Toen, op 18 augustus 1935: priesterfeest te Slagharen.

Op zondag 18 augustus 1935 werd onder grote belangstelling het gouden priesterfeest gevierd van pastoor Gerardus Vergouw. De jubilaris droeg ’s ochtends de plechtige hoogmis op in het bijzijn van burgemeester Weitkamp. Deze ging in het kort na wat pastoor Vergouw in al die jaren voor zijn parochianen had betekend en bracht hem daarvoor dank.

Een maand eerder al, op 16 juli, schreef het Dagblad van het Oosten over de aanstaande feestelijkheden:
“Rooms-katholieke kerk Slagharen wil zijn pastoor hulde brengen. Spontaan initiatief uit de burgerij. Het is ongetwijfeld een spontane uiting van de groote achting die pastoor Vergouw in onze plaats heeft verworven, nu geheel Slagharen – zoowel Katholieken als Protestanten – zich opmaakt om hem hulde te brengen. Een niet-Katholiek heeft voor deze volkshulde bet initiatief genomen en een compliment van onze plaatsgenooten heeft de heer Benthem daarmede ongetwijfeld verdiend. Rustig heeft deze in zijn eentje een bezoek aan pastoor Vergouw gebracht en de gewenschte mededeeling gekregen dat hij geen bezwaar zou maken tegen eenige feestelijkheden, mits die bleven binnen de grenzen die Zijn Eerwaarde in korte trekken uitstippelde. Zoo maakt Slagharen zich algemeen op om met pastoor Vergouw te herdenken, dat het op 16 augustus 50 jaren is geleden dat hij tot priester werd gewijd. Het grootste deel van zijn krachten heeft de hoogbejaarde priester gegeven in het belang van zijn parochie hier ter plaatse en de liefde en toewijding die hij daarbij aan den dag legde, maakt de beoogde hulde alleszins verklaarbaar. Pastoor Vergouw is een man, die strakke, somtijds scherpe lijnen volgt, doch wiens handelwijze tevens toont dat hij dit doet volgens de innigste overtuiging van zijn hart. Teneinde voort te werken aan de plannen tot feestelijke herdenking van genoemde priesterwijding had vrijdagavond een vergadering plaats van Kerk- en Armbestuur van de plaatselijke parochie en het bestuur van de eenige dagen geleden ingestelde feestcommissie. De vergadering, die plaats vond in het café de Boer, werd gepresideerd door Kapelaan Meurs. Besloten werd de kerkelijke feesten te houden op zondag 18 augustus, terwijl de plaatselijke feesten dan gehouden kunnen worden op dinsdag 20 augustus. De plannen zullen nog nader moeten worden uitgewerkt, maar het ligt wel in de bedoeling om pastoor Vergouw hier uit te noodigen, waar de burgerij dan in de gelegenheid kan worden gesteld om den jubilaris te huldigen. Ook van de zijde van de scholen bestaan plannen om aan de hulde van den pastoor mede te werken.”

Vergouw was in 1904 door de aartsbisschop van Utrecht benoemd tot pastoor te Slagharen. Bij zijn 35-jarig ambtsjubileum in 1920 schreef het ‘Nieuwsblad van het Noorden’ onder andere:

“In de eerste toespraak, die de jubilaris voor 35 jaren voor zijn parochianen hield, bepaalde hij de aanwezigen bij de woorden: „Geld of goederen heb ik niet, maar wat ik heb zal ik u geven”. Dat dat geen ijdele woorden geweest zijn, getuigen de armen en minder bedeelden in de parochie tot wien de pastoor zich het meest voelt aangetrokken. Hoeveel kommer en zorgen door de pastoor zijn opgeheven, weten alleen zij die er onder gebukt gingen. Ook vele niet-katholieken komen om raad of daad bij den pastoor en ook deze bevolkingsgroep draagt den pastoor een warm hart toe.”

