Op een park met een reuzenrad, carrousel, zweefmolen en vele andere attracties staat sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw een heel bijzonder monument, de meule van Wildeboer. Zo stond de molen algemeen bekend in Slagharen en omstreken. De molen staat er al veel langer, maar in 1970 werd deze door Henk Bemboom, de eigenaar van het attractiepark Slagharen, aangekocht en sindsdien maakt hij daar deel van uit.

Slagharen heeft een vrij jonge geschiedenis. Het dorp is ontstaan in de vroege negentiende eeuw op een verhoging in het uitgestrekte veengebied. In 1840 bestond het uit ongeveer honderd woningen, waarbij geen onderscheid werd gemaakt tussen stenen huizen en plaggenhutten. Het is dan ook niet vreemd dat door ondernemer Johan Heinrich Kleine Staarman eind 1858 een verzoek werd ingediend bij de provincie om een windkoren- en pelmolen te mogen oprichten. Hij had daar een geschikt perceel grond voor aangekocht en de buren J. Hendrikson, M. Vos, E. Bruggewirth en W. Hulsbergen hadden geen bezwaar tegen de bouw. In januari 1859 kreeg Kleine Staarman vergunning om nabij de klapbrug over het kanaal aan de noordoostzijde van de grote weg door Slagharen en ten zuidoosten van de Lutterhoofdwijk de molen te bouwen. Nog datzelfde jaar werd de molen in gebruik genomen. Hij was de eerste in Slagharen. Waarschijnlijk is de molen van elders naar Slagharen overgeplaatst. Daarvoor zijn in ieder geval enkele aanwijzingen. Zo heeft het bovenwiel in de kap een overbrenging met conische tandwielen, een systeem dat in oostelijk Nederland vrij ongebruikelijk was. Verder zijn de stijlen van de molenromp zeer steil. Die vorm zie je veel meer bij molens in Midden-Nederland.

De opdrachtgever, Johan Heinrich Kleine Staarman, was een belangrijk man in Slagharen. Hij was boer, veenbaas en winkelier van beroep, maar had ook een eigen café. Hij was in het bezit van grote hoeveelheden grond in Slagharen en omgeving. Het is bekend dat hij niet zelf op de molen werkte, maar hem verpachtte. De achtkante stellingmolen vererfde op zijn jongste zoon Joseph (Joop), bijgenaamd de Mulder. Joop was molenaar op De Pionier van 1870 tot 1891. In september van dat jaar werd de molen voor 5800 gulden verkocht aan kastelein en winkelier Johannes Josephus Kleine Staarman. In die tijd waren de molenzeilen meestal eigendom van de molenaars, maar er waren ook zeilmakerijen die zeilen verhuurden. Zelfs zakken en bilhamers, om de molenstenen te billen, konden worden gehuurd. Uit de boekhouding van zeilmakerij Wouda in Meppel blijkt dat de molenaars van Slagharen hun zeilen lange tijd huurden. Daaruit blijkt niet of ze huurder dan wel eigenaar van de molen waren. Dat was voor de zeilmakerij niet interessant, zolang ze de huur maar betaalden. De eerste aantekeningen dateren uit 1892. De weduwe Kleine Staarman huurde toen zeilen voor een molen met een afmeting van 72 voet en betaalde daarvoor ruim 26 gulden per jaar.

De familie Kleine Staarman liet de Pionier bemalen tot ze hem eind 1901 verkochten aan Jacobus Hermannus Tasche, een molenaar uit het Zeeuwse Nieuwdorp. Tasche leende het geld voor de aankoop van de molen van zijn broer die manufacturier in Hengelo was. Veel geluk had de nieuwe eigenaar niet. Noodgedwongen moest hij zijn loopbaan als molenaar in Slagharen al na vier jaren beëindigen. Hij maalde wel graan voor de boeren, maar kreeg vaak zijn geld niet. Toen hij eens achter zijn geld aanging, was het enige waar hij mee thuis kwam een tot bloedens toe geslagen gezicht. Na enkele vergelijkbare voorvallen hield Tasche het voor gezien. Zelfs de rente over het geleende geld kon hij zijn broer niet uitbetalen en deze liet dan ook beslag leggen op de molen. Deze werd in november 1905 bij opbod verkocht door notaris Berendsen uit Avereest. Johannes Bernardus Kleine Staarman werd daarbij voor 4550 gulden de nieuwe eigenaar, maar het jaar daarna verkocht hij hem weer door aan Pieter Wildeboer en echtgenote Jantien Frantsen. Zij werden opgevolgd door zoon Jan Pieter die de molen tot 1958 in bedrijf hield. Naast de molen had de familie Wildeboer een kruidenierswinkel. Deze werd in 1928 opgeheven.

