Tijdens het Interbellum, de periode tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog, gingen meer en meer Europese landen over tot het invoeren van de ‘zomertijd’. In de zomer komt de zon zo vroeg op dat het al licht is terwijl de meeste mensen nog slapen. Door de klok te verzetten lijkt de zon later op te komen en weer onder te gaan. Hierdoor is het ’s morgens langer donker, en blijft het ’s avonds juist langer licht. De periode van daglicht komt zo beter overeen met de periode waarin de meeste mensen wakker zijn.

klok

Dat men de invoering van de zomertijd niet landelijk regelde, blijkt wel uit het volgende. Het Amersfoortsch Dagblad van 7 april 1924 schreef:

Stad- en Ambt Hardenberg, twee gemeenten wier grenzen zeer uiteenloopen, hebben ieder een afzonderlijke tijdregeling. Stad Hardenberg regelt zich naar den zomertijd, terwijl Ambt Hardenberg bij raadsbesluit besliste den zonnetijd te handhaven. De hierdoor ontstane moeilijkheden, vooral ten opzichte van tram- en treinverkeer en posterijen, zijn legio, te meer daar een groot deel van Ambt Hardenberg in bovengenoemde gevalen op Stad Hardenberg is aangewezen. Thans worden in Ambt Hardenberg handteekeningen verzameld voor een adres aan den raad tot intrekking van bedoeld raadsbesluit.

Drie dagen eerder al schreef ons ‘eigen’ Salland’s Volksblad over deze kwestie:
In Ambt Hardenberg heeft de raad besloten niet met den zomertijd mee te gaan. Men heeft de klokken niet verzet. ’t Is bij ’t oude gebleven. De zomertijd, zoo is beweerd, is voor de gezondheid der kinderen schadelijk. Ze gaan lang niet tijdig genoeg te bed, krijgen geen voldoenden slaap. Hoe ze het maken in Noorwegen en Zweden, waar men ’s zomers zeer lange dagen heeft, weet ik niet, maar men zal zeggen, daar is niets tegen te doen. De klokkenverzetterij geeft daar niet, om de kinderen op tijd in het bed te krijgen. Voor sommige gezinnen is het lastig, dat er met tweeërlei tijd gerekend moet worden. Kinderen, die op een school gaan in Hardenberg, moeten met den zomertijd rekenen. Nu zijn er gezinnen, waarvan Jan, zal ik maar zeggen in Hardenberg schoolgaat en Piet op een school in het Ambt. ’t Is voor de huismoeders lastig met het eten, maar ze zullen er wel wat op vinden, huismoeders zijn vindingrijk, dat het voor het eene of het andere kind geen schadelijke gevolgen heeft, dat er met tweeërlei tijdrekening gerekend moet worden. De minister heeft een commissie benoemd om te onderzoeken of het al of niet voordeelig is den zomertijd te hebben.

boerenplaatsje

Een mooi voorbeeld is bovenstaande advertentie. Notaris Zwamborn kondigt daarin de veiling aan van een boerenplaatsje in Lutten en een stuk hooiland in de Schans. De veiling werd gehouden op 4 juni 1924 in café Blaauwkamp, en wel om half acht ’s avonds (zomertijd).