Het dagblad ‘De Tijd’ schreef op 26 februari 1940:
“Pastoor G. Vergouw overleden. De parochie Slagharen verliest een toegewijd herder. Gisterenavond om half acht is de zeereerwaarde heer G. Vergouw, pastoor te Slagharen, in den ouderdom van 79 jaar overleden. Met dezen pastoor, die ruim 40 van zijn priesterjaren te Slagharen doorbracht, is een parochieherder heengegaan die een leven van groote verdienste achter zich heeft. Zijn sterven beteekent een onherstelbaar verlies voor Slagharen. Pastoor Vergouw werd geboren te Cabauw den 28en februari 1861. Na zijn studie voltooid te hebben te Culemborg en Rijsenburg, werd hij priester gewijd door Mgr. Sniekers op 16 augustus 1885. Na achtereenvolgens kapelaan te zijn geweest te Lettele, Beesd, Naarden en Abcoude, werd zijn eerwaarde op 2 februari 1904 benoemd tot pastoor te Slagharen. Slagharen is een onderdeel der gemeente Ambt-Hardenberg, die voor het grootste gedeelte bestaat uit arbeiders, die oorspronkelijk leefden van turfgraven. Op initiatief van pastoor Vergouw werd al spoedig de St. Elisabethsvereeniging opgericht. Door zijn toedoen werd in 1905 de parochiekerk met twee vleugels uitgebreid. Het katholieke onderwijs heeft ook zeer veel aan dezen pastoor te danken. Op zijn initiatief werd een bijzondere lagere school opgericht, later uitgebreid met een Muloschool voor jongens en meisjes. In 1932 werd een R.K. Jongensschool opgericht; voorts bevorderde pastoor Vergouw dat een afdeeling tot stand kwam van den A.B.T.B., dat een R.K. sportvereeniging werd gesticht, de E.M.S. Verder steunde hij het bibliotheekwezen en tal van vereenigingen, die het welzijn van zijn parochie bevorderden. In alles ging de pastoor zijn parochie voor en gaf hij steun door zijn voorbeeld, waarbij de zieken en armen het meest gebaat waren. Voor dit alles zal Slagharen zijn pastoor dankbaar blijven gedenken. Bij gelegenheid van zijn 50-jarig priesterfeest verleende H.M de Koningin hem de onderscheiding van Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Donderdag wordt de beminde herder ten grave gedragen. God geve hem spoedig het loon voor al zijn arbeid. Hij ruste in vrede.”

Op 18 augustus 1935 herdacht pastoor Vergouw te Slagharen dat hij 50 jaar eerder tot priester was gewijd. Enkele dagen later wijdde het geïllustreerd tijdschrift ‘Van Eigen Erf’ er middels het plaatsen van deze foto’s aandacht aan.

Op zondag 25 februari 1940 overleed de 79-jarige pastoor Gerardus Vergouw. Vier dagen later werd hij begraven in een grafkelder op het rooms-katholieke kerkhof te Slagharen. In het Gemeentearchief van Roermond wordt nog een bidprentje bewaard van pastoor Vergouw. Hij werd opgevolgd door pastoor Bos. Vele decennia later, op 28 april 1970, besloot de raad van de gemeente Hardenberg de straatnaam ‘Vergouwlaan’ vast te stellen voor de verbindingsweg tussen de Herenstraat en de Dokter Willemslaan in Slagharen. En sinds 2013 prijkt de naam ‘Vergouwstate’ op het appartementencomplex op de hoek van de Herenstraat en de Vergouwlaan.


Toen, op 21 mei 1868: 40-jarig jubileum Van Riemsdijk.

grafsteen Frans Willem
Steentje met initialen van Frans Willem van Riemsdijk.

De Provinciale Overijsselsche Courant van 27 mei 1868 schreef:
Hardenberg, 22 mei. Bij gelegenheid van het 40-jarig jubilé van den heer F.W. van Riemsdijk, medicinae doctor alhier, vereenigden zich gisteren avond de leden van het doctorengezelschap Amicitia ten huize van den jubilaris om hem met zijn veertigjarig doctoraat geluk te wenschen, terwijl zij hem tot aandenken aan dien dag een kristallen bokaal op zilveren voet met toepasselijke inscriptie aanboden.

