Op 3 mei 1945 overleed Cornelis Lucas (Kees) de Jong in het Duitse concentratiekamp te Wöbelin. Dat was de dag waarop, wrang genoeg, het kamp door Canadese troepen zou worden bevrijd.
Kees de Jong, zoon van de Bergentheimse veldwachter Anne de Jong, was op 1 december 1944 gearresteerd vanwege zijn vermeende verzetsactiviteiten. Op 22 september 1949, ruim vier jaar na zijn overlijden, werd zijn lichaam herbegraven op de begraafplaats in Bergentheim.
Het Salland’s Volksblad schreef vervolgens:
“Donderdag 22 dezer vond te Bergentheim onder grote belangstelling de herbegrafenis plaats van de illegale werker C.L. de Jong, die op 3 mei 1945 in het Duitse concentratiekamp ‘Wöbbelin’ was overleden. De familie en genodigden waren samengekomen in het Hervormd jeugdgebouw, waar een rouwdienst gehouden werd, geleid door Ds. Dijkhuis van Aalten (in de bezettingstijd alhier). Hierna werd de stoet opgesteld. Vele belangstellenden van heinde en ver gekomen, volgden de baar, die met vele kransen en bloemen was bedekt.
Hij werd begraven naast het graf van zijn vader Anne de Jong en aan de andere kant het massagraf van zijn gevallen medestrijders. Eerst werd het woord gevoerd door een lid van de voetbalclub H.V.C. uit Ommen, waarvan de overledene lid was geweest. Vervolgens sprak iemand uit Zwolle namens het hoofdbestuur der P.T.T. bij welk bedrijf Kees voorheen werkzaam was. Spreker gewaagde van trouwe plichtsbetrachting. Namens het gemeentebestuur van Hardenberg sprak burgemeester Van Oorschot een kort woord van deelneming tot de familie”.
Geef een reactie