Op 23 januari 1888 werd bij Zijner Majesteits besluit goedkeuring verleend aan de Vereeniging “De Kerkelijke Kas” te Stad Hardenberg. Een paar maanden later werden de statuten van de vereniging afgedrukt in de Staatscourant. De vereniging had tot doel de bevordering van de belangen der Nederduitsche Gereformeerden te Stad- en Ambt Hardenberg en Gramsbergen, door het verleenen van stoffelijke hulp, voor zoover die blijken zal noodig te zijn voor de verzorging van armen, voor de voorziening in geestelijke behoeften, en voor het onderwijs der jeugd.

De eerste bestuursleden waren Jan Rigterink Zweers (1825-1893) uit Stad Hardenberg, Lucas Hofsink (1821-1905) uit Bergentheim, Gerrit Jan Kamphuis (1836-1907) uit Ane, Gerrit Jan Meilink (1853-1935) uit Stad Hardenberg en Gerrit Jan Oldewaterink (1833-1916) uit Brucht.

Een paar maanden later zou de vereniging van vervener Jozeph Roos twee woonhuizen met pakhuis en erven aankopen, gelegen te Stad Hardenberg, sectie A-184, A-185, A-187, A-188 en A-193. De opstallen liet men afbreken, om vervolgens ter plekke de nieuwe gereformeerde kerk (de Höftekerk) te kunnen bouwen. Daarvan werd op 21 september 1889 de eerste steen gelegd…