(Gemeentearchief Hardenberg, toegang 001)

2.1 Stukken van algemene aard

1-5 Registers van resolutiën van de magistraat
1 1720 november 24-1782 juli 29
2 1782 augustus 5-1784 juni 22
3 1784 juli 12-1786 juli 29
4 1786 augustus 12-1791 december 30
5 1792 januari 4-1794 maart 18

6 Register van resolutiën, keuren, rechten enz

7 ‘Boek van Privielegiën, octroyen, handvesten en gerechtigheden mitsgaders van andere zaken en handelingen der stad Hardenbergh’

8 Ingekomen gedrukte publicaties

9 Ingekomen stukken

2.2 Stukken betreffende bijzondere onderwerpen

2.2.1 Privileges, rechten en geschillen

10 Akte waarbij bisschop Johan van Utrecht het stadsrecht van Nijenstede verlegt naar Hardenberg en de nieuwe stad dezelfde rechten verleent als Zwolle bezit [transcriptie]

11 Akte waarbij Johan van Greethuysen, proost te Zwartewater, en Arnoldus Johannis, pastoor te Hardenberg, monachus professus te Zwartewater, een officium stichten in de kerk te Hardenberg op St. Steffens-en St. Anthonisaltaar [transcriptie]

12 ‘Request deductoir voor burgermeesteren, schepenen en raaden der stad Hardenbergh aan de E.M.H. Ridderschap en Steden, de Staaten van Overijssel ter zaake van de jagt, overgegeven op het tweede reces van den ordinaris landdag, gehouden binnen Campen in de maand October 1781’. Gedrukt te Zwolle

13 ‘Nader adstructoir request voor burgermeesteren, schepenen en raaden der stad Hardenbergh, aan de E.M.H. Ridderschap en Steden, de Staaten van Overijssel, ter zaake van de jagt, overgegeven op het tweede reces van den ordinaris landdag gehouden binnen Zwolle in de maand October 1782’. Gedrukt te Zwolle

14 Copie van de remonstrantie, 17 october 1785 door het stadsbestuur ingediend bij Ridderschap en Steden, om de stad te herstellen in het gebruik van al haar rechten; met bijbehorende stukken

15 Verklaring door Bruyn Blanckvordt, richter te Hardenberg, afgelegd betreffende de rechtspraak in stad en kerspel Hardenberg [transcriptie]

16 Getuigenverklaring, ter instantie van burgermeesteren, schepenen en raaden van Hardenberg afgelegd ten overstaan van Bruyn Blanckvordt, richter te Hardenberg, betreffende de visserij [transcriptie]

17 Getuigenverklaringen, afgelegd voor Gordt Poeck, richter te Nyenhuis (Neuenhaus) en Goeszen ter Avest, richter te Emninchem (Emlichheim), betreffende het gebruik van de mars bij Hardenberg

18 Uitspraak van Ridderschap en Steden in zake het proces tussen de ingezetenen van Heemse en Collendoorn ter ene en de schepenen, burgers en ingezetenen van Hardenberg ter andere zijde over de mars, ongezegeld

19 Extract uit het judiciaal of gerichtsboek van het kerspel Hardenberg uit het jaar (15)41 betreffende het geschil tussen de inwoners van de stad Hardenberg en die van Heemse en Collendoorn over de mars van Hardenberg

20 Lijst van stukken door het stadsbestuur afgezonden aan dr. J. van Riemsdijk betreffende het recht van weiden op de mars

21 Getuigenverklaring ter instantie van burgermeesteren, schepenen en raaden van Hardenberg, afgelegd ten overstaan van Robert van Ittersum, richter te Hardenberg, betreffende de marken te Hardenberg en Brucht. Afschrift van de notaris Wolterus de Voerst

22 Getuigenverklaring door enige ingezetenen van Radewijk en Wijlen afgelegd voor Bruyn Blanckvordt, richter te Hardenberg, betreffende de Hardenberger marke

23 Getuigenis van enige personen ten verzoeke van de stad Hardenberg betreffende de marken van Hardenberg en Baalder en Brucht

