Toen, op 12 augustus 1843: de pastorie in Slagharen.

Op 12 augustus 1843 begon de eerste pastoor van Slagharen, de weleerwaarde heer J.H. Koestal, zijn werkzaamheden en betrok die dag de nieuw gebouwde katholieke pastorie.

Voordat Slagharen een zelfstandige parochie werd, behoorde het tot de statie Dedemsvaart. De eerste katholieke kerk in Dedemsvaart was gebouwd in 1820, voor nog geen 100 katholieken. Maar in 1840 waren dat er al 1000, van wie ongeveer de helft in Slagharen en Lutten woonde. Daarom werd aan Koning Willem II toestemming gevraagd om in Slagharen een eigen kerk te mogen bouwen. Op 25 maart 1842 was die toestemming verleend. De bouw kostte ruim 8000 gulden, waarvan de helft door het Rijk gesubsidieerd werd. De arme parochianen droegen zelf 450 gulden bij. De kerk werd op 29 augustus 1843 gewijd. De parochie omvatte ook de katholieken in Hardenberg, Gramsbergen, en zelfs Hoogeveen.

Pastoor Koestal bleef tot 1852 de parochianen voorgaan.


Toen, op 13 september 1864: over ‘de Wheeme’ in Hardenberg.

Een minder bekende, maar zeker zo interessante bron voor de geschiedenis van Hardenberg, is het archief van de Stephanuskerk, de vroegere hervormde kerk. Daarin wordt onder andere een notulenboek van de kerkvoogdij bewaard, waarin beknopt verslag wordt gedaan van de vergaderingen en de daarin genomen besluiten.

In de vergadering van 13 september 1864 besloot men onder andere over een aantal zaken betreffende de komst van de nieuw beroepen predikant ds. G.J. Sijpkens. De predikant had het beroep aangenomen, maar stelde wel een aantal eisen. Zo vond hij de Hardenberger pastorie ver onder de maat.

Het gebouw had te kampen met achterstallig onderhouden. De kerkvoogden vonden het maar een lastig punt. De vraag was of ze speciaal voor de dominee een ander huis zouden huren, of dat hij toch de pastorie moest betrekken. Tot het laatste werd besloten. Om Sijpkens inboedel naar Hardenberg te kunnen transporteren, werden twee vaartuigen gehuurd. Maar het allerbelangrijkste besluit dat de kerkvoogden namen was de bouw van een nieuwe pastorie. Het voorstel werd met algemene stemmen aangenomen.

Die nieuwe pastorie werd gebouwd aan het Oosteinde, nabij de oude. De pastorie, in de volksmond ook ‘wheeme’ genaamd, zou ontworpen worden door de bekende Zwolsche architecten Gebroeders W. en F.C. Koch. Pas in augustus 1867 kon het nieuwe gebouw in gebruik genomen worden.

De wheeme is, zoals zoveel markante gebouwen in Hardenberg, verdwenen uit het straatbeeld. Gelukkig hebben we de foto’s nog…


Toen, op 13 september 1864: over de bouw van ‘de Wheeme’.

Een minder bekende, maar zeker zo interessante bron voor de geschiedenis van Hardenberg, is het archief van de Stephanuskerk, de vroegere hervormde kerk. Daarin wordt onder andere een notulenboek van de kerkvoogdij bewaard, waarin beknopt verslag wordt gedaan van de vergaderingen en de daarin genomen besluiten.

In de vergadering van 13 september 1864 besloot men onder andere over een aantal zaken betreffende de komst van de nieuwe predikant ds. G.J. Sijpkens. De dominee had het beroep aangenomen, maar onder een aantal voorwaarden. Zo vond hij de Hardenberger pastorie ver onder de maat. Het gebouw had te kampen met achterstallig onderhoud. De kerkvoogden vonden het maar een lastig punt. De vraag was of ze speciaal voor de dominee een ander huis zouden huren, of dat hij toch de pastorie moest betrekken. Tot het laatste werd besloten. Om Sijpkens inboedel naar Hardenberg te kunnen transporteren, werden twee vaartuigen gehuurd. Maar het allerbelangrijkste besluit dat de kerkvoogden namen was de bouw van een nieuwe pastorie. Het voorstel werd met algemene stemmen aangenomen.

Ruim twee maanden later werd de bouw publiekelijk aanbesteed ten huize van den logementhouder Van Munster te Stad Hardenberg. De advertentie luidde:
‘Het amoveren der bestaande en het bouwen eener nieuwe pastorie te Stad Hardenberg. De teekeningen liggen na den 20 november e.k. ter inzage bij voornoemden logementhouder, terwijl vanaf dien tijd de gedrukte bestekken, tegen betaling van 50 cents per exemplaar te bekomen zijn bij den heer D. Zweers, president-kerkvoogd te Hardenberg en bij de architecten W. & F.C. Koch te Zwolle.’
De laagste inschrijver was aannemer Zandrie Koeslag met een prijs van 7230 gulden. In december werd de bouw aan hem gegund, zij het met de opmerking dat inmiddels gesproken was over aanpassingen van het bestek om de aanneemsom op 7000 gulden te krijgen.

Die nieuwe pastorie werd gebouwd aan het Oosteinde, nabij de oude. De pastorie, in de volksmond ook ‘wheeme’ genaamd, werd ontworpen door de bekende Zwolsche architectenbroers W. en F.C. Koch. Pas in augustus 1867 kon het nieuwe gebouw in gebruik genomen worden.
De wheeme is, zoals zoveel markante gebouwen in Hardenberg, verdwenen uit het straatbeeld. Gelukkig hebben we de foto’s nog…


Toen, op 19 april 1963: de pastorie in Heemse.

0419_pastorieDeze kleurendia is gemaakt op 19 april 1963. De fotograaf was predikant E.J. Loor uit Heemse.

Gerrit Jan Kerkdijk ploegt op ‘den Askenkaamp’ in Heemse. Deze naam herinnert aan de boer die dit land in de zestiende eeuw bewerkte: Asken Askens met ‘seyne echte huysfrou Anna’.

Gerrit Jan was agrariƫr totdat de landerijen op de Heemser Es (De Norden en Het Hazenbos) volgebouwd werden. Op de achtergrond de pastorie van de hervormde kerk met links daarachter de Aerninckhoff en de kosterij.