0421_Vechtstreek

Op 21 april 1945 verscheen de eerste na-oorlogse editie van ‘De Vechtstreek’. Na drie en een half jaar verplicht stilzwijgen kon de krant weer gedrukt en verspreid worden. Wonder boven wonder is een exemplaar van deze editie bewaard gebleven…

Men kon die dag o.a. lezen:
“Hardenberg vrij. Thans nu we ongeveer veertien dagen zijn verlost van den vreeselijken dwang der Duitsche nazi-heerschers, nu dringt het eerst goed tot ons door wat het wil zeggen, weer VRIJ te zijn. Hardenberg, voor den oorlog het drukke centrum van Noord-Oost Overijssel, was een doode plaats geworden. Men zag alleen nog kinderen, vrouwen en oude mannen op straat. De jongeren waren of naar Duitschland gevoerd, dan wel durfden zich niet meer op straat vertoonen. Men was nergens meer veilig en nooit meer veilig. Thans komt er weer fleur op de straat. Ieder durft zich weer vrij bewegen, de onderduikers komen bij honderden voor den dag, het normale leven begint weer te komen. Vooral de laatste weken van de heerschappij der Duitschers was de toestand tot het ondraaglijke opgeschroefd.

Arbeidsplicht, gijzelaars, en dan de laatste dagen de onophoudelijke stroom van terugtrekkende troepen. Uit hun verband gerukte onderdelen, loopend, op fietsen met en zonder banden, gedwongen vervoer door boeren met paarden en wagens en nog bij uitzondering een ‘gaspot’, en zonder uitzondering stelende en roovende bij de huizen waar zij langs kwamen, meepikkende het weinige dat zij ons in den loop der afgeloopen vijf jaar hadden gelaten. Donderdag 5 april bereikte de spanning haar hoogtepunt. De Duitschers trokken zich over de Vecht terug. Af en toe hoorde men doffe knallen van springende bruggen, later op den middag ratelden de machinegeweren der Canadeesche tanks, staande voor de vernielde brug over het Almelosche kanaal. Het duurde echter nog tot vrijdagmorgen half elf voor we inderdaad konden zeggen: we zijn bevrijd.

Toen kwamen de tanks en gevechtswagens Hardenberg binnenrollen en als bij tooverslag droeg ieder Oranje en was de plaats één vlaggentooi. Ook bij de Vecht deden de tanks de achtergebleven Duitsche troepen spoedig aftrekken, niet echter dan nadat veel schade aan de huizen op den Brink was aangebracht en de boerderij van den heer Slotman was afgebrand. Spannende dagen volgden nog. De Duitschers kwamen in Heemse weer opzetten, terroriseerden de bevolking. De leden der Ondergrondsche hadden moeilijke dagen, vooral toen een hunner de heer H. Scheffer uit Heemse, in den strijd voor zijn vaderland viel. Ook het verzet in Heemse werd echter gebroken en sinds dinsdag 10 april kunnen we zeggen: we zijn verlost van het gehate Duitsche juk. Sindsdien zijn duizenden auto’s, tanks, gevechtwagens door Hardenberg gerold, een overvloed van materiaal, zooals we dat hier van de Duitschers nimmer gezien hebben en vervulde onze harten met blijde hoop, dat ook het overige deel van ons vaderland spoedig den jubelzang der bevrijding zou kunnen aanheffen”.