24 Extracten houdende getuigenissen afgelegd in juni 1598 voor de rechter en voor de burgemeesters van Hardenberg betreffende het schutten van Hardenberger koeien en paarden te Baalder. Waarschijnlijk gelijktijdig

25 Uitspraak van de drost van Salland in zake het proces tussen enige gewaarden in de Hardenberger en Baaldermarke ter ene en burgemeesters van Hardenberg en verdere erfgenamen en gewaarden ter andere zijde over de verkoping van een toeslag met een driftwaar. Gelijktijdig afschrift

26 Brief van Steeven Blanckvordt aan de burgemeesters der stad betreffende het feit, dat zij hem hebben aangeklaagd voor de landdrost van Salland over een kwestie inzake de marke van Heemse en Collendoorn

27 Stukken betreffende geschillen tussen de stad en burgerij van Hardenberg ter ene en de familie Blanckvordt ter andere zijde over het recht van schutting en visserij te Boesemeer en in het Lhee-en Meerwater

28 Rekest van de burgemeesters van Hardenberg aan de Gedeputeerde Staten inzake het geschil tussen de stad Hardenberg en de erfgenamen van Heemse en Collendoorn over de Ulenbelt of Molenberg; met appointement

29 Stukken betreffende het schutten van vee van meiers te Balderhaar in het graafschap Bentheim door ingezetenen van Hardenberg

30 Minnelijke schikking door de burgemeesters der stad getroffen inzake het geschil tussen J. Kampferbeek als veldschutter en C. Veenebrugge over het schutten van schapen in ’t Broek

31 Extract uit het protocol van het hooggericht Almelo betreffende het geschil tussen de burgemeesters van Hardenberg en enige meiers te Balderhaar over een limietscheiding

32 Stukken betreffende het geschil tussen de burgemeesters van Hardenberg en Berend Jansen wonende in het graafschap Bentheim betreffende de betaling van hoorn- en paardengeld en andere schattingen voor volgens de stad aan hem verhuurde weiden

33 Rekest van de goedsheren van de boerschap Baalder aan de landdrost van Salland betreffende een ‘geschil met de burgemeesters van Hardenberg ter zake van een gewelddadige spolie’. Afschrift

34 Akte waarbij het bestuur van Hardenberg Gerrit Sierink, Berend van Borne en Wessel Alberts committeert om op te treden in de zaak van de burgemeesters tegen Harmen Goorhuis c.s. over het weigeren om getuigenis te geven in de procedure tegen de erfgenamen van Baalder

35 Getuigenverklaring ter instantie van burgermeesteren, schepenen en raaden van Hardenberg afgelegd ten overstaan van Bernhardt van Heerdt als gecommitteerde van de landdrost over enige ingezetenen van Brucht. Afschrift

36 Getuigenverklaring van kosten in de zaak tussen de burgemeesters van Hardenberg en de erfgenamen van Brucht ter ene en de buren van Itterbeek en de richter van Ulsen ter andere zijde over het graven van turf en andere kwesties

37 Akte waarbij de magistraat aan de schout van Hardenberg vergunning verleent om turf te graven in het twistveen. Minuut

38 Akte van overeenkomst voor Bruyn Blanckvordt richter ter Hardenberg tussen zegslieden van de stad Hardenberg en Hermen Janss van Bergenthem en Lutgert e.l. over een op een volgens de Hardenbergers onbehoorlijke plaats gebouwde woning

2.2.2 Stedelijke bestuursinrichting

39 Akte van goedkeuring door de Gedeputeerde Staten van de verkiezing van burgemeesters en gemeenslieden

40 Rekest van de burgemeesters aan de verwalter-drost van Salland betreffende de aflezing van de keur van nieuwe burgemeesters door de keurnoten. Met appointement

41 Extract uit het resolutieboek van Ridderschap en Steden d.d. 5 april 1740 houdende voorziening in het burgemeesterschap van Hardenberg. In duplo

