Burgemeester Hardenberg: „En toch wordt het afgebroken” Vrije boeren smeren vakantiehuisje onder mest om sloop te voorkomen

De Volkskrant, van 11 januari 1973:
“Honderd boeren uit Hardenberg en wijde omgeving hebben woensdagmorgen de wacht betrokken rond een zomerhuisje van een collega uit Hardenberg, dat op last van de gemeente moet worden afgebroken. Het was zonder de vereiste toestemming gebouwd. De plaatselijke autoriteiten – die woensdag tot afbraak wilden overgaan – houden zich voorlopig op de achtergrond. Onder de protesterende boeren bevinden zich enkele tientallen uit Hollandscheveld, waar jaren geleden een conflict van een landbouwer met het landbouwschap tot een ontruiming leidde en tot botsingen tussen boeren en politiemannen. „
Vrije boer” Jonkeren heeft barricades op zijn terrein opgesteld, die bedekt zijn met gier. Ook het omstreden huisje is ruimschoots ermee begoten om het de slopers in de stank moeilijk te maken. Vorig jaar heeft boer Jonkeren al een vergeefse strijd gevoerd: toen liet de gemeente een voorganger van dit huisje op zijn kosten afbreken. Nu had het bestuur van Hardenberg hem tot woensdag de kans gegeven zelf tot het sloopwerk over te gaan”.

De gier rondom het huisje maakt toegang vrijwel onmogelijk.

Tubantia, van 18 januari 1973:
Beschermd door tien Enschedese leden van de Mobiele eenheid Overijssel, twee hondengeleiders en leden van het Hardenbergse politiekorps, heeft vanmorgen een ploeg slopers van de gemeente het zomerhuisje van vrije boer J.H. Jonkeren in de buurtschap Collendoorn binnen een half uur gesloopt. Aangezien men verwacht dat de heer Jonkeren in de loop van de dag steun zal krijgen van vrije boeren uit de omgeving, is de ME-brigade in Hardenberg gebleven.
De sloop van het zomerhuisje, dat volgens de gemeente illegaal staat, werd geleid door burgemeester L.A. van Splunder. Om acht uur vanmorgen arriveerde men bij het huisje dat met behulp van een bulldozer werd afgebroken.
“We konden niets meer doen. Alles werd door politie voorzien van karabijnen afgezet. Het was zelfs te laat om de vrije boeren te waarschuwen. Binnen een half uur was het huisje, inclusief de fundering, tegen de grond gewerkt”, aldus een schoondochter van de heer Jonkeren die op dat moment overleg pleegde met de in allerijl naar Collendoorn gekomen vrije boeren.
Aanvankelijk was de sloop, zoals gemeld, voor 10 januari bevolen. Tientallen vrije boeren hadden zich toen in Collendoorn verzameld om een eventuele sloopactie van de zijde van de gemeente Hardenberg te verhinderen. Het huisje is toen onder de gier gespoten evenals de omgeving, terwijl de toegangsweg met een boom werd geblokkeerd. Men had de gier gebruikt om als een soort afweermiddel te dienen. Het zomerhuisje was aanvankelijk een noodwoning, die in 1953 met toestemming van de gemeente was gebouwd. Nadat de bewoners in 1969 waren vertrokken, is er zonder vergunning een zomerhuisje van gemaakt. De gemeente had slechts toestemming gegeven voor een schuur. De heer Jonkeren weigerde echter de daarvoor benodigde sloopwerkzaamheden uit te voeren. Het vorige jaar werd de heer Jonkeren opgedragen het huisje voor 1 november te slopen. Toen dat niet gebeurde, heeft de gemeente het gedaan, hetgeen f 800 kostte, welk bedrag nog op de heer Jonkeren zal worden verhaald. Van de sloopmaterialen bouwde de heer Jonkeren met behulp van de vrije boeren een nieuw huisje, dat voor 10 januari moest worden afgebroken. „We hebben ons 10 januari van de provocerende houding van de vrije boeren die onder meer dreigend door Hardenberg reden, niets aangetrokken. We vonden het beter toen niet te gaan. We hebben een beter tijdstip afgewacht en dat was vanmorgen”, aldus een ambtenaar van Hardenberg.

De eigenaar van het huisje, de heer Jonkeren.

Nederlands Dagblad, van 19 januari 1973:
“Het illegaal gebouwde huisje van de 72-jarige boer H. Jonkeren in de buurtschap Collendoorn is gisteren afgebroken. „Maar ik zal blijven strijden, al kost het me mijn hele boerderij”, was het commentaar van de heer Jonkeren. Onder leiding van burgemeester mr. L. A. van Splunder van Hardenberg en met bescherming van 50 man politie werd de actie uitgevoerd, nadat een ultimatum dat de heer Jonkeren was gesteld, vorige week woensdag was verstreken. Het puin van het huisje werd met een bulldozer opzij geschoven. Dit was nodig omdat vrije boeren vorige week het huisje en omgeving met gier hadden overdekt. De vrije boeren beraden zich nu over hardere acties. Er werd gesuggereerd het huis van de burgemeester of van de GPV-wethouder W. Berenst in brand te steken. „Er is benzine genoeg”, zeiden enige vrije boeren.Het handelde hier om ‘vrije boer’ Jan Hendrik Jonkeren, op het oude Poffers aan de Venneweg 7.