Toen, op 01 december 1915: baron Van Ittersum overleden.

Op 1 december 1915 overleed Willem baron van Ittersum.
Hij was geboren op 23 januari 1838 op Huize Welgelegen te Heemse, als zoon van Jan Arent baron van Ittersum en jonkvrouwe Theodora Sophia van Foreest van Heemse. Hij werd ontvanger der directe belastingen.

Willem werd al op 36-jarige leeftijd, in 1874, benoemd tot burgemeester van de gemeente Stad Hardenberg, als opvolger van Cornelis Johannes van Riemsdijk. Hij was in 1878 te Gramsbergen in het huwelijk getreden met Zwaantine Theodora Walter uit Oude Pekela. Het echtpaar bewoonde Huize Welgelegen en kreeg er twee zoons: Jan Arent (1879) en Willem Christiaan Theodoor (1886).

Van 1880 tot 1904 was de burgemeester lid van de Provinciale Staten van Overijssel. Hij was verder vanaf de oprichting van het waterschap De Molengoot (1883) een zeer actief bestuurslid. De burgemeester was geliefd, maar kon de laatste jaren niet veel meer betekenen voor de ontwikkeling van de relatief kleine gemeente Stad Hardenberg. Wel heeft hij zich onder andere ingezet voor het realiseren van de Noordooster Lokaal Spoorweg waardoor Hardenberg eindelijk de hoognodige snelle verbinding met het westen van het land kreeg.

In 1914 nam de bejaarde burgemeester afscheid van zijn gemeente. Uit het archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken blijkt dat bij het vertrek van Van Ittersum gezocht moest worden naar een krachtig en tactvol opvolger. De Commissaris van de Koningin schreef: ‘De gemeente Stad Hardenberg heeft nu tal van jaren achtereen als burgemeester gehad een weinig krachtig persoon, die er nimmer in geslaagd is leiding te geven aan het bestuur en die tegenover de dikwijls zeer lastige elementen in den gemeenteraad niet steeds zijn gezag heeft weten te doen gelden.’

Helaas kon de oud-burgemeester slechts kort genieten van zijn pensioen, want nog geen jaar later stierf hij op 77-jarige leeftijd, op 1 december 1915 op zijn landhuis Welgelegen in Heemse. Hij werd begraven in de grafkelder op ’t oude kerkhof aldaar.


Toen, op 24 november 1885: Vrouwe Van Ittersum geboren Van Foreest overleden.


Carte-de-visite van jonkvrouwe Theodora Sophia van Foreest van Heemse.

Op 24 november 1885 overleed op Huize Welgelegen in Heemse de hoogwelgeboren jonkvrouwe Theodora Sophia van Foreest van Heemse, weduwe van Jan Arent baron van Ittersum, oud 74 jaar.

Theodora was geboren op 1 juli 1811 op de Havezate Heemse, als dochter van jonkheer Jacob van Foreest en Maria Clara gravin van Rechteren. Theodora trouwde in 1835 met Van Ittersum en zij zouden samen de nieuwe heer en vrouw van Heemse worden.

Het is bijzonder dat we een oude foto van de jonkvrouwe kunnen tonen. Deze zgn. ‘carte-de-visite’ dateert uit omstreeks 1875 en wordt nog altijd bewaard in de privé-collectie van haar achter-achterkleinkinderen.


Toen, op 14 oktober 1839: Anna Charlotte geboren.

Foto: F.W.H.Deutmann Zwolle.

14 oktober 1839was de geboortedag van Anna Charlotte van Riemsdijk. Zij zag het levenslicht in stad Hardenberg, als dochter van Cornelis Johannes van Riemsdijk en Carolina Johanna Crull.
Anna Charlotte zou op 28-jarige leeftijd, op 26 maart 1868, trouwen met Johannes Hendrikus van Barneveld, die in zijn leven o.a. burgemeester van Gramsbergen en Avereest werd.
Het echtpaar Van Barneveld-Van Riemsdijk kreeg zeven kinderen, van wie er twee als baby overleden.
Anna Charlotte stierf op 11 februari 1911 te Dedemsvaart. Als nazaat van het geslacht Van Riemsdijk erfde zij bij leven vele onroerende goederen in Hardenberg en omgeving. Zo ook was een perceel grond aan de Vecht haar eigendom waar veel later, eind 2009, het appartementencomplex Anna Charlottehof in gebruik genomen werd. Zo wordt, bijna twee eeuwen na haar geboorte, haar naam in Hardenberg nog altijd in ere gehouden…

Foto: Deutmann Zwolle.

Toen, op 01 oktober 1976: portret van Zagers te Loozen.

Deze fraaie foto, gemaakt op 1 oktober 1976, toont de bijna 95-jarige Gerrit Zagers uit het Loozerveld (Loozen, G-27). Gerrit was geboren op 11 oktober 1881, als zoon van Hendrik Zagers en Janna van den Hof. In 1928 was hij gehuwd met Jennigje Bolks. Het echtpaar had vier kinderen. Gerrit Zagers stierf op 16 september 1977. Zijn echtgenote was al op jonge leeftijd gestorven in 1940. De familie Zagers bewoonde de boerderij op het huidige adres Loozenweg 2 in Loozen.

