De Vechtstreek van 5 augustus 1939 meldde:
“Gramsbergen’s nieuwe burgemeester. Nauwelijks was ons vorig nummer ter post bezorgd of ons bereikte het bericht dat tot burgemeester der gemeente Gramsbergen met ingang van 15 augustus a.s. is benoemd mr. S.W.A. baron van Voerst van Lynden. En hiermee is een wensch in vervulling gegaan, vurig gekoesterd door een groot deel der Gramsberger bevolking, waaruit zich een deputatie had gevormd, die zich reeds dadelijk na het afscheid van oud-burgemeester Van Riemsdijk met den thans benoemden burgemeester in verbinding had gesteld om hem te bewegen tot sollicitatie, niet wetende dat de heer Van Lynden ook zelf deze functie sterk ambieerde. Er waren dan ook wel redenen waarom beide partijen eenzelfden wensch koesterden.

Baron Van Voerst van Lynden zoowel als zijn echtgenoote kennen Gramsbergen. Zijn vader is eigenaar van het ongeveer 800 bunder groote landgoed Kleine Scheere, een heerlijk rustoord, boschrijk, met een natuurreservaat dat zijn weerga in verre omgeving niet vindt. Hier heeft de nieuwe burgemeester dikwijls vertoefd en er de aangenaamste herinneringen aan behouden. Mevrouw van Lynden, geboren jonkvr. de Beaufort, is een kleindochter van jhr. ir. B.W.F. van Riemsdijk, oud-hoofddirecteur van het Rijksmuseum te Amsterdam, verwant aan oud-burgemeester Van Riemsdijk. En de Gramsbergers, wetende dat Baron Van Lynden zich had bekwaamd in de zaken van de gemeenteadministratie, hadden hem leren kennen en waarderen. Zij roemden zijn eenvoudig, innemend optreden en zouden hem gaarne als hun eerste burger wenschen.

Mr. S.W.A. baron van Voerst van Lynden, geboren 29 augustus 1904 te Ubbergen, begon zijn studie op de Klokkenberg te Nijmegen, bezocht daarna het Chr. gymnasium te Arnhem, het gemeentelijk gymnasium te Assen en vervolgens de Universiteit te Utrecht, waar hij promoveerde in de rechten. In Arnhem diende hij bij het corps rijdende artillerie (de gele rijders), waarvan hij reserve-officier is. In 1935 werd hij aangesteld tot volontair ter secretarie te Driebergen om een jaar later te worden benoemd tot ambtenaar, speciaal belast met den dienst van werkverschaffing en steunverleening. Deze tak van gemeentelijke zorg heeft, evenals de andere sociale vraagstukken, zijn bijzondere belangstelling. De heer van Lynden is lid van de nederlands hervormde kerk, christelijk historisch, secretaris van de c.h. kiesvereeniging. Toen hem over deze functie werd gesproken, verklaarde hij: ‘Ik heb mijn christelijk-historische beginselen en die zal ik ook blijven aanhangen uiteraard, maar een doorgefourneerd partijman ben ik niet. Ik ben van meening dat een burgemeester dat ook niet moet zijn. Want dan plaatst hij zich mischien onbewust steeds achter een bepaald deel van de bevolking en hij is juist burgemeester voor allen’. De nieuw benoemde heeft veel gereisd. Bijna alle Europeesche landen heeft hij bezocht. Hij kent het stedenschoon maar prefereert, evenals zijn echtgenoote, het landelijk leven. Een geliefde sport voor hem is het paardrijden. En zoo zal het hem zeker aangenaam geweest zijn toen hij vernam, dat te Gramsbergen een landelijke rijvereeniging bestaat, welke ongetwijfeld zijn volle belangstelling zal hebben. Gramsbergen verheugt zich met zijn nieuwen burgemeester. Daarvan getuigen de talrijke felicitaties, die hij van daar mocht ontvangen.”

De gehele dag was er feest. Van de middag tot diep in de avond deden voetbal- , korfbal- en muziekverenigingen stukjes en hielden demonstraties ter ere van de nieuwe burgemeester. Ook gaf Van Lynden veel interviews. Hierin kwam hij naar voren als een unieke, avontuurlijke en welbespraakte man.

