Toen, op 12 oktober 1846: wederopbouw Stephanuskerk.

Op 12 oktober 1846 vond de openbare aanbesteding plaats voor de afbraak van het Middeleeuwse kerkgebouw en het op dezelfde locatie weer opbouwen van een nieuwe hervormde kerk te stad Hardenberg. De eerste steen van de nieuwe Stephanuskerk, gebouwd naar een ontwerp van architect Baarslag uit Dalfsen, werd op 22 juni 1847 gelegd en op 30 januari 1848 kon het nieuwe gebedshuis al in gebruik genomen worden.Voor meer informatie, foto’s, tekeningen e.d. van de Stephanuskerk, zie onze website.


Toen, op 27 september 1963: ingebruikname gerenoveerde Stephanuskerk.

Hervormde kerk Voorstraat, Stephanuskerk

Het Noord-Oosten van 27 september 1963 schreef:

“Rustiger, sfeervoller en intiemer, noemde ds. Loor uit Heemse de vernieuwde hervormde kerk van Hardenberg, toen hij als afgevaardigde van de classis Zwolle en de ring Hardenberg zijn gelukwensen aanbood. Daarmee is heel kernachtig naar voren gebracht wat hier is tot stand gekomen. De oude hervormde kerk zag er rommelig uit. Nu is dat interieur herschapen tot een smaakvol geheel. Het machtige, fraaie orgel is onveranderd op dezelfde plaats gebleven en men heeft de mooie nieuwe kansel in de gegeven omstandigheden wel de beste plaats gegeven, die hier te vinden was: onder dit orgel. De ene galerij moest nu wel verdwijnen, maar het geheel van het kerkinterieur is er buitengewoon veel door verbeterd. De fraaie blanke banken zitten heel gemakkelijk en al is het aantal zitplaatsen door deze restauratie dan iets verminderd, het kerkinterieur zelve is kostelijk verbeterd. Wanneer de groei van Hardenberg’s bevolking blijft aanhouden, dan zal men in de toekomst toch niet ontkomen aan de noodzakelijke bouw van nieuwe kerken in de grote wooncentra’s. Het kerkinterieur wordt electrisch verwarmd en wanneer in bepaalde omstandigheden ruimte tekort dreigt, dan kan men de uitschuifbare zittingen van de banken nog benutten.

Die uitschuifbare zittingen moesten tijdens de openingsavond direct al even in gebruik worden genomen. De kerk was tjokvol. Kerkeraden van verschillende kerken uit de omgeving toonden met hun predikanten hun meeleven, terwijl het gemeentebestuur was vertegenwoordigd door burgemeester De Goede, gemeentesecretaris Jonker en de wethouders Valkman en Meierink. De heer Z. Middendorp sprak een kort openingswoord als president-kerkvoogd. Hij vertelde nog hoe dringend nodig de vernieuwing van dit kerkgebouw wel was. Het werd in 1849 zo gebouwd en vroeg dringend om vernieuwing en verbetering. Dankzij de grote offervaardigheid konden deze plannen worden verwezenlijkt, waarbij de algemene medewerking, ook van het gemeentebestuur, met waardering genoemd kon worden. Spreker droeg formeel het gerestaureerde kerkgebouw over aan ds. Ybema als voorzitter van de kerkeraad.

Namens de kerkeraad aanvaardde ds. Ybema een fraaie knielbank als kerkeraadsgeschenk. Aty Sickman bood in samenwerking met Gerard Volkers een fraai doopvont aan namens de hervormde jeugd. Jeugdouderling Wolbink bood symbolisch een bescheiden kruis aan in de hoop, dat dit eenmaal vervangen zou worden door een groter kruis in de kerk. Mevrouw Huizing had een treffende toespraak namens de vrouwenverenigingen. Zij bood daarbij drie kerkkleden aan, welker kleuren aangepast zullen zijn bij de verschillende kerktijden. Van de aannemers werd in dank een fraaie electrische klok aanvaard.”

Meer informatie vind u op onze website in de rubriek ‘Oude huisplaatsen’.

Reactie van Cor Alberts:
Het orgel was in 1954 gerestaureerd en het had daarbij een rugwerk gekregen. Dit is in 1983 weer verwijderd. Wat het orgel betreft geeft uw foto dus geen goed beeld van de toestand in 1963.

Toen, op 30 januari 1848: hervormde kerk ingewijd.

