd het mogelijk om een geit en een bok te houden en ook kon men hierdoor enige hullen (soort turf) steken. In hoofdzaak werd de kost verdiend door te werken bij boeren in Nederland en Duitsland. Ook werkte Harm een tijdje bij een steenfabriek. Zelfs in het verre Westfalen was Voerman eens werkzaam in de aldaar gelegen kolenmijnen. Zoals vele Radewijkers met hem, stroopte en smokkelde Harm ook wel eens. Dit leverde een aardig zakcentje op. Vanzelfsprekend was het niet geheel zonder risico. Harm en Zwaantje waren eens op weg naar de grens toen Harm, die voorop liep, werd staande gehouden door een commies. Harm had echter niets bij zich. Zwaantje, die op grotere afstand volgde met de smokkelwaar, hoorde dit en bracht de spulletjes snel in veiligheid. Vervolgens kwam ze haar man te hulp en gaf de ambtenaar in functie een flinke trap in diens edele delen… Hierna ging het echtpaar er snel vandoor, zonder gepakt te worden.

Harm hield van grappen maken en kon prachtig zingen. Hij kende veel oude liedjes, vaak met erg pikante teksten. Hij sprak meestal schertsend: Eigenlijk ben ik de Koning van Roke, want een ieder die bij mij binnenkomt, moet eerst een buiging maken, daarmee doelende op de zeer lage deur waardoor je het huis betrad. In 1959 vierden Harm en Zwaantje hun 50-jarig huwelijksfeest en dit werd in de schuur van buurman Eggengoor gehouden. Nadat het echtpaar uit Radewijk vertrokken was, werd de woning afgebroken en de grond in gebruik genomen door de familie Waterink (bijgenaamd: Zweers-Ap). Het is nu weiland en niets herinnert aan de Voermans en hun zwarte bouvier Hektor, die vele jaren lang het erfje bewaakte.

(Bron: Het Boek van Roke, 1999). 

 

Het kleine landarbeidershuisje van de familie Voerman. Let op de afwijkende vorm van de vensters en het kleine ’tochthokke’ voor de ingang…

 

 

Harm Voerman (1887-1968) en echtgenote Zwaantje Odink (1885-1980).

 

Kadastrale geschiedenis

Legger 7375/7: Sectie D-754. Heide en veen in ’t Radewijkerveld. Eigendom van bakker en winkelier Jan Kampherbeek en echtgenote Hendrikje Buiting. In 1919 verkoop. Over op:
Legger 8137/1: Eigendom van Harm Voerman en Zwaantje Odink. Zij zijn op 2 juli 1909 getrouwd te Gramsbergen. In 1922 stichting woonhuis. Over op:

 

 

Legger 8137/2: Sectie D-754. Huis en heide. In 1923 overdracht. Over op:
Legger 8771/1: Sectie D-754. Huis en heide. Eigendom van Gerrit Jan Odink te Baalder. In 1923 overdracht. Over op:
Legger 7378/4: Sectie D-754. Huis en heide. Eigendom van notaris Johannis Zwamborn te Heemse. In 1940 boedelscheiding. Over op:
Legger 11025/1: Sectie D-754. Eigendom van Magdalena Suzanna Johanna Varossieau, weduwe van notaris Zwamborn. In 1940 overdracht. Over op:
Legger 11037/1: Sectie D-754. Huis en heide. Eigendom van Harm Voerman te Radewijk, huisnr. I-74. In 1966 verkoop. Over op:
Legger 13205/14: Sectie D-754. Huis en heide. Eigendom van Hendrik Jan Waterink en echtgenote Berendina Johanna Zweers. In 1980 opgenomen in de ruilverkaveling.