Op 2 juli 1852 werd onderstaande advertentie geplaatst in de Overijsselsche en Zwolsche Courant:
“Burgemeester en wethouders der gemeente Stad Hardenbergh, zullen onder nadere goedkeuring van heeren Gedeputeerde Staten der provincie Overijssel, op woensdag den 7den julij e.k. des namiddags ten 6 ure, ten huize van den logementhouder D. Zweers Bz. jr., te Hardenbergh, in het openbaar doen inzetten, en op woensdag den 21sten julij daaraanvolgende, ter zelfder uur en plaats finaal verkoopen: Een boerenerve, genaamd de Bekeplaats, bestaande uit eene boerenwoning en nieuw gebouwde schuur met bouw- en weiland enz., gelegen op 1/4 uur afstands van Hardenbergh, in den nabijheid van het ontworpen kanaal, kadastraal sectie A no. 605 t/m 611, 386a en 599, en gem. Ambt Hardenbergh, sectie C no. 400a, ter grootte van 7 bunders, 59 roeden en 90 ellen.”
Die ‘Bekeplaats’, ook wel genaamd ‘het Beekeplaatsje’ of ‘de Bekkeboer’, was vanouds een katerstede dat eigendom was van de Stad Hardenberg en werd verpacht. In het midden van de achttiende eeuw werd het boerderijtje gepacht door een zoon van Wolter, de meier ‘op den Blauwenkamp’ te Baalder. Deze zoon, genaamd Harmen, en zijn nageslacht werd zodoende Bekman genoemd naar de plaats die ze pachtten aan de Radewijkerbeek. Harmen was getrouwd met Grietje Kortmaat alias Ophof en een dochter van hen, genaamd Jannigje, huwde met Gerrit Ă–lering uit Getelo in de graafschap Bentheim. Zij werden de volgende pachters met de achternaam Bekman. Hun zoon Hermannes volgde hen weer op. Deze Herm(annes) Bekman was gehuwd met Jennegien Olsman. Na diens overlijden in 1809 hertrouwde zijn weduwe met Klaas Liesen die na het overlijden van Jennegien in 1813 zou hertrouwen met de dochter van de buren, Geertruid Maarlink. Hierna werd het Beekeplaatsje nog verpacht aan Willem Wilpshaar en vanaf 1834 Lubbert Schutte. Schutte was de laatste die de katerstede voor een aaneengesloten periode van 6 jaren mocht pachten voor 85 gulden per jaar.
In de raadsvergadering van 24 mei 1852 werd besloten de katerstede bij openbare veiling te verkopen. De hoogste bieders waren Evert van der Velde en zijn vrouw Grietje Reinders. Zij betaalden 3805 gulden voor de Bekeplaats en bijbehorende landerijen. Hun zoon Egbert werd in de volksmond ‘Bek-Ep’ genoemd. Hij was gehuwd met Janna Haandrikman. Tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw werd deze plaats bewoond door de familie Van der Velde.
Nu staan er op dit perceel een hele rij woningen aan ‘Het Bleekveld’ in de woonwijk Baalderveld. Even ten noordwesten daarvan herinnert het wandel-/fietspad ‘Beekweg’ nog aan de oude Bekeplaats.
Geef een reactie