2.2.3 Onroerende goederen

42-46 Stukken betreffende het erve Coldehof te Baalder
42 Akte waarbij Robert van der Beeck, rentmeester-generaal van Salland, in tegenwoordigheid van Egbert Hermens en Herman Vedelinck, vrijlieden van de hof van Ommen, Willem Jansz. Smidt op verzoek van burgemeesters van Hardenberg als hulder beleent met het erf Coldehof
43 Akte van transport t.o.v. Evert van Wytman, rentmeester in Salland en vrijlieden van de hof te Ommen, door Goestwe, weduwe van Albert Smedes aan Jacob Lubberts, van het half vrije erf die Coldehoff
44 Akte van transport t.o.v. Henrick van Essen, ridder, en Evert van Wytman, rentmeesters in Salland, en vrijlieden van de hof te Ommen, door Aelt Jacobs en Trude e.l. aan Ernst Lefferts van Bergentheim, van het zesde deel van die Coldehoff
45 Akte van transport t.o.v. Henrick van Essen, ridder, en Evert van Wytman, rentmeesters in Salland, en vrijlieden van de hof te Ommen, door Ghese Jacop Lubberts dochter met Lubbert Egberts haar man aan Henrick Hemeking van het twaalfde deel van die Coldehoff, 1460; gevolgd door akte van transport t.o.v. dezelfden door Hemeking aan Arent den Yegher van dit twaalfde deel
46 Akte waarbij Arnt Jagher verklaart dit twaalfde deel over te dragen aan Ernst Lefferts van Berghenthem

47a-47e Stukken betreffende het erve Vierlink te Baalder in het kerspel Hardenberg
47a Akte van belening door Johan Rutger van den Camp tho den Clooster, leenheer, van Engbert Hendricksesn, hulder, burgemeester uit naam van Hardenberg, met het leenhorige erf en goed Veerlinck in de buurschap Badelaer, t.o.v. de mannen van leen jonker Ditmar Grevinck en burgemeester Bernerdus Omas; te Coevorden
47b Akte van belening door Antoni Camerlingh wegens Elbert Anton Geerhard baron van Hekeren, heer tot Batingen etc., stadhouder der horige lenen onder de huizen Batingen en ten Clooster, van Frerik d’Olde, burgemeester uit naam van Hardenberg met het erfgoed Vierlink in de buurschap Badeler, t.o.v. mannen van leen de ette Jan Huijsingh van Waghtum en Willem ter Theije; te Hoogeveen
47c Akte van belening door Adolf Jacob Hendrick baron van Heeckeren, heer tot Netelhorst als leenheer over de huizen Batingen en ten Clooster, van Berent Gerhard Cramer, secretaris van Hardenberg, met het erf en goed Vierlink in de buurschap Badelaar, t.o.v. de mannen van leen dr.J.L. Solner en burgemeester Wilhelm de Wolf; te Ommen
47d Akte van belening door Evert Christiaan Carel Willem baron van Heeckeren, heer van Nettelhorst en Batingen etc., van Warner Cremer, volmacht van Ber. Gerh. Cramer, secretaris van Hardenberg, met het erve Vierlink gelegen te Badeler, t.o.v. de mannen van leen J.Prins, scholtus van Dwingelo en G. Solner
47e Akte van belening door Evert Christiaan Carel Willem baron van Heeckeren, heer van Nettelhorst en Batingen etc., van Berent Campherbeecq als volmacht van Frederik Bussemaker, burgemeester van Hardenberg, met het erve en goed Vierlink in de buurschap Badeler, t.o.v. mr. J.L. Solner junior en Matthias Greve

48 Akte van transport t.o.v. schout en keurnoten van Hardenberg door de erfgenamen van Rabo Harmen Scheele tot de Veenbrugge en Welborch, drost van IJsselmuiden, aan burgemeesters en gemeente van Hardenberg van de windmolen te Heemse met al zijn toebehoren, waaronder de visserij, waarvan de verkoop al in 1664 had plaatsgevonden. Met retroacta

2.2.4 Financiële administratie

49 ‘Reekenboek vor ’t stedeken Hardenbergh’, register van inkomsten en uitgaven

50 Rekeningen van inkomsten en uitgaven door de burgemeester A. Sierink. Met bijlagen

51 Rekeningen van inkomsten en uitgaven der stad

52 ‘Schultboeck van ’s lants resterende schattinge van het stedeken Hardenbergh’. Register van personen die herenschatting en andere belastingen schuldig zijn , met aantekeningen betreffende de afbetaling

