klik hier

Op 7 november 1767 werd deze fraaie akte opgesteld. Het betreft de overdracht van de helft van een stuk zaailand in de zogenaamde Brandeheege in Ane door het echtpaar Hendrik Nijsink en Hendrikjen Egberts aan plaatsvervangend schout Jacobus van Riemsdijk. De andere helft van genoemd perceel was eigendom van de heer G. van Sambeek. Van Riemsdijk had het hoogste bod uitgebracht op dit perceel tijdens de openbare veiling op 12 mei van dat jaar.

De naam ‘Brandeheege’ of ‘Brandehege’ kennen we nu niet meer. De oudste vermelding vonden we in 1670 in een boedelscheiding en de laatste keer zien we het genoemd in 1827 bij de veiling van het erve en de katerstede ‘de Grooten en Kleinen Pothoff’ te Anevelde. Op de uitsnede van de oudste kadastrale kaart van Ane moet de Brandeheege te zien zijn. Helaas wordt het niet met naam genoemd. Wel zien we de waterleiding ‘de Ziele’ (of het Zijl), waaraan de Brandeheege grensde.

De letterlijke tekst van de overdracht luidt:
Ik Barend van Borne, gesubstituteerde verw(alter) Scholtus van den Hardenbergh, Heemse en Gramsbergen, doe cond en certificere bij desen, dat voor mij en keurnoten die waren Jan Noorink en Derk Odink, personelijk in den Gerigte gecompareerd en erschenen sijn, Hendrik Nijsink en sijn huisvrouw Hendrikjen Egberts, tutore marito; En verklaarden sij comparanten voor een somma van coopspenningen die aan haar den eersten met den laatsten van dien ten genoegen sijn voldaan en betaald, bij desen in de bestendigste forma Landregtens te transporteren en in vollen eigendom over te dragen, aan de verw(alter) Scholtus J(acobus) van Riemsdijk de geregte halfscheid van een campjen zaaijland, in sijn geheel groot ongeveer drie en een half schepel gezaaij, gelegen in de Brande Heege, oostwaards aan de waterleidinge het Zijl genaamd, zuidwaards aan ’t land van Berend Camphuis, westwaards aan ’t hooijland van Gerrit Veldman en noordwaards aan ’t hooijland van de Heer van Appell, in de bourschap Ane onder dit Schoutampt; toebehorende de andere halfscheid van dit campjen; zijnde hetselve allodiaal goed, tot nog toe vrij van verpondinge en contributie, en met sijn verdere regt en geregtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien; gaande de weg van en na dit campjen door het campjen van de wed(uwe) Kleinebuil in ’t hooijland van Gerrit Veldman, mede in de Brande Heege gelegen en van de comparanten aangekogt. Alles so en in diervoegen als hetselve op den 12 meij deses jaars bij publicque verkopinge door voors(chreven0 verw(alter) Scholtus J. van Riemsdijk is aangekogt geworden. Doende sij comparanten van voorn(oemde) geregte halfscheid van gemelte campjen zaaijland in de Brande Heege bij desen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde, haar en hare erfgenamen daarvan ontervende; en de voors(chreven) coper en betaler de verw(alter) Scholtus J. van Riemsdijk met sijne erfgenamen daar wederom aanervende. Belovende sij comparanten ook dese cessie en overdragt ten allen tijden te sullen staan, wagten en wharen voor alle evictie en opsprake als na Landregte behoord. In kennisse der waarheid is desen door mij met de comparanten getekend, en door mij gezegeld, en omdat sij comparanten geen zegels en hadden, so hebbe op haar versoek desen voor haar met mijn klein zegel mede gezegeld. Actum Hardenbergh den 7den november 1700 seven en sestigh.

klik hier