Frans Willem van Riemsdijk was op 10 december 1803 geboren in Stad Hardenberg en overleed daar op 25 mei 1875. Hij ligt begraven op het oude kerkhof Nijenstede aan de Stationsstraat. Op zijn inmiddels 140 jaar oude grafzerk staat:

FRANS WILLEM VAN RIEMSDIJK
DOCTOR IN DE GENEES en VERLOSKUNDE
en CHIRURGIJN – BEURTELINGS LID
en PLAATSVERVANGEND LID VAN DEN
GENEESKUNDIGEN RAAD VAN OVERIJSSEL
en DRENTHE – ECHTGENOOT VAN ANNA
CATHARINA CHRISTINA HOENDERKEN

verklaring

Frans Willem was huisarts voor de inwoners van de gemeenten Ambt en Stad Hardenberg, maar werkte ook in de gemeente Gramsbergen. Samen met zijn broer Gerrit Willem bediende hij het enorme gebied. Frans was ook gemachtigd om in de grensstreek – en dus aan de andere kant van ‘de streep’ – te werken. Daarvan getuigt o.a. bijgaande scan. De in het Duits gestelde, handgeschreven, verklaring was een bewijs van toestemming, afgegeven te Neuenhaus op 24 maart 1836.

student

Helaas is er, tot op de dag van vandaag en voor zover bekend, geen foto van Frans Willem bewaard gebleven… Ook het zeer interessante familiearchief bevat geen afbeelding van de dokter. Wel is een fraai perkament document bewaard gebleven dat bewijst dat hij lid was van het Groninger studentencorps, daterend uit 1822.


Toen, op 24 februari 1928: penningmeester ziekenfonds.

Foto stond in Eigen erf, geïllustreerd familieweekblad voor Overijssel en Drente , het betreft echter Jan Zweers ‘Jan Rond’

Jan Zweers was wethouder en tevens meer dan 50 jaar penningmeester van het ziekenfonds ‘Helpt elkander’.

In de editie van “Eigen Erf, geïllustreerd familieweekblad voor Overijssel en Drenthe” van 24 februari 1928 werd deze foto afgedrukt.

Jan Zweers (bijgenaamd ‘Jan Rond’) was op 2 september 1849 geboren te Hardenberg en aldaar op 14 december 1872 getrouwd met Truida Klingenberg uit Baalder. Hij was veehandelaar, koopman, vanaf 1911 raadslid en vanaf 1915 wethouder van de gemeente Stad Hardenberg. Het gezin Zweers woonde aan het Oosteinde.


Toen, op 16 oktober 1957: tweeling Bosscher geboren.

Het echtpaar Jan Bosscher en Hendrikje Hakkers met hun op 16 oktober 1957 geboren kleinkinderen, de tweeling Siny (links) en Jannie (rechts). De dia is gemaakt bij hun boerderij aan de (huidige) Schutsweg 2. Jan Bosscher was melkrijder en landbouwer.

In ons boek ‘Toen geluk nog heel gewoon was, deel 1’ tonen we deze prachtige foto op pag. 77. We zien het echtpaar Jan Bosscher en Hendrikje Hakkers met hun op 16 oktober 1957 geboren kleinkinderen, de tweeling Siny (links) en Jannie (rechts). De dia is gemaakt bij hun boerderij aan de huidige Schutsweg 2 in Rheezerveen.
Jan Bosscher was melkrijder en landbouwer. Tegen de gevel staat een grasmaaier die door paarden werd voortgetrokken. Linksachter staat een gierpomp.
In de ‘Oprechte Gramsberger Courant’ van 4 januari 1957, dus 9 maanden eerder, werd gewag gemaakt van het gouden huwelijksfeest dat Jan en Hendrikje vierden:”Rheezerveen viert vrijdag feest. Het echtpaar J. Bosscher en H. Bosscher-Hakkers hoopt deze dag te herdenken dat zij voor 50 jaar in ’t huwelijk traden. Beiden hebben hun gehele leven in Rheezerveen gewoond en zijn met de ups en downs der streek vergroeid. Over de geschiedenis van deze plaats kunnen zij dan ook veel vertellen. Mooie en minder mooie, voorspoedige en minder voorspoedige tijden hebben zij op hun klein boerenbedrijfje meegemaakt. Steeds vond de heer Bosscher een goede hulp in zijn vrouw, die als het nodig was de handen uit de mouw stak om het hoofd boven water te houden. Van de 8 kinderen zijn er nog 7 in leven en allen zijn blij dat zij deze mijlpaal met elkaar mogen vieren. Beide oudjes genieten nog een goede gezondheid en doen ijverig mee aan de werkzaamheden bij hun jongste zoon, bij wie zij nu inwonen. Vroeger, ja toen waren de wegen slecht. Daar is veel over te vertellen want 22 jaar lang heeft hij dagelijks de reis gemaakt naar Hardenberg als melkrijder voor de N.V. Zuivelfabriek ‘Salland’. Steeds moest die reis worden gemaakt, of het nu mooi of slecht weer was, de melk moest naar de fabriek en zeker heeft hij het hier niet gemakkelijk mee gehad.

