Toen, op 16 april 1941: benoeming bmr. Van Oorschot.

Per 16 april 1941 werd mr. Johannes Albertus Mathijs van Oorschot benoemd tot burgemeester van de gemeente Ambt Hardenberg. Dit besluit was genomen door de secretaris-generaal van het departement van Binnenlandse Zaken. De nieuw benoemde burgemeester zou ook worden belast met de waarneming van het burgemeesterschap van de gemeente Stad Hardenberg tot aan de geplande samenvoeging van de gemeenten per 1 mei 1941. De installatie van de nieuwe burgemeester vond plaats op 22 april.

De nieuw benoemde burgemeester was op 15 april 1893 geboren te Stad Hardenberg. Tot zijn zesde jaar woonde hij daar. Toen werd zijn vader, Gerrit van Oorschot, die deurwaarder was te Hardenberg, als zodanig in Kampen benoemd. Burgemeester Van Oorschot heeft dus zijn schoolopleiding te Kampen genoten. Eerst bezocht hij er de lagere school, later het gymnasium. Na het eindexamen ging hij in Utrecht rechten studeren. Gedurende de mobilisatie van 1914 tot 1918 werd deze studie onderbroken. In 1922 was hij afgestudeerd. Toen vestigde mr. Van Oorschot zich in Steenwijk als advocaat en procureur. Hij was er vervolgens plaatsvervangend kantonrechter en leraar in de staatsinrichting en staatshuishoudkunde aan de Rijks Hogere Burger School.

Van Steenwijk uit werd hij benoemd tot griffier bij het kantongerecht te Lemmer en waarnemend ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Heerenveen. Toen deze kantongerechten in 1934 werden opgeheven, vestigde mr. Van Oorschot zich wederom als advocaat, nu te Apeldoorn. Hij nam er actief deel aan het verenigingsleven. In 1939 volgde vervolgens zijn benoeming tot rijksinspecteur voor het verkeer te Leeuwarden en op 15 juni 1940 zijn overplaatsing als zodanig naar Zwolle.

Het Twentsch dagblad Tubantia van 23 april 1941 meldde:
Gisteren werd de nieuwe burgemeester van Hardenberg, Van Oorschot geïnstalleerd. V.l.n.r.: Mr. J.A.M. van Oorschot met echtgenote en dochter, A.P.R.C. baron van der Borch van Verwolde (burgemeester van Holten), de burgemeester van Hellendoorn Ed. C. Witschey, de burgemeester van Gramsbergen mr. S.W.A. baron van Voerst van Lynden en de burgemeester van Ommen C.E.W. Nering Bögel.


Toen, op 20 december 1949: opening Vechtbrug.

Vechtbrug
De nieuwe betonbrug over de Overijsselsche Vecht, anno 1960

Het was voor Hardenberg een gedenkwaardig moment toen op dinsdagmiddag 20 december 1949 de opening van de nieuwe Vechtbrug plaats had. Om half drie stond in de omgeving van de brug alles propvol mensen. Even later arriveerde de burgemeester, met de wethouders, raadsleden e.a. De hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat sprak de burgemeester toe. Zo is dan nu de dag gekomen dat er een nieuwe Vechtbrug geopend kan worden. De oude brug was ook werkelijk geen luxe voorwerp, zij heeft al veel avonturen moeten ondergaan. In de laatste oorlogsjaren heeft zij veel moeten lijden. Maar nu is zij dan vervangen door deze prachtige nieuwe brug.

Daarna sprak de hoofdingenieur nog enige woorden van dank tot allen die hadden meegewerkt om deze brug tot stand te brengen. De burgemeester hield daarna nog een kleine rede. Hij sprak o.a. de hoop uit dat de nieuwe brug de band mocht zijn tussen de beide ‘gemeenten’ Hardenberg en Heemse, en dat deze mochten groeien en bloeien. Het lint werd door mevr. Van Oorschot doorgeknipt. Nadat ze deze handeling verricht had, werd haar door het dochtertje van de heer Makkinga een bouquet witte anjers aangeboden. In Hotel Leering was er vervolgens nog een gezellig samenzijn, terwijl de brug enkele avonden achtereen geïllumineerd bleef.

In april 1949 was de bouw van de nieuwe betonbrug over de Vecht onderhands aanbesteed. Dat ter vervanging van de noodbrug (Baleybrug), waarmee men anderhalf jaar lang zat opgescheept. De bouw van de nieuwe brug werd gegund aan de firma Haveland uit Groningen.

(N.b. noot van de redactie: over de passage in de tekst ‘deze prachtige nieuwe brug’ valt te twisten…)