Molenaars Hubert en Ten Brink uit Coevorden bouwden in 1911 al een machinekamer bij de molen, waarin een petroleummotor werd gezet. Na 1948 maalde men alleen nog met gebruik van een door elektriciteit aangedreven molen. In 1970 was de afgetakelde molen zo zwaar vervallen dat hij dringend gerestaureerd moest worden. Blootgesteld aan weer en wind was het rieten dak voor het grootste gedeelte verdwenen en waren van buitenaf de magere ribben van de daklatten zichtbaar. De heer Wildeboer voelde er in het begin weinig voor om de molen te verkopen. Toch besloot hij uiteindelijk om hem over te dragen aan Henk Bemboom, de eigenaar van het toenmalige Shetland Ponypark.

Restauratiewerkzaamheden aan korenmolen De Pionier in Slagharen.

In de jaren daarna werd de molen gerestaureerd. Bij de officiële ingebruikstelling kreeg de molen de naam De Pionier. De naam was bedacht door Jan Wildeboer als eerbewijs aan de stichters van Slagharen en aan het adres van Bemboom, de oprichter van het attractiepark en de redder van de molen. De nieuwe oude attractie zou echter nooit een rol van betekenis spelen binnen het park. Van regelmatig draaien en onderhoud was zo goed als geen sprake. Na geruime tijd in minder goede staat te hebben verkeerd, werden in september 2006 de roeden en kap verwijderd, waarna ze – gerenoveerd – op 16 april 2007 werden herplaatst. De laatste restauratie, om de molen draaivaardig te maken, kostte meer dan 120.000 euro…

Kadastrale geschiedenis:
Legger 1581/14: Sectie A-1001. Veengrond. Eigendom van vervener Jan Hendrik Kleine Staarman te Slagharen. In 1859 stichting molen. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1861 (sectie A-2610).

Legger 1327/67: Sectie A-2610. Windkorenmolen en erf. Eigendom van kastelein en vervener Johan Herman Heinrich Kleine Staarman. In 1863 hermeting. Over op:
Legger 2279/42: Sectie M-343. Korenmolen en erf. Huisnr. R-15. Eigendom van Johan Herman Heinrich Kleine Staarman en echtgenote Anna Maria Göhken te Slagharen.

Johan Heinrich Kleine Staarman overleed op 26 december 1871 te Slagharen.

Op 24 juli 1875 registreerde notaris Troost te Heemse de akte van boedelscheiding tussen weduwe Anna Maria Kleine Staarman-Göhken en haar kinderen (aktenr. 380). Over op:
Legger 3486/3: Eigendom van landbouwer Jozeph Kleine Staarman en Hermina Kleine Staarman.

Op 22 augustus 1875 verleed notaris Troost een transportakte waarbij landbouwer Jozeph Kleine Staarman de onverdeelde helft in een korenmolen met landerijen en water, staande en liggende te Slagharen, sectie M-343, verkocht en transporteerde aan de ongehuwde, meerderjarige Hermina Kleine Staarman (aktenr. 398).

Een maand later, op 25 september, verleed dezelfde notaris andermaal een transportakte waarbij landbouwer Jozeph Kleine Staarman de andere onverdeelde helft in de korenmolen en erf met landerijen en water, staande en gelegen te Slagharen, verkocht en transporteerde aan de ongehuwde Hermina Kleine Staarman, waardoor zij volledig eigenaresse werd (aktenr. 411).

Legger 3485/12: Eigendom van Hermina Kleine Staarman te Slagharen.