53 ‘Pachtboek van de stad, daer de pagt van Baelder in staet en ander paghten en (onleesbaar)’, register van pachtakten met aantekeningen betreffende de betaling

54 Kwitanties voor pacht- en belastinggelden

55 Kwitantie van f 225.-afgegeven door Pieter van der Horst, molensteenkoper te Amsterdam, aan de burgemeesters

56 Kwitanties betreffende de marke van Hardenberg en Baalder

2.2.5 Roerende goederen

57 Rentebrief groot 4 mud rogge ’s jaars gaande uit de stadsmolen voor Gijsele Geertsdochter of Helkings ten laste van de stad; met transfix houdende omzetting van deze losrente in een geldrente ten behoeve van Andreas Roloffs; beide gecancelleerd

58 Akte, waarbij burgemeesters, schepenen en raad van Deventer verklaren, dat de stad Hardenberg hen afgelost heeft een jaarrente van vijf goudgulden, welke eertijds aan de stad Deventer was toegewezen ten behoeve van de St. Lebuinuskerk

59 Akte van schuldbekentenis groot 885 Jochemdalers, voor Hendrik van Velthuysen en laste van de stad wegens het in 1567 aangekocht dubbel gewaard erf ten Grotenhuis in de buurtschap Baalder

60 Akte van schuldbekentenis, groot 100 g.g., tegen 5% ’s jaars voor Derk Mersing en Lubbe e.l. ten laste van de stad

61 Akte van schuldbekentenis, groot 100 daalders, voor Herman Egberts en Aleid e.l. ten laste van de stad

62 Akte van schuldbekentenis groot 1000 keizersgulden à 4%, voor burgemeester Harmen van Borne ten laste van de stad, welke som is gebruikt voor de afbetaling van de molen staande op de Uilenbelt bij Hardenberg. In dorso aantekeningen betreffende betaling van rente en afbetaling tot 1680

63 Extract uit het protocol der stad Hardenberg dd. 1705 juli 8, houdende overdracht van een obligatie, groot 60 car. Gl. ten laste van de stad, door Ber. Kramer, secretaris der stad, aan Ger. Meetsma, met verklaring van aflossing

64 Akte van schuldbekentenis groot 100 goudgulden tegen 5 1/2% ’s jaars voor Johan Stubmans en Geesken e.l. ten laste van Wilhelm Holterman en Griethe e.l.; aangekocht door de burgemeesters in 1619. Met aantekening van 1583

65 Rentebrief, groot zeven car. gl. ’s jaars, gaande uit een half huis met toebehoren te Baalder voor de stad ten laste van Berent Hendriks en Gezien Alberts e.l

66 Rentebrief groot vijf car. gl. ’s jaars gaande uit een half huis met tuin te Baalder voor Arent Gerrits en Geertien Derks e.l. ten late van Berent Hendriks en Gesien Alberts e.l.; in 1713 overgegaan aan de stad. Gecancelleerd

2.2.6 Diversen

67 Aantekening van een liquidatie tussen de burgemeesters van Hardenberg en Tonnis Tonissen, pander van Salland, betreffende de kosten over de jaren 1646-49 voor het herstel van de Vechtbrug en de dijk van Hardenberg tot Heemse

68 Proces-verbaal van het afhoren van de tolrekening 1718-1720 van Abraham Jansen door de burgemeesters van Hardenberg. Met de rekening 1717/18 als bijlage

69 Akte, waarbij H.W. van Welberge en H. Hesselink aan de burgemeesters van Hardenberg voor de toestemming tot het houden van een loterij een deel der opbrengst garanderen

70 Rekest van de burgemeesters aan de Gedeputeerde Staten betreffende het aanstellen van een ontvanger van ’s lands middelen. Afschrift. Met appointement

71 Staat van gelden welke de stad toekomen

72 Legger der vaste goederen, staande en gelegen in de stad en jurisdictie van Hardenberg, opgemaakt volgens publicatie van het Departementaal bestuur d.d. 16 december 1806 voor de heffing van het middel op het klein zegel, door de stadssecretaris A. van Riemsdijk

