
Een minder bekende, maar zeker zo interessante bron voor de geschiedenis van Hardenberg, is het archief van de Stephanuskerk, de vroegere hervormde kerk. Daarin wordt onder andere een notulenboek van de kerkvoogdij bewaard, waarin beknopt verslag wordt gedaan van de vergaderingen en de daarin genomen besluiten.
In de vergadering van 13 september 1864 besloot men onder andere over een aantal zaken betreffende de komst van de nieuw beroepen predikant ds. G.J. Sijpkens. De predikant had het beroep aangenomen, maar stelde wel een aantal eisen. Zo vond hij de Hardenberger pastorie ver onder de maat.
Het gebouw had te kampen met achterstallig onderhouden. De kerkvoogden vonden het maar een lastig punt. De vraag was of ze speciaal voor de dominee een ander huis zouden huren, of dat hij toch de pastorie moest betrekken. Tot het laatste werd besloten. Om Sijpkens inboedel naar Hardenberg te kunnen transporteren, werden twee vaartuigen gehuurd. Maar het allerbelangrijkste besluit dat de kerkvoogden namen was de bouw van een nieuwe pastorie. Het voorstel werd met algemene stemmen aangenomen.

Die nieuwe pastorie werd gebouwd aan het Oosteinde, nabij de oude. De pastorie, in de volksmond ook ‘wheeme’ genaamd, zou ontworpen worden door de bekende Zwolsche architecten Gebroeders W. en F.C. Koch. Pas in augustus 1867 kon het nieuwe gebouw in gebruik genomen worden.
De wheeme is, zoals zoveel markante gebouwen in Hardenberg, verdwenen uit het straatbeeld. Gelukkig hebben we de foto’s nog…

Geef een reactie