diligence

In het archief van de voormalige gemeente Stad Hardenberg is een afschrift bewaard gebleven van deze brief die op 25 september 1851 werd verzonden aan Burgemeester en Wethouders van de stad Zwolle:
“Wij hebben de eer u mede te delen dat sedert het voorjaar van 1848 in deze gemeente woonachtig is Harm Dommerholt, met vrouw en vier kinderen, komende uit Zwolle, waar hij vroeger steeds gewoond heeft en geruimen tijd als koetsier en jager dienstbaar is geweest bij den voormaligen heer Gouverneur Graaf van Rechteren.

Gemelde Dommerholt, sedert zijne komst alhier als conducteur bij de diligence geplaatst welks 3 maal ’s weeks van hier naar Zwolle vice versa rijdt, kan van de verdiensten welke hem dat bedrijf opleveren, onmogelijk bestaan en wordt dan ook naar wij vernamen, door de voerlieden welke aan die diligence-onderneming verbonden zijn, door middel van aalmoezen en verstrekking van levensmiddelen buiten zijn gewone tractement staande gehouden. Het is dus niet te verwonderen dat het gezin van meergemelden Dommerholt in zeer armoedige omstandigheden verkeert. Hoewel tot heden toe nog geene openbare ondersteuning ontvangen hebbende, zoo is toch de gemeente ten zijnen behoeve in voorschot wegens schoolgelden en schoolbehoeften voor drie schoolpligtige kinderen, waarvoor over de jaren 1849 en 1850 telkens f. 10,20 dus tezamen f. 20,40 door den gemeenteontvanger aan den schoolonderwijzer is betaald geworden, en welke kosten voor onderwijs onmogelijk van Dommerholt, noch geheel noch gedeeltelijk, terug zijn te krijgen. Daar het aanwenden van dwangmiddelen slechts verhooging van kosten zoude veroorzaaken en verder tot niets zoude leiden, zoo nemen wij de vrijheid de aangewende kosten aan het onderstandsdomicilie (de stad Zwolle) in rekening te brengen daar de gemeente Stad Hardenbergh die te dezen opzigte geheel vreemd is aan Dommerholt toch niet met dusdanige kosten van verpleging kan worden belast. Indien Harm Dommerholt die te Zwolle laatstelijk in den zoogenaamden Vijfhoek moet gewoond hebben, niet genoegzaam bij u bekend is, zullen wij de eer hebben een staat van inlichtingen in te zenden.”

Op 15 oktober kreeg men uit Zwolle antwoord op dit verzoek. De hervormde diaconie was van mening dat ze de gedeclareerde kosten niet hoefden te betalen, aangezien er geen sprake was van verplegingskosten. Verder deelde men mee dat men geenszins van plan was in het onderhoud van het gezin Dommerholt te voorzien. Op dit schrijven werd met potlood geschreven: “Aan de raadsleden G. Nijman en D. Zweers medegedeeld. Hebben op zich genomen te zullen bewerken dat Dommerholt bijtijds zijn ontslag krijgt als conducteur, daar hij zich toch niet zonder buitengewone hulp kan redden.”

Het is niet bekend of Dommerholt daadwerkelijk zijn ontslag heeft gekregen, maar wel weten we dat hij nog even in de gemeente Stad Hardenberg is blijven wonen. Eind 1853 lukte het hem om als laagste inschrijver de openbare verpachting te winnen van de brugwachterswoning aan ’t Haantje. Voor 80 gulden per jaar kon hij het huisje huren en mocht hij de brug- en sluisgelden ter plekke incasseren. Harm Dommerholt stierf op 3 augustus 1882 in Ane, ruim een week nadat zijn vrouw Zwaantje Vos was overleden…