73 Register van aanneming van nachtwakers, schepers, varkenshoeders en boden, verder van verpachting van stadslanderijen en aflossing van renten

74 Brief van burgemeesters, schepenen en raad der stad Deventer aan die van Hardenberg houdende uitnodiging afgevaardigden te zenden naar Zwolle tegen 27 februari om het verslag der Gedeputeerden der drie steden betreffende de Hanzedag te Wezel aan te horen

75 Brief van Lambertus van den Dale, burggraaf te Coevorden, aan de burgemeesters van Hardenberg en schout en onderdanen te Gramsbergen betreffende het vervoeren van hout voor ’s konings huis

76-76 Collecteboek en stukken betreffende de steunverlening voor slachtoffers van de brand

76a 1708

76b 1708, 1710

77 Rekest van burgemeesters en gemeenslieden van Hardenberg aan de verwalter landdrost van Salland tot het niet toelaten van den jood Israel Emanuels. Met appointment

78 Extract uit een classicale acte van 1748 betreffende het schoolwezen te Hardenberg

79 Extract uit het register van resoluties van Gedeputeerde Staten betreffende het aanschaffen van maten

80 Extract uit de resoluties van de heren gecommitteerde tot de ‘zaeken van het verbrande steedjen Gramsbergen’, betreffende het inzenden der gecollecteerde gelden
a Rekest van de wed. Baerselman aan Ridderschap en Steden over het onrechtmatig verleggen van het posthuis door de burgemeester van Hardenberg. Met beschikking en bijlagen

81 Attestatie afgegeven door Gottlob Heinrich Schumberg, gerichtsdirector te Neschwitz, ten behoeve van de tuinman Michael Christian Paulus

82 Rekest van Frederik de Ruiter aan de burgemeesters tot verlening van burgerrecht

83 Akte van transport t.o.v. J.G. Pruim, schout van Hardenberg en Fredrik Zweers en Albert Everts, keurnoten, door L. Hoenderken en H.E. van Riemsdijk e.l., H.H. ter Poorten en L. Voomberg e.l. en H.H. ter Poorten als volmacht van H. Groskamp, aan Antonij Santman van 6 spind tiendbaar land genaamd Bollenstukjen uit het erve Jentingen te Brucht. Met afschrift van een verklaring van A.T. Santman van transport van stukjes land uit de erven Hannink en Jentink, aan elkaar gelegen en genaamd Bolmansstuk, aan Gerrit Raben te Brucht

84 Stuk inzake het aanleggen van stemregisters en deze tot inschrijving open te leggen

85 Verhandelingen, uitgegeven door de Hollandsche Maatschappije der Wetenschappen te Haarlem

86 Manuscript ‘Autentyke stukken over de jagt van de Stad Hardenberg, bijeenvergaderd door secr. Jacobus van Riemsdijk’

87 Verzameling van stukken rakende de regeerings-verandering en verkiezing in de Stad Hardenbergh, gedaan in het eerste jaar der Bataafsche Vrijheid 1795

3. Regestenlijst van de akten tot 1600 binnen het archief van het stadsgericht Hardenberg en binnen de archiefcollectie Jongsma (nrs. 16, 22, 25, 29-31)

1 Johan, bisschop van Utrecht verlegt het stadsrecht van Niensteden naar Herdenberch, dat hetzelfde recht krijgt als Zwolle | 18-09-1362 | Oorspr. in inv.nr. 10. Het zegel verdwenen.
Afschriften, 16e en laat 18e eeuws, in inv. nrs. 6, 7, 10, 12 en 1 collectie Jongsma.
Druk: Request deductoir Hardenberg (Zwolle, 1782), inv. nr. 12, p.15. Bijdragen tot de geschiedenis van Overijssel, IV, p.226.
Reg.: G.J. ter Kuile, Regesten van oorkonden van Overijssel 1351-1450, no. 236

2 Evert van Wytman, rentmr. van Salland oorkondt dat Goestwe, weduwe Albert Smedes t.o.v. vrijlieden van het hof van Ommen Willem Hesselssoen en Henric Gherberdynck, transporteert aan Jacob Lubbertssoen het half vrije erve en goed die Coldehoff in de buurschap Bodelar | 09-04-1454 | Oorspr. in inv.nr. 43. Het zegel van de rentmr. verdwenen.