Voor meer informatie, zie onze website.


Toen, op 24 september 1766: Israël Emanuël overleden.

Op 24 september 1766 stierf Israël Emanuël. Zijn grafstenen (want het zijn er twee) zijn deels nog bewaard gebleven op de oude begraafplaats ‘jodenbergje’ bij Hardenberg.

Israël heeft zijn einde waarschijnlijk zien naderen, want in december 1765 liet hij, samen met zijn vrouw Annegien Ruben(s) een testament vastleggen door plaatsvervangend schout Jacobus van Riemsdijk. Israël was ‘ziekelijk na den lighaam’. Vanwege de tijdsgeest, en omdat Israël Emanuël werd en wordt gezien als de ‘stamvader van zijn geslacht’, laten we hierna zijn testament integraal getranscribeerd volgen.

Vrijwillig rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, toegang 55.2.1, inv.nr. 12, pag. 271 en 271vo:
“Ik Jacob van Riemsdijk, wegens Hoger Overigheid, verw(alter) Scholtus van den Hardenbergh, Heemse en Gramsbergen; doe cond en certificere bij desen, dat voor mij en keurnoten die waren Bast. Meulhberg en R. Dunnink, personelijk in den Gerigte gecompareerd en erschenen sijn, de joode Ysrael Emanuel en desselfs huisvrouw Annegien Ruben, sijnde de eerste wel ziekelijk na den lighaam, en de andere gesond van lighaam, dog beide haar verstand en oordeel vollenkomen hebbende, ten minsten voor so veel men uitterlijk konde bemerken. En wesende sij Annegien Ruben, nadat sij van de momboirschap hares mans in desen was ontslagen, tot het doen deser zaake geadsisteerd met Jan van Regteren, als haren verkoren en geadmitteerden momboir. En verklaarden sij comparanten, uit overweginge van de zekerheid des doods en de onsekerheid der uure van dien, geresolveerd te wesen om bij desen te willen maken en oprigten, haar beider testament en enige vrije onbedwongene uitterste wille over alle haare goederen, so sij bij haar overlijden sullen komen na te laten; en wel op volgende maniere.
Eerstelijk verklaarden hij testator IJsrael Emanuel, en sij testatrice Annegien Ruben, de laatste met haar voorn(oemde) momboir geadsisteerd sijnde, malkanderen de eerststervende aan de langstlevende van haar beiden, te legateren de lijftucht of het vruchtgebruik van alle de goederen so de eerststervende van haar beiden sal komen na te laten, om deselve na lijftuchten regte de tijd sijnes of hares levens te mogen gebruiken en genieten. Verders verklaarden hij testator en sij testatrice voorn(oemd), de laatste als vooren sijnde geadsisteerd, bij desen te prælegateren aan haar zoon Salomon Ysrael, haar eigendommelijke woonhuijs, staande alhier op den Brink tot Heemse; om redenen dat gem(elde) haaren zoon haar testateuren verscheiden jaren merkelijk heeft ondersteund en onderhouden en sulx ook nog vervolgens sal moeten doen.
Wijders verklaarden sij beide testator en testatrice voorn(oemd), sijnde de laatste als voren geadsisteerd, bij desen te nomineren en te institueren tot haare universele erfgenamen, hare gesamentlijke kinderen, genaamd Ruben, Jonas, Levij, Emanuel, Salomon, Tekela, Adel, Sara, Gonde, Rachel en Magdalena Ysrael, of bij vooroverlijden derselver kind of kinderen bij repræsentatie, om alle hare na te latene goederen geene uitgesonderd, buiten het hierboven gelegateerde, na haar overlijden te erven en te profiteren.
Eindelijk verklaarden sij testator en testatrice, de laatste met haar geseide momboir sijnde geadsisteerd, bij aldien eene of meer van haare kinderen en genomineerde erfgenamen, tegens dese hare vrije uitterste wille iets mogten tegen hebben, en daarmede niet mogten te vreden sijn; deselve tegenstrevers ofte onwillige als dan in so een geval bij desen te nomineren en te institueren in de legitime portie, so haar na de regten deser landen is competerende.
Al het voors(chrevene) de testator en testatrice voorn(oemd) duidelijk sijnde voorgelesen en afgevraagd, of dit sodanig niet en was haar enige vrije en onbedwongene uitterste wille, so hebben sij beide daarop geantwoord van Jae; willende en begerende dat deselve na haar overlijden, effect moge sorteren, het sij als testament, codicil, gifte ter sake des doods ofte onder de levende, so als sulx best na de regten deser landen sal kunnen of mogen bestaan, ofschoon ook alle vereischte solemniteiten hierin niet mogten sijn geobserveerd.
In kennisse der waarheid, is desen door mij verw(alter) Scholtus, met de testator en testatrice, benevens de momboir van de testatrice, getekend ende gezegeld. Actum Heemse, den 9 december 1700 vijf en sestigh.”