Deze reuzen eiermand (2×1 meter), gevlochten uit polyetheen buisjes met opstaande steunbuizen van pvc en een bodem van spaanderplaat, is gemaakt door medewerkers van Wavin te Bergentheim. De eiermand staat hier opgesteld op een pick-up van de Wavin voor het gemeentehuis aan het Stephanusplein. Aan de gevel prijkt de tekst ‘Leve de Prins’, bij de geboorte van Z.K.H. Prins Willem-Alexander. De mand werd nog daags na de geboorte van de troonopvolger aangeboden aan het prinselijk paar op kasteel Drakensteyn.
Reuzenmand voor Drakensteyn Op het ogenblik dat wij dit schrijven is het alweer zeven weken geleden, dat in het Huis van Oranje (en in het Huis van Holland) de vreugde oplaaide om de geboorte van Prins Alexander. Dat de gemeente Hardenberg en de verschillende buurtschappen op oorspronkelijke wijze uiting hebben gegeven aan hun blijdschap, zal de meesten van onze lezers wel bekend zijn. Dat Wavin bij de aanbieding van dit geschenk op zeer wezenlijke wijze betrokken was, zal ook geen geheim zijn gebleven. Toch willen wij U graag in woord en beeld nog iets vertellen en tonen van dat geschenk en van de wijze, waarop het tot stand kwam en aangeboden werd. Hardenberg zelf bezit geen Oranjevereniging meer. Een totaal gebrek aan interesse heeft deze instelling een jaar geleden het levenslicht uitgeblazen. Zo gebeurde het, dat van Heemse uit het initiatief werd genomen om als gemeente toch op waardige wijze bij te dragen. Het gemeentebestuur organiseerde op bliksemsnelle wijze, dat van alle buurtschappen een gelukwens op een vel ivoor karton werd getekend, bij welke tekst een aantal typische foto’s werd geplakt. Deze vellen werden gebundeld in een album. Het „grote” geschenk bestond uit een eiermand in de afmeting 2x I meter, gevlochten uit polyetheen buisjes, met opstaande steunbuizen van pvc en een bodem van spaanderplaat. Deze reuzenmand was een natuurgetrouwe copie van de eiermandjes, zoals deze jaren geleden door Hardenbergse boerenvrouwen werden gebruikt om eieren naar de markt te brengen. Het idee voor deze mand was spoedig geboren en met de uitvoering werd, nadat eerst een modelmandje was opgescharreld, onmiddellijk een begin gemaakt. Na een bespreking tussen de betreffende technische heren kwam een werktekening tot stand. In de late avonduren van dezelfde dag stond een aantal Wavinisten in Bergentheim aan de mand te vlechten, alsof zij van hun leven nog nooit iets anders hadden gedaan. Zelfs de bedrijfsdirekteur kreeg de smaak zo te pakken, dat hij tot I uur in de nacht doorvlocht en pas toen, met eelt op de vingers, in zijn auto naar huis reed. Natuurlijk waren er wat problemen. De constructie van de bovenrand, de vorm van het deksel en de bevestiging wdarvan waren niet zo eenvoudig. Men vond echter voor alles een oplossing en in minder dan 24 uur tijds (de ploeg had de gehele nacht doorgewerkt) had men de laatste hand gelegd aan het geschenk. In de grote mand, zo was afgesproken, zouden de vier meisjes in Saksische klederdracht plaats nemen, elk met een echt eiermandje aan de arm. In deze kleine mandjes bevonden zich de geschenken van de burgerij: produkten van fabrieken en middenstandsbedrijven. Donderdag 27 april werd over radio en tv de geboorte bekend gemaakt. Daaraan werd toegevoegd, dat de volgende dag tussen 10 en 4 uur de gelegenheid bestond tot het
