Op 7 augustus 1815 vond de openbare inzate (eerste veiling) plaats van het nagelaten vastgoed van wijlen dokter Rathsman en vroedvrouw Willemina Huberts te Heemse. Beiden waren al in 1811 gestorven. De akte werd bekrachtigd met een fraai zegel in rode was van het Vredegerecht Hardenberg, met de tekst: “A. van Riemsdijk, Not. à Hardenberg. Trib. de Paix” (Antoni van Riemsdijk, notaris te Hardenberg. Vredegerecht).
We laten de akte hieronder integraal volgen, voor de liefhebbers:
“In den jare eenduizend, achthonderd en vijftien, den zevenden der maand augustus, des voordemiddaags om elf uren is voor ons Antoni van Riemsdijk, openbaar notaris, resideerende ter Steede Hardenbergh, gemeente en kanton van dien naam, arrondissement Deventer, provincie Overijssel, deeze hebbende ondergeteekend en benoemd tot het aanneemen der opbiedingen op de vaste goederen der nalatenschap van wijlen den heer Fredrik Coenraad Wilhelm Rathsman, in leven heel- en vroedmeester en vrouwe Willemina Huberts, in leven vroedvrouwe, beide te Heemse in deze gemeente gedomicilieerd hebbende, bekendelijk staande en gelegen te Heemse voormeld; waarvan de openbare verkoop bij wijze van opbieding bij opgemeld vonnis, homologeerende eene ten dage van den dertienden april te vooren onzer voorzitting van den heer Vreederigter deezes kantons opgemaakte en op den twee en twintigsten daaraanvolgende ten bureele Ommen geënregistreerde acte van beraadslaging daarover en authorisatie daartoe, door de naastbestaanden en goede vrienden (bij wijze van familie-raad vergaderd) van Nicolaas -, Willemina – en Fredrik Coenraad Wilhelm Hopman, minderjarige kinderen van Abraham Hopman, zonder beroep wonende te Haarlem en van dezes wijlen huisvrouwe Klasina Rathsman, is bevolen.Gecompareerd de heer Evert Bruins, gemeenteraad en koopman, wonende te Heemse voormeld, in kwaliteit van gevolmagtigde van welgemelden heer Abraham Hopman en van mejuffrouw Frederica Rathsman, weduwe van wijlen Jan Heupe Stouthandel, vroedvrouwe van beroep, wonende te Uitgeest in de provincie Holland, noordelijk gedeelte; mitsgaders in naam en als toeziende voogd van voorzeide Nicolaas -, Willemina – en Fredrik Coenraad Wilhelm Hopman, daartoe vermits de absentie van derzelver vroeger benoemden voogd de heer Jacobus Rathsman, chirurgijn, thans woonachtig te Wagenborgen in de provincie Groningen, benoemd bij acte van familie-raad op den tweeden junij laatstleden voor het Vreedegerigt deezes kantons gepasseerd en op den tienden daaraan volgende ten bureele Ommen geënregistreerd; vorderende in voorzeide kwaliteiten de verkoop der goederen waarvan ten deezen gesproken wordt; dewelke ten den einde aan den ondergeteekenden notaris.
Diensvolgens zal de provisioneele toewijzing gedaan worden te Heemse dikgemeld, ten huize van Maria van Munster, weduwe Marten Bruins, logementhoudersche, op vrijdag den eersten september aanstaande, des voordemiddaags om tien uuren, na alvorens bekend gemaakt en aangekondigd te zijn door verkoop-billetten, op drie achtereenvolgende zondagen aangeslagen op de plaatsen door de wet voorschreven, en copielijk geïnsereerd in de Overijsselsche Courant.
Eerste expeditie.Voor ons Antoni van Riemsdijk, keizerlijk notaris, resideerende te Hardenbergh, kanton Hardenbergh, arrondissement Deventer, departement der Monden van den IJssel, in tegenwoordigheid van de heeren Lucas Hoenderken, arrondissementsraad en Willem Swam, buraliste, woonende ter Steede Hardenbergh, in de Voorstraat, de eerste in nr. 6 en de tweede in nr. 124, als hiertoe expresselijk verzochtte getuigen, compareerde vrouwe Frederica Rathsmann, weduwe van wijlen Jan Heupe Stouthandel, beroepene vroedvrouwe aan de Cuinre in dit departement, doch thans nog woonachtigh op den Brink te Heemse, in nr. 18, binnen dit kanton; dewelke op het punt staande om naar de Cuinre voormeld te vertrekken om aldaar haar domicilie te vestigen.
