Op 21 maart 1936 verscheen onderstaand zorgwekkend bericht in de Dedemsvaartsche Courant. Het was een ingezonden stuk van huisarts Julius Karel Isaac de Clercq Zubli uit Dedemsvaart. Het was een felle en hartgrondige aanklacht tegen de ‘heilpraktiker’ en ‘wonderdokter’ Karl Fick die werkzaam was in het grensgebied van Hardenberg:
“21 maart 1936. Herr Fick! Terwijl ik dit schrijf, is een patiënte van mij stervende. Een zorgzame moeder zal over enige oogenblikken aan haar gezin worden ontnomen. Het is zoo droevig! Maar het is niet anders. Herr Fick! Van dit heengaan draagt gij de schuld! Want wat toch is het geval? Deze vrouw was reeds lang lijdende aan een zeer ernstige ziekte. Een ziekte, die met tusschenpoozen van vele maanden terug pleegt te komen met een levensbedreigende crisis. Vroeger kwam men zoo’n crisis bijna nooit te boven en slechts weinigen beleefden toen een derde aanval. Eerst enkele jaren terug is het heilzame geneesmiddel gevonden, dat, wetenschappelijk toegepast, met onfeilbare zekerheid een crisis voorkomt of haar volkomen geneest.
Mijn patiënte had reeds zoo’n crisis doorgemaakt en het goede succes dankte zij mede aan het genoemde geneesmiddel. Maar de behandeling met herhaalde inspuitingen was haar zeer pijnlijk geweest. Angst voor die pijn (waarvoor zij, in tegenstelling tot de meeste anderen, blijkbaar zeer gevoelig was) deed haar de geregelde verdere toediening van het geneesmiddel weigeren. Langzaam maar zeker ging toen haar toestand achteruit en tenslotte werd een snelle en juiste hulp dringend noodig. Die hulp kón haar gegeven worden, Herr Fick! Het geneesmiddel bestaat! Zij behoefde toen nog niet te sterven! En toch… Angst voor pijn dreef haar naar u! ‘Men’ had haar dat geraden. ‘Men’ stelde vertrouwen in uw kunde. ‘Men’ stelde tenminste vertrouwen in uw gevoel voor verantwoordelijkheid. En wat deed gij, Herr Fick? Wat deed gij, toen daar die doodsbleke vrouw tot u kwam om hulp? Gij gaaft voor haar kwaal, waarvoor een absoluut zeker werkend geneesmiddel door de wetenschap reeds is gevonden, eenige van Uwe genummerde fleschjes. Gij, die zoogenaamd alle ziekten uit ‘s menschen oog weet te lezen! Hebt ge dan toen in die bloedlooze moede oogen nòg niet den dood gezien! Iedereen toch die haar kende en haar zag, maakte zich zorgen over haar. En gij? die zegt, dat ge de ziekte kunt aflezen van het menschelijk oog, gij gaaft haar droppels om in te nemen, in plaats van haar terug te sturen naar den medicus, die haar ziekte kende en het geneesmiddel reeds eenmaal met goed gevolg bij haar mocht aanwenden.
Herr Fick! Door uw gebrek aan kennis over haar ziekte, door uw onwetendheid over het bestaan van het volkomen zekere geneesmiddel voor haar kwaal, maar bovenal door uw gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel tegenover deze vrouw, zijt gij schuldig aan het feit, dat zij pas één maand later in een hopeloozen toestand tot mij kwam. Er is nog hard gewerkt, Herr Fick, om de funeste gevolgen van uw gepruts tegen te gaan. Maar helaas! Het blijkt te laat. Nu kan hier niets meer baten. Het is wel droevig, maar het is niet anders. Mijn patiënte was bang voor pijn en daarom ging zij van mij weg en zocht u. En gij, Herr Fick, gaaft haar droppels en onderwijl liet gij den dood zijn gang gaan. Dit alles was niet noodig geweest. O! ik weet wel! daar zullen nog velen tot u komen met echte en vermeende kwalen. En velen onder hen zullen bij het gebruik van uw droppels kostbaren tijd verloren laten gaan voor de juiste behandeling van een beginnende tuberculose, kankerlijden of bloedziekte en andere kwalen meer. Ik vlei mij niet met de hoop dat gij zult ophouden, met voor iedere kwaal een genummerd fleschje te geven. Nietwaar? Evenals ieder ander hebt gij geld nodig om te leven! Dat is ‘des Pudels Kern!’ Maar het doel van mijn schrijven is, in het openbaar uiting te geven aan mijn groote ergernis, dat gij met bedrieglijke voorspiegelingen deze vrouw aan de voor haar eenige goede behandeling hebt onttrokken en daardoor haar dood met vele jaren hebt verhaast. Een gezin is te vroeg, veel te vroeg zonder moeder gekomen. Ik wacht uw volgende slachtoffer met angstige nieuwsgierigheid. Beste wenschen voor den vrede in uw hart. Zubli”.
Op onze website kunt u het hele verhaal over deze ‘wonderdokter’ terug lezen, incl. zijn veroordeling:
De Duitse ‘Heilpraktiker’ Carl Fick