3 Heer Henric van Essen, ridder en Evert van Wytman, rentmrs. van Salland oorkonden dat Aelt Jacobssoen en Trude e.l. t.o.v. de vrijlieden van het hof van Ommen Johan Leffertssoen van Berghenthem en Deric van Ane, transporteren aan Ernst Leffertssoen van Berghenthem het zesdedeel van het halve vrije erf en goed die Coldenhoff in de buurschap Bodeler.

4 Henrick van Essen, ridder en Evert van Wytmen, rentmrs. in Salland oorkonden dat Ghese Jacop Lubbertzoens dochter, geassisteerd door Lubbert Egbertsoon haar man, t.o.v. de vrijlieden van het hof van Ommen Arent Drüghehoern en Willem Hesselszoen, transporteert aan Henrick Hemeking het twaalfde deel van het erf en goed die Coldehoff in de buurschap Bodeler, waarin Ghese geërfd was na de dood van haar vader.

5 Henrick van Essen, ridder en Evert van Wytmen, rentmrs. van Salland oorkonden dat Henrick Hemeking t.o.v. de vrijlieden van het hof van Ommen Albert Haeberting en Johan ten Sande, transporteert aan Arent den Yegher het twaalfde deel van het erf en goed die Coldehoff in de buurschap Bodeler.

6 Arnt Jagher transporteert aan Ernst Leffertssoen van Berghenthem het twaalfde deel van het erf en goed die Coldehoefff in de buurschap Bodeler, dat hij van Henric Hemekyng gekocht heeft.

7 Robert van Ittersum richter, oorkondt dat Roloff van Steygeren, Roloff Claessen, Hermen Aemsing, Reyner Wolterssen, Johan Evert Vrylingessonne en Geert Hermenssen ter instantie van burgemeesters, schepenen en raad van Hardenberg t.o.v. Bruen Reynerssen en Wyllem Menssen, keurnoten, verklaren dat de Hardenberger en Bruchter marken altijd samen beheerd en gebruikt zijn door de burgers en buren.

8 Heer Johan van Greethuysen, proost te Zwartewater en Arnoldus Johannis, pastoor te Hardenberge, monachus professus te Zwartewater, verklaren dat zij in de kerk te Hardenberge op suncte Steffens en suncte Anthonysaltaar een officium stichten waarvan de proost van Zwartewater, de pastoor, schepenen en raad en kerkmeesters van Hardenberg collatoren zullen zijn.

9 Schepenen en raad van Hardenberge transporteren aan Gysele Geertsdochter of Helkings een jaarrente groot vier mud pachtrogge, gaande uit de stadsmolen, af te lossen met 50 Rijnsgulden.

10 Bruyn Blanckvord, richter te Hardenborch, verklaart dat hij in de tijd dat hij richter is geen personen van buiten de vrijheid van de stad berecht heeft.

11 Bruyn Blanckvort, schout te Hardenberg, oorkondt dat Wolter ten Bussche, Johan Loze en Johannes van Almeloe, zegslieden voor de stad hardenberg en Johan van den Kampe, Johann Bake en Thymen Henrickssen van Dalffzen namens Hermen Janssen van Bergenthem en Lutgert e.l., een schikking treffend over het zonder toestemming door Hermen buiten de stad over de beek gebouwde huis.

12 Gordt Poeck (ook Pock), rentmr. en richter te Nyenhuis oorkondt dat Johan Jungerynck, Lambert van Ittersum, Johan Schouwe alias Buckes, Johan Dericksen Wyltschutt en Johan Gerliges alias de Rydder t.o.v. Lambert van Lynge en Gerardus Randen, keurnoten, ter instantie van burgemeesters van Hardenberg en hun voorspraak Johannes van Almelo een verklaring afleggen betreffende het gebruik van de mars bij Hardenberg door inwoners van de stad.

