Op vrijdag 17 april 1914 brandde het huis van molenaar Gerrit Jan ten Brinke tot de grond toe af. De beltkorenmolen aan de Haarweg bleef gespaard. Het Nieuwsblad van het Noorden schreef de dag erna:
“Vrijdag ontstond brand ten woonhuize van den molenaar Ten Brinke te Brucht. Al het vee benevens een gedeelte van het huisraad werd gered. Door flinke hulp bleef de korenmolen gespaard. Verzekering dekt de schade. Oorzaak onbekend.”

Op dezelfde plek kon Ten Brinke herbouw plegen dankzij de uitgekeerde verzekeringspenningen. De korenmolen van Brucht was in 1877 opgericht op het zgn. ‘Koeveen’, in opdracht van Derk ten Brinke. Gerrit Jan ten Brinke, kleinzoon van de oprichter, was getrouwd met Gesina Iemhoff. Zij werden in 1938 opgevolgd door Johan Timmerman die gehuwd was met hun dochter Hendrika ten Brinke. De molen kon vanaf 1925 op motorkracht draaien. In oktober 1932 woei één van de wieken van de molen, waarna de eigenaar besloot de andere ook te verwijderen. De molen bleef in gebruik tot 1945, waarna het verval intrad.
In 1973 kocht rietdekker/molenbouwer Kleinjan uit Den Ham de molen, met de bedoeling deze in Den Ham te herbouwen. Echter Kleinjan kreeg geen bouwvergunning en besloot de molen weer van de hand te doen. De achtkante stellingmolen uit Brucht werd in 1991 herbouwd bij Hollum op Ameland, heet nu ‘De Verwachting’ en is aangewezen als gemeentelijk monument.