“Meer over de locatie Schutsweg 2 leest u op onze website.


Toen, op 30 juli 1965: eeuwfeest ’tante Trui’.

Op 30 (en 31) juli 1965 werd feest gevierd in Oud-Lutten. Op die dagen herdacht men het 100-jarig bestaan van het café ‘Tante Trui’.

Café ‘Tante Trui in de Barken’ (in de berken) van de familie Hudepohl was een begrip in Oud-Lutten. Het was een zogenaamd boerencafé, omdat de eigenaar tevens landbouwer was. In 1865 moet daar (te ‘Lutterhard’, in oude akten) een Jan Hendrik Hudepohl sr. gewoond hebben die begonnen is met een tapperij. Hij was gehuwd met Johanna Elisabeth Johannink. Hun zoon, Jan Hendrik Hudepohl jr. die geboren was in 1876, trouwde in 1903 met Geertruida (Trui) van der Veen uit Coevorden. Zij kregen zes dochters. Het verhaal gaat dat er voor elke dochter een boom werd geplant. Hudepohl komt o.a. in 1905 voor op de lijst van tappers en slijters met een opgave van de hoeveelheid ingeslagen gedistilleerd over het jaar 1904 (8,31 hectoliter). De caféhouder overleed in 1956, waarna zijn weduwe Trui, de zaak voortzette.

In het café werden aanbestedingen, veilingen en vergaderingen gehouden en in de jaren ’60 werden er ook danslessen gegeven. In 1960 zette schoonzoon Johan Varweg het bedrijf voort. Op de hoek Haarweg-Korte Slagenweg, schuin tegenover het oude café, werd een nieuw pand gezet. In 1986 stopte Varweg met zijn bedrijf. De boerderij aan de Haarweg, die verbouwd is, werd voortgezet door J.H. van Leur, kleinzoon van Jan Hendrik Hudepohl.

Een paar jaar eerder schreef het Noord-Oosten:
“Café Hudepohl in de Berken. Alleen in de naaste omgeving ervan was het bestaan van dat café bekend. Het lag daar in een wereld waar alleen de boerenbevolking uit de naaste omgeving eens een keer bij elkaar kwam en waar een enkele zakenman, die juist in dat gebied moest werken, eens een keer ging opsteken. Aan die zandweg was het normale verkeer praktisch niet mogelijk. Toen kwam de ruilverkaveling De Schans. Er werden rechte lijnen getrokken door heel dat gebied. Oud-Lutten werd rechts en links met de buitenwereld verbonden en zo ging het ook met de Schans. Daar tussenin bestond dat café Hudepohl dat opeens een middelpunt werd waarvan men nooit heeft kunnen dromen.

Ja, men glimlacht een beetje van de benaming ‘de Berken’. Want hier moeten oorspronkelijk nogal berkenbomen hebben gestaan. Zoals overigens bij tientallen voorkomen op gebieden waar alles maar groeide, zoals de natuur het zaaide. Daar is men bijna honderd jaar geleden begonnen en toen Tante Trui met Hudepohl trouwde, nu langer dan 50 jaar geleden, toen hebben ze samen dat bedrijfje voortgezet. Ze hebben er iets goeds van gemaakt ook. Een café met een eigen sfeer. Wat was het toen een andere wereld. Het was er niet zo best, die eerste tijd. Rondom het café waren er tal van hutten die deels van zoden en deels van hout waren opgebouwd. Wanneer we ons niet vergissen, dan is de laatste daarvan nu helemaal verdwenen, al zijn er nog wel enkele woninkjes die er niet bepaald florissant uitzien….”

Tante Trui overleed op 85-jarige leeftijd, op 18 november 1966 in het ziekenhuis in Coevorden, anderhalf jaar na de festiviteiten rond het honderdjarig bestaan. Trui was een opmerkelijke figuur, niet door grote daden of veel woorden, maar door haar eenvoud en solide levensinslag.

(Bron, o.a. ‘Afgerekend met de schenker en de bakker (1)’, geschreven door F. Kampman-Herbert en J. Luisman-de Jonge).

Meer informatie vind u op onze website in de rubriek ‘Oude huisplaatsen’.