kaart_Heemse

De Provinciale en Zwolsche Courant van 11 april 1854 schreef:
Van onderscheiden zijden wordt de wensch geuit, dat het fraaije landgoed Heemse (Ambt Hardenberg) na den dood des heeren J. van Foreest van Heemse, het eigendom van 1 welgesteld persoon moge worden; opdat de liefhebber van wandelen zich in de schoone dreven van dit goed nog lang moge verlustigen en de fraaie bosschaadjen niet geveld worden. Ook de botanie heeft verpligting aan deze streek; getuigen de vele geneeskrachtige kruiden die er door liefhebbers zijn opgespoord.

Na het overlijden van de hoogwelgeboren jonkheer Jacob van Foreest, op 24 maart 1854, vererfde Huize Heemse op diens nazaten. Geen van hen had er kennelijk belang bij het pand te bewonen. Mogelijk waren de kosten voor het onderhoud en in stand houden van de havezate te begrotelijk. In ieder geval werden al in augustus van datzelfde jaar bij openbare verkoop grote hoeveelheden roerende goederen, als tafels, stoelen, kabinetten, kasten, kisten, speeltafels, tapijten, karpetten, ledikanten, bedden, damast, bedlinnen, schilderijen, goud, zilver en porselein, bij opbod verkocht. Ook de bibliotheek werd van de hand gedaan.
Opmerkelijk was dat er na de veiling een artikeltje in de krant verscheen waarin werd gemeld dat er ook een schilderijtje was verkocht, waarvan de nieuwe eigenaar van mening was dat het de ‘echte Kenau Simon Hasselaar’ van Rembrandt van Rijn zou zijn. Hij had het doek op de veiling gekocht voor f. 2,60 maar had inmiddels een bod van f. 600,- afgeslagen…

In juni 1855 werd het ‘aanzienlijk en van alle gemakken voorzien heerenhuis, het Huis Heemse genaamd, bevattende 16 kamers’ publiekelijk geveild. Tevens gingen andere onroerende goederen, zoals de boerenerven het Luggers, het Schreurs en het Geerts onder de veilinghamer.
De hoogste bieder voor het landgoed Huis Heemse bleek Hendricus Nicolaus van Roijen. Deze hield het huis nog een tijd in stand, maar in de decennia daarop volgend werd de havezate ontmanteld…