13 Goeszen ter Avest, richter te Emninchem (?), oorkondt dat Henrick Dobberler en Claess Gossensszonne t.o.v. Volcker Schroer en Lambert Smyt, keurnoten, ter instantie van schepenen van Hardenborch verklaren dat in ’t verleden ook de herders van Hardenborch, Hiemse en Calendorn de mars bij de stad tussen de Vecht en het Veerwater gebruikten en dat de vissers plachten te vissen in de Toge bij de Veerbrugge.

14 Bruyn Blanckvordt, richter oorkondt dat Burgemeesters, schepenen en raad van Hardenberg en Arendt Blanckvordt en Berndt Alertssen als mede erfgenamen van Hiemse en Calendorn t.o.v. Engelbert Henrickssen en Henrick Oding, keurnoten, een verklaring afleggen betreffende de visserij door Hardenbergers in de Vecht, het meer van ter Ulene en de Thoege.

15 Bruyn Blankvordt, richter, oorkondt dat Hermen Berntssen, Geerdt Henrickssen, Henrick Berntssen en Johan Henrickssen t.o.v. Geerdt Woestcamp en Hermen van Ane, keurnoten, ter instantie van markerichter, schepenen en erfgenamen van Hardenbercher en Baler marcke, verklaren welke beesten er op die marken geschut werden.

16 Bruyn Blanckvordt, richter, oorkondt dat Derck van Wylsems en Johanna e.l. t.o.v. Lubbert Blanckvordt en Gerryt Henrickssen, keurnoten, transporteren aan Johan van Uuterwyck het recht van narecoop (nakoop) van het hooiland of de maat genaamd Wylsemes maet, mits zij die zolang hij onverkocht is in huur mogen houden.

17 Bruyn Blanckvordt, richter, oorkondt dat Rolof Aimsing, Geerdt Jenting, Henrick ten Nyenhuyss, Geerdt Hanning, Johan ter Bocket, Geerdt Oelreking en Lambert en Johan Watering, ingezetenen en geërden van Brucht t.o.v. Geerdt de Wyse en Geerdt Costerszonne, keurnoten, een verklaring afleggen betreffende het verloop van een grens.

18 Johan Rotgerstsszone, Wyllem Egbertssen, Geerdt Lambertssen en Engelbert Henrickssen als burgemeester, schepenen en raad van Hardenberg transporteren aan Andreas Roloffzonne en Roloff e.l. een jaarlijkse geldrente van 2 1/2 goudgulden in plaats van de vier mud rogge’s jaars die Gysele Geerts dochter anders Helkinges ontving, overigens op dezelfde voorwaarden.

19 Burgemeesters, schepenen en raad van Deventer geven die van Hardenberg kwijting voor een jaarrente van vijf goudgulden die aan Deventer was bewezen ten behoeve van de St. Lebuinuskerk aldaar en die nu afgelost is met honderd goudgulden.

20 Bruyn Blanckvordt, richter te Hardenborch en Lubbert Blanckvordt en Lubbert Smyth, keurnoten maken het vonnis bekend van Joanchim Asskens in de zaak tussen Reyner van Aesswijn, heer toe Brankel, eiser en Geerd de Wijse to Lozen met Johan zijn zoon, beklaagden, betreffende de eigendom van een stuk land in Gramsberger Wueste of Lozer Mercke en daaruit voorvloeiende kwesties zoals kappen van bomen en jagen op veldhoenders en hazen.

21 Robert van der Beeck, rentmr.-generaal van Salland beleent ten verzoeke van burgemeesters van Hardenberch Willem Jansz in plaats van de overleden Hermen Jansz met het erve Coldehoff te Badeler, t.o.v. de vrijlieden van het hof van Ommen Egbert Hermensz en Herman Vedelinck.

22 Lubbert Blanckefoert als volmacht van leenheer Harman van den Campe beleent in tegenwoordigheid van de mannen van leen Engelbertus van Ensse, drost te Coverden en Jan die Baecke, juffer Lutghert van den Gruithuys met de grove en smalle tienden over de erven en goederen Koeldoenhoff en Groetenhuys in de buurschap Hemse, zoals haar broer Gaerdt van den Gruithuys deze in leen bezeten heeft en waarvoor Wyllem van Iselstein, drost te Genemuyden, leenhlude doet.

