Toen, op 6 februari…

De Texelsche Courant van 6 februari 1898 schreef:
“Heksengeloof. Naar de Asser Courant verneemt, is door de brigadier der marechaussee ten huize van S. aan het Noordscheschut te Hoogeveen een onderzoek ingesteld naar aanleiding van een staaltje van heksengeloof aldaar.

De brigadier vernam van de vrouw des huizes dat de duivelbanner, zekere Rusken wonende te of bij Ambt Hardenberg, bij zijn onderzoek een groote flesch, geheel gevuld met vocht, had achtergelaten, waarvan het behekste kind viermaal daags een lepel vol moest innemen. Geld ervoor had de man niet gevraagd en had zij hem dan ook niet gegeven. In ’t volle vertrouwen op de geneeskracht van de zoogenaamde medicijn, had de moeder dan ook reeds onderscheidene malen het kind daarvan toegediend. Zij kon dan ook noode van de flesch scheiden, die echter door den brigadier in beslag is genomen als overtuigingsstuk bij het op te maken proces-verbaal.”

De in het krantenbericht vermelde ‘zekere Rusken’ zal Bernard Heinrich Rusken of diens zoon Frans Rusken zijn geweest. Bernard Heinrichs vader, Jan Frans Heinrich Rusken, was vanuit het Duitse Hebelermeer naar Radewijk gekomen. Daar had hij in 1856 op de openbare veiling het erve Mas, met huis, erf en een tiental bunders land gekocht. Sindsdien woonde de familie Rusken in Radewijk aan de beek. Van de opvolgende generaties Rusken is bekend dat zij wonderdokters waren, maar ook duivelbanners en wijd en zijd daarom bekendheid genoten.

Frans Rusken was een kop groter dan de meeste Rokenaren. Hij was bekend om zijn schranderheid en was een vlotte prater, maar vertelde beslist niet meer dan hij kwijt wilde. Als wonderdokter verwierf Frans grote faam. De mensen bezochten hem thuis of op marktdagen in Coevorden. Men kreeg dan een kruidendrankje of zalf tegen reuma of eczeem. In het laatste geval kreeg men een potje rode en witte zalf. Vele mensen hielp hij van de kwaal af. Ook met rugklachten was je bij Frans aan het goede adres.

In Slagharen werd hij eens bij een geval van ‘spit in de rug’ gehaald. De patiënt lag in bed en kon zich nauwelijks bewegen. Nadat Frans de zalf had aangebracht beval hij de boer om op te staan. Rusken heeft de man letterlijk uit bed gepraat. Even later stond de boer weer op de deel en kon hij de koeien weer voeren…