De Leeuwarder Courant van 24 november 1890 bevatte dit bericht in het kader van ‘Opsporing Verzocht’:
“De Commissaris van politie te Arnhem verzoekt aanhouding en opzending van Hendrik Peters, geb. 2 febr. 1866 te Ambt Hardenberg, laatst woonachtig te Dedemsvaart, lang 1.66 meter, haar en wenkbrauwen bruin, voorhoofd hoog, oogen blauw, neus spits, baard geschoren, aangezicht ovaal, kleur gezond. Hij was te Arnhem in het huis van bewaring in voorlopig arrest en is daaruit ontvlucht in gevangeniskleeding.”

Deze Hendrik Peters was inderdaad geboren in Ambt Hardenberg en wel in de buurtschap Mariƫnberg. Hij was een zoon van landbouwer Albert Peters en Geesje Kampman. Zijn ouders kregen maar liefst zeventien (!) kinderen, waarvan Hendrik de oudste was.

Drie weken later, op 11 november 1890, meldde een andere kracht dat de voortvluchtige Peters weer in de kraag was gevat:
“Dinsdagavond is naar het huis van bewaring te Arnhem overgebracht: Hendrik Peters, die den 12den November j.l., in gevangeniskleeding, uit dat huis, waar hij in voorarrest verbleef, ontvlucht was. Hij was te Amsterdam door de politie aangehouden en naar Arnhem overgebracht.”

Hendrik Peters zou bijna een kwart eeuw later, op 14 augustus 1913, ongehuwd verlijden in Rotterdam.