0130_kerk
Op 30 januari 1848 werd de nieuwe kerk van de hervormde gemeente te Hardenberg plechtig ingewijd. Die nieuwe kerk was gebouwd op min of meer dezelfde locatie als haar voorganger. Die voorganger, een uit de late Middeleeuwen daterend bouwwerk, was bouwvallig geworden en afgebroken. De Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant wijdde een artikel aan de plechtigheid in Hardenberg:

“Op den 30sten januarij jl. werd de nieuwe hervormde kerk te Hardenbergh, door den leeraar der gemeente, den weleerwaarde zeer geleerde heer L. Bosch, plegtig ingewijd, naar aanleiding van 1 Koningen 8 vers 63, en daarvan: “Also hebben sij het huijs des Heeren ingewijd”. Vele predikanten uit naburige gemeenten, en eene ontzettende menigte toehoorders waren daarbij tegenwoordig. De algemeen geachte leeraar hield over de zoo even aangehaalde woorden eene ernstige en belangrijke feestrede, en was in hartelijke taal de dankbare tolk zijner gemeente, toen hij gewaagde van de hulp door velen gebragt, om zulk een sierlijk en ruim kerkgebouw voor de uitoefening der openbare eredienst te stichten.

Zijn eerwaarde bragt hulde aan Z.M. onzen geëerbiedigden koning, aan de sijnode, aan den Grave van Rechteren, voormalig gouverneur van Overijssel, aan heeren Gedeputeerde Staten dier provincie, aan wijlen den heer G. Luttenberg enz., en herdacht in treffende woorden den onlangs afgestorven burgemeester der stad, de heer Pluijm, die met zoo veel ijver tot den opbouw der kerk medewerkte, maar de inwijding daarvan niet mogt beleven. Ook de heeren kerkvoogden, en met name hun president, de heer Lampe, de opzichters, de heren Weijs en Koeslag, de ontwerper van het plan des gebouws, Baarslag van Dalfsen, de aannemer de heer Trooster van Zwolle, en de heeren Meppelink en De Blecourt van Koevorden, welke laatsten de gestoelten hebben geleverd, ontvingen ’s redenaars dankbetuiging.

Zoo werd het nieuwe kerkgebouw van Hardenberg – gesticht op de grondslagen van het oude, in de 14de eeuw door Johann van Arkel, bisschop van Utrecht daargesteld – aan de dienst des Heeren toegeheiligd. Gods zegen ruste op dit heiligdom, en op den dienaar die daarin voor de eerste maal de blijde boodschap verkondigde! Heeft hij vele jaren woorden van troost en vermaning tot de gemeente gesproken, in de kerk die nu slechts in de herinnering bestaat – heeft de invloed daarvan gewis bij velen ten goede gewerkt – God spare hem tot in lengte van dagen, opdat hij ook, in het nu ingewijde gebouw, menigen bedrukte, troost – menige zwakke, kracht geve, door hen te wijzen op eene Voorzienigheid die alles bestuurt, en op een beter vaderland waar droefheid nog scheiding zijn zal’.


Toen, op 17 november 1892: inwijding kerk Kloosterhaar.

Op 17 november 1892 mocht ds. J.G. Harthoorn, predikant te Hardenberg, te Kloosterhaar de kerk inwijden, nadat hij geen moeite had ontzien om deze aldaar te vestigen. De kerk was gebouwd in opdracht van de kerkvoogden en notabelen van Hardenberg. De aanbesteding had plaats gevonden op 30 juni 1892.

De Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 19 november 1892 besteedde aandacht aan de ingebruikname van het kerkgebouw:
“17 nov. Voor de bewoners der buurten Kloosterhaar en Sibculo, onder de gemeente Ambt Hardenberg, was het heden een gewichtige dag. Het nieuwe kerkgebouw der Herv. gem. werd heden voor ’t eerst gebruikt. De bewoners dezer buurten wonen zeer geïsoleerd. Vooral in den winter, als de venen slecht begaanbaar zijn, zijn ze moeilijk te bereiken. Kerkelijk behooren ze tot de Herv. kerk te Hardenberg, maar zij zijn ongeveer twee à drie uren daarvan verwijderd. Wel werd er in den laatsten tijd geregeld om de veertien dagen godsdienstoefening gehouden in de openbare school, onder leiding van den godsdienstonderwijzer den heer Fredriks, terwijl de doopsbediening van tijd tot tijd door den predikant Harthoorn werd verricht, maar toch bestond er groote behoefte aan een afzonderlijk kerkgebouw, daar de school maar zeer weinig ruimte bevat.

Door een ruime subsidie van de synode, benevens flinke bijdragen van de twee grootste landeigenaren in die streken, de Erven Van Roijen en de Erven Crull, benevens vele andere ingekomen giften, waren de kerkvoogden in staat gesteld dit gebouw te stichten. Het is een zeer eenvoudig doch net en doelmatig ingericht gebouw en van een kleine klokketoren voorzien”.