aanbieden van geschenken. Er moest dus bizonder snel worden georganiseerd, maar dank zij het feit, dat de baby nog al op zich had laten wachten en vooraf afspraken waren gemaakt, liep alles op rolletjes. Om 10.00 uur in de morgen van vrijdag 28 april werd de grote mand, geplaatst op een draagstuk met vier handvaten, op het Stephanusplein door plaatselijke bloemisten nog even opgetuigd. De rand om de bodem kreeg een grastapijt, terwijl aan de zijkanten de hengsels van bloemstukken werden voorzien. Deze schoonheidsbehandeling nam toch nog meer tijd in beslag dan kon worden voorzien. Het was dan ook tegen twaalven, voordat de karavaan zich in beweging zette. Burgemeester Slot met echtgenote hadden de leiding van de delegatie. In dezelfde wagen reed mee de heer Ir. Reiling, voorzitter van de Oranjevereniging Heemse. Mevrouw Mullers, met de vier meisjes, te weten Aleida Kruizinga, Anke Weitkamp, Fennie Reinders en Jannie Spijkers, die door haar zo keurig in klederdracht waren gestoken, waren natuurlijk ook van de partij, „zware” werk een terwijl voor het meer dertiental potige Wavinisten de reis naar Drakensteyn meemaakte. Onderweg werd nog even gestopt om door middel van koppen koffie en soep de rommelende magen tot zwijgen te brengen, zodat de groep rond 14.00 uur bij het koninklijk kasteeltje arriveerde. Geheel tegen de verwachting in bleek noch op de toegangswegen noch in de direkte omgeving van Drakensteyn enige drukte van belang te heersen. Tegenover het kasteel werden op een achteraf-weggetje de vier meisjes door sterke armen in de mand getild, waarna het deksel kon worden gesloten. Stapvoets, met de dragers naast de koets, ging het via de oprijlaan naar het kasteel. Behalve een groot aantal politiemensen, marechaussées en enkele leden van het koninklijk comité van ontvangst, was hier ook geen levende ziel te bespeuren. Een inleidend gesprek van
burgemeester Slot met enkele leden van het comité was voldoende, om na een korte wachttijd de secretaresse van Prinses Beatrix, Mej. Wijnen, naar buiten te doen komen. Inmiddels had de ploeg sterke mannen de mand aan de handvaten van de wagen getild en op het middenterrein geplaatst. Toen mej. Wijnen verscheen, ging het deksel omhoog en kwamen de vier meisjes tevoorschijn. Nadat zij uit de mand waren geklommen, maakten zij één voor één een lichte buiging voor mej. Wijnen en konden zij hun geschenken aanbieden. De secretaresse van onze kroonprinses stak niet onder stoelen of banken, dat zij het geschenk van Hardenberg zeer origineel vond en bizonder waardeerde. Zij sprak er haar teleurstelling over uit, dat noch de Kroonprinses noch Prins Claus aanwezig konden zijn om het in ontvangst te nemen. „lk weet heel zeker”, aldus mej. Wijnen, „dat Prins en Prinses bizonder zouden hebben genoten van dit tafereel en de originele aanbieding van het geschenk op hoge prijs zouden hebben gesteld.” Een poging om de verslaggevers en vooral de televisiemensen, in grote getale in een speciale tent aanwezig, geestdriftig te maken voor onze mand mislukte. Ook het plan om op een overvol terras nog iets aan de versterking van de inwendige mens te doen viel in duigen. Geen enkele ober had tijd voor ons. In enigszins mistroostige stemming werd de terugreis aanvaard. Die teleurstelling is echter volledig goed gemaakt door het slotavondje, dat het Gemeentebestuur en Wavin op dinsdag 30 mei alle leden van het gezelschap aanboden in de „Watermolen van Bels” in Vasse. Het glas wijn of bier liet zich goed smaken en tegen middernacht kwamen zelfs nog spekpannekoeken op tafel. Een steekspel met woorden tussen de burgemeester en Wavin’s bedrijfsdirekteur gaf aan de avond een bizonder plezierige sfeer. Foto’s: Nieuwenhuis en Rotmensen.
Geef een reactie