Sam was geboren in Ubbergen als zoon van Alexander Willem Frederik baron van Voerst van Lynden en Anna Bregritta baronesse van Westerveld Sandberg. Hij was gehuwd met jonkvrouwe Johanna de Beaufort. Ze woonden op hun landgoed de Groote Scheere in Holthone. Sam was, zoals een bron schrijft, ‘een welgestelde baron die een Bugatti reed in de rally van Monte Carlo’.

Nog geen twee maanden later, op 11 november, schreef dezelfde krant:
“Gramsbergen. Auto-ongeval goed afgeloopen. Zaterdagavond is de burgemeester van Gramsbergen, de heer baron van Voerst van Lynden, die met enkele vrienden in een auto zat, bij het huis van G. Bruins te Klooster, bij Coevorden, tegen een boom gereden. Zoowel de burgemeester als zijn vrienden kwamen er goed af. Een der inzittenden was vrijwel ongedeerd. De andere had zijn knie geblesseerd. Ook dit was niet ernstig. De burgemeester had zich onder medische behandeling van dr. Baudoin te Coevorden gesteld, maar ook hij had geen ernstig letsel bekomen. De auto was deerlijk gehavend.”

De burgemeester zou tot januari 1940 zijn ambt als gevolg van het ongeluk niet waar kunnen nemen. Hij en zijn vrouw hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog zeer belangrijke hulp verleend, onder uiterst moeilijke, gevaarvolle omstandigheden. Zo werden verschillende malen ontvluchte Franse krijgsgevangenen onderdak geboden op het landgoed. Van Voerst van Lynden heeft ze meestal in zijn eigen auto en onder persoonlijk levensgevaar naar veiliger plaatsen getransporteerd. Soms over grote afstand en altijd onder de ogen van de Duitsers. Hij was onder andere districtscommandant van de Ordedienst, O.D. (later Binnenlandse Strijdkrachten geheten).

In het najaar van 1943 werd de baron voor de duur van zes weken geïnterneerd in het Oranjehotel te Scheveningen. Op 4 januari 1945 werd hij door de Nederlandse S.S. (de grünen) gevangen genomen en naar Assen overgebracht. Daar werd hij op 16 maart per trein op transport gesteld naar Neuengamme in Duitsland. Drie dagen later arriveerde de trein in het concentratiekamp. Hij werd spoedig na aankomst ingedeeld in een werktransport. Een getuige (oud-burgemeester Jhr. M. van Geen van Putten) verklaarde dat de burgemeester van Gramsbergen vermoedelijk op 26 of 27 maart weer op transport gesteld was met vrijwel uitsluitend Russen en Polen, bestemming onbekend.

Uit andere bronnen blijkt dat Van Voerst van Lynden op 9 april vervoerd is naar het kamp Bergen-Belsen. Nadien ontbreekt ieder spoor. Het gemeentebestuur van Gramsbergen ontving op 7 maart 1950 een schrijven van het Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis waarin gemeld werd dat moet worden aangenomen dat de baron met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet eerder dan 10 april 1945 doch uiterlijk op 31 mei 1945 te Bergen-Belsen overleden zou zijn. In die tijd was de registratie van gevangenen niet bijgehouden, met gevolg dat vele duizenden (ca. 28.000) ongeregistreerd zijn overleden.

Op 17 maart 1945 schreef burgemeester Van Lynden aan zijn vrouw:
“Liefste, wij zijn op reis. Waarschijnlijk naar Duitsland. Het gaat mij heel goed en ik ben vol vertrouwen. Wees moedig en sterk, speciaal met het oog op het ongeboren kindje. Wees heel veel voor Illy en baby, maak het hun vrolijk en blij. Wij zijn zo veel samen op reis geweest. Ook nu ga je in gedachten met mij mee. Heel veel liefde, dank voor alles wat je voor mij deed, spoedig zien wij elkaar weer.” Dit is het laatste wat Hanny van haar echtgenoot heeft vernomen.

Bij koninklijk besluit van 2 december 1949 werd Van Voerst van Lynden eervol ontslagen als burgemeester van Gramsbergen. Een jaar later werd de baron officieel dood verklaard. Zijn weduwe ging tegen het besluit in beroep en won het proces. De arrondissementsrechtbank te Almelo vernietigde de beschikking. Sindsdien staat de oud-burgemeester van Gramsbergen officieel als ‘vermist’ geregistreerd.