Notaris J.G. Troost verleed op 20 maart 1877 de transportakte waarbij de ongehuwde Hermina Kleine Staarman de korenmolen (sectie M-343), met erf en veengrond, woeste grond en water, voor 5000 gulden terug verkocht aan landbouwer en molenaar Jozeph Kleine Staarman (aktenr. 713).

Legger 3685/6: Eigendom van landbouwer en molenaar Joseph Kleine Staarman te Slagharen. In 1878 expiratie vrijdom.

Op 2 mei 1885 verleed notaris Hilbrand van Barneveld te Gramsbergen een hypotheekakte op verzoek van molenaar Jozeph Kleine Staarman te Slagharen. Deze verklaarde 1000 gulden schuldig te zijn aan landbouwer Hendrik Jan Waterink te Anevelde. Als onderpand voor de lening stelde hij een aantal vaste goederen, waaronder sectie M-343, korenmolen en erf (aktenr. 2712).

Notaris Rambonnet te Gramsbergen verleed op 31 juli 1886 een hypotheekakte op verzoek van molenaar Jozeph Kleine Staarman. Deze verklaarde 400 gulden te hebben geleend en schuldig te zijn aan landbouwer Hendrik Jan Waterink te Anevelde. Hij stelde o.a. zijn molen als onderpand (aktenr. 34).

Legger 3685/11: In 1891 verkoop. Over op:

Dedemsvaartsche Courant, 8 augustus 1891.

Legger 5008/1: Sectie M-343. Korenmolen en erf. Huisnr. R-15. Eigendom van kastelein en winkelier Johannes Joseph Kleine Staarman te Slagharen. In 1891 verkoop. Over op:
Legger 3224/47: Eigendom van vervener Gerhard Heinrich Joseph Kleine Staarman. In 1892 vereniging van percelen. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1892 (Sectie M-2253).

Legger 5063/1: Nieuwe sectie M-2253. Molen en erf. Eigendom van kastelein en winkelier Johannes Joseph Kleine Staarman te Slagharen en vervener Gerhard Heinrich Joseph Kleine Staarman te Lutten. In 1892 verkoop. Over op:

Dedemsvaartsche Courant, 17 december 1892

Legger 3224/49: Eigendom van vervener Gerhard Heinrich Joseph Kleine Staarman te Lutten. In 1893 boedelscheiding. Over op:
Legger 2274/62: Eigendom van vervener en landbouwer Gerhard Heinrich Joseph Kleine Staarman en echtgenote Hermina de Munnik. In 1901 verkoop. Over op:
Legger 5905/1: Sectie M-2253. Molen, schuur en erf. Eigendom van molenaar Jacobus Hermannus Tasche. In 1905 stichting. Over op:
Legger 5905/2: Sectie M-2253. Molen, schuur en erf. In 1905 verkoop. Over op:
Legger 3493/82: Eigendom van vervener, landbouwer en kastelein Johannes Bernardus Kleine Staarman. In 1906 verkoop. Over op:
Legger 5341/6: Eigendom van Pieter Wildeboer. In 1907 verval vrijdom. Over op:
Legger 5341/8: In 1912 stichting. Over op:
Legger 5341/9: Sectie M-2253. Molen, machinekamer, schuur en erf op de Westerslagen. In 1928 stichting. Over op:
Legger 5341/17: Sectie M-2253. Huis, schuur, molen, machinekamer, schuur en erf. In 1930 stichting. Over op:
Legger 5341/19: In 1931 stichting. Over op:
Legger 5341/20: In 1940 stichting. Over op:
Legger 5341/22: In 1946 splitsing. Over op:
Legger 5341/25: Sectie M-2253. Huis, molen, machinekamer, schuren en erf. In 1947 boedelscheiding. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1947 (sectie M-3638).
Kadastrale veldwerkkaart, anno 1947 (sectie M-3638).

Legger 11549/1: Nieuwe sectie M-3638. Huis, molen, machinekamer, schuren en erf. Eigendom van molenaar Jan Pieter Wildeboer (geb. 06-01-1902) en echtgenote Grietje Mulder. In 1971 opgenomen in de ruilverkaveling.