Koopsvoorwaarden, volgens welke aan den meestbiedenden en laatsten verkooper zullen worden verkocht en toegewezen de hier nabenoemde en gespecificeerde vaste goederen, staande en gelegen te Heemse, in de gemeente Hardenbergh, kanton van dien naam, arrondissement Deventer, provincie Overijssel, waarvan de verkoop bij opbieding, na vooafgegaan onderzoek, waardeering en begrooting derzelve, door den bij vonnis van de Regtbank ter Eerste Instantie, zitting houdende te Deventer, van de vier en twintigsten maart des jaars eenduizend achthonderd en dertien, op den tweeden april daaraanvolgende aldaar geënregistreerd, in plaats van Jan Hendrik Willering, benoemden zaakkundigen Fredrik Zweers, bevolen is bij vonnis van dezelve regtbank van dato den vier en twintigsten junij des jaars te vooren op den negen en twintigsten daaraanvolgende meede aldaar geenregistreerd; bij welk vonnis is gehomologeerd eene ten dage van den dertienden april te vooren onder voorzitting van den heer Vreederigter des kantons Hardenbergh opgemaakte akte van beraadslaging van de naastbestaanden en goede vrienden (bij familie-raad vergaderd) van Nicolaas -, Willemina – en Fredrik Coenraad Wilhelm Hopman, minderjarige kinderen van Abraham Hopman, zonder beroep, wonende te Haarlem, en van deezes wijlen huisvrouwe Klasina Rathsman, houdende na rijpe overweging van den staat en toestand des boedels, uitmakende de nalatenschap van wijlen den heer Fredrik Coenraad Wilhelm Rathsman, in leven heel- en vroedmeester en vrouwe Willemina Huberts, in leven vroedvrouwe, beide te Heemse voorschreven gedomicilieerd hebbende, authorisatie tot den verkoop in tegenwoordigheid van den heer Jacobus Rathsman, chirurgijn, toendertijd wonende te Waddingsveen, departement van de Maas, doch thans te Wagenborgen in de provincie Groningen domicilieerende, in kwaliteit van voogd der voorzeide minderjarigen, der vaste goederen dier nalatenschap bij het zelve vonnis vermeld; van welke beide vonnissen in de grossen tevens met deeze acte zullen worden gedeponeerd ten kantore van den heer Antoni van Riemsdijk, openbaar notaris, resideerende te Hardenbergh, als tot de verkoop van dezelve goederen, van wegen de welgemelde regtbank bij het laatst gemelde vonnis gecommitteerd.
Ten verzoeke van Johannes Albertus Rathsman, glasbuiger, wonende te Amsterdam, – van Evert Bruins, gemeenteraad en koopman, wonende in nr. 2 op den Brink te Heemse voorschreven als gevolmagtigde van mejuffrouw Frederika Rathsman, weduwe van wijlen Jan Heupe Stouthandel, vroedvrouwe van beroep, wonende te Uitgeest in de provincie Holland, Noordelijk gedeelte, en van den heer Abraham Hopman voormeld; van de heer Jan Bruins, thans substituut ontvanger der indirecte belastingen in de gemeente Hardenbergh voorschreven, als gevolmagtigde van den heer Jacobus Rathsman voormeld – en van den heer Johannis Amama Chevallerau, openbaar notaris, resideerende ter Steede Ommen, gemeente en kanton van dien naam, dezes arrondissement, als gevolmagtigde van regenten van het weeshuis te Amersfoort, subintreerende voor Appollonia Huberts, weeskind, nagelaten door wijlen den heer Gerrit Huberts en vrouwe Sophia Rathsman, in leven ehelieden, aldaar woonachtig, alle tezamen pro se et qualitate erfgenamen van den voorzeiden wijlen heer Fredrik Coenraad Wilhelm Rathsman en vrouwe Willemina Huberts, hunne ouders en grootouders respective.
In tegenwoordigheid van welgemelden Evert Bruins, als toeziende voogd over meergemelde minderjarigen, daartoe vermits de absentie van voormelden Jacobus Rathsman, benoemd bij acte van familie-raad op den tweeden junij laatstleden voor het Vreedegerigt dezes kantons gepasseerd en op den tienden daaraanvolgende ten bureele Ommen behoorlijk geënregistreerd en van Johannis Amama Chevallerau voorzeid als gevolmagtigde van heeren regenten van het weeshuis te Amersfoort voormeld.
Te weeten:
1. een woonhuis met deszelfs grond en wheere, staande en gelegen onder nr. 1 te Heemse op den Brink aan de rivier de Vecht, thans in gebruik bij de heer Jan Bruins voorschreven; zijnde begroot op de somma van vijfhonderd en vijftig guldens bij acte van taxatie van genoemden Fredrik Zweers, timmerman, wonende in de Achterstraat in nr. 90 ter Steede Hardenbergh, in dezen door welgemelde regtbank, in plaats van Jan Hendrik Willerink voormeld, benoemden zaakkundigen.
2. een hofjen, groot een schepel gezaai, meede aldaar in zijne eigene afvreedinge aan en en oosten den Molenberg gelegen, thans in gebruik bij Peter Willering, meester-timmerman aldaar; begroot bij acte van taxatie voorschreven op de somma van eenhonderd en vijftig guldens.
Het woonhuis op de Brink werd uiteindelijk voor 1166 gulden verkocht aan de plaatsvervangend ontvanger der indirecte belastingen in de gemeente Hardenberg, Jan Bruins, die het pand daarvoor al huurde…