23 Stadhouder, Ridderschap en Steden doen uitspraak in het geschil tussen de ingezetenen van Heemse en Calendoren en de burgers en ingezetenen van Hardenberch betreffende eigendom en gebruik van de marsch.

24 Burgemeesters, schepenen en raad van Hardenborch verklaren schuldig te zijn aan Henrick van Velthuysen 885 Jochemdalers wegens de aankoop van het dubbel gewaard erve en goed ten Grotenhuyss in de buurschap Baeler op 17 juli 1567.

25 Burgemeesters, schepenen en raad van Hardenberg transporteren aan Johann Stubbeman een jaarrente van 3 goudgulden over de stadsinkomsten.

26 Burgemeesters schepenen en raad van Hardenborch oorkonden dat Wylhelm Hoterman en Griethe e.l. verklaren schuldig te zijn aan Johan Stubmans en Geesken e.l. 100 goudgulden tegen 51/2 % ’s jaars met hun huis in de stad als onderpand.

27 Burgemeesters, schepenen en raad van Hardenborch verklaren schuldig te zijn aan Dirck Mersing en Lubbe e.l. 100 goudgulden tegen 5% ’s jaars onder verband van de stadseigendommen.

28 Burgemeesters, schepenen en raad van Hardenborch verklaren schuldig te zijn aan Hermen Egbertssen enAleydt e.l. 100 daler tegen vier mud rogge’s jaars, onder verband van de stadseigendommen.

29 (Burgemeesters) en gemeensluiden van Othemerssen verlenen de schoenmakers aldaar het recht om buiten de marktdag als enigen schoenen te verkopen en te repareren binnen de stad.

30 Burgermeesters, schepenen en raad van Hardenborch transporteren aan Albert van Ittersum vann Nyenhuis, zijn vrouw en hun erfgenamen een jaarrente van 4 goudgulden en 1 oort over de stadsinkomsten, die Johann Stubbemann vroeger heeft bezeten, maar die wegens wanbetaling verhoogd is.

31 Albert van Ittersum drost van Ampt-Lingen transporteert aan Lubbert Ulgher en Judith e.l. een jaarrente van 4 goudgulden over de inkomsten van de stad Hardenberg.

32 Burgemeesters, schepenen en raad van Hardenbergh transporteren aan Gerhardt van Warmelo, drost van Salland en Judith Rengers then Oldenhuis e.l. de windmolen met grond en de drift van de marke en visserij van de beek.

33 Arendt Krull, richter, oorkondt dat Henrick ter Hoffstede, Berendt Egberting te Anwelde en Derck Thias t.o.v. Hermen leffers en Joannes Andree Custodis, keurnoten, ter instantie van Henrick Tswerdes als volmacht van de burgers en ingezetenen van Hardenberg, verklaren dat zij niet weten dat Hardenberger koeien en paarden ooit op Baerle geschut zijn.

34 De schultes (Arendt Krull) oorkondt dat Heyne ten Paeren ter instantie van Henrick Tswerdes verklaart, dat hij niet weet dat Hardenberger koeien en paarden ooit op Baerle geschut zijn.

35 Burgemeesters van Hardenberg oorkonden dat Heyne ten Pateren ter instantie van Henrick Tswerdes verklaart dat hij niet weet dat Hardenberger koeien en paarden ooit op Baerle geschut zijn.

36 Arendt Krull, richter, oorkondt dat Johan Bartelinck te Ane en Berent Egberting te Anwelde t.o.v. Albert ter Hoffstede en Joannes Andree Custodis, keurnoten, ter instantie van de burgemeesters van Hardenberg, verklaren dat zij niet weten dat Hardenberger koeien en paarden ooit op Baerle geschut zijn.

37 Arendt Krull, richter te Hardenberg, wijst in tegenwoordigheid van de keurnoten Johan van Gronningen en Joannes Custodis vonnis in het geschil tussen Henrick Tswerdes als volmacht van de burgers en ingezetenen van Hardenberg enerzijds en de markerichter en erfgenamen van de marke Baerlo anderzijds betreffende het recht van het weiden van koeien op de marke.

meer info in archieven.nl gemeentearchief Hardenberg