
Deze gedrukte mededeling werd op 29 januari 1945 door de toenmalige burgemeester van Hardenberg ‘wereldkundig’ gemaakt, bestemd voor alle inwoners van zijn gemeente.
Ir. Frederik Jan Overbeek uit Hengelo was van oktober 1943 tot aan ’t einde van de oorlog in 1945 burgemeester van de gemeente Hardenberg, tijdens de Duitse bezetting van ons land. Overbeek was een fanatiek aanhanger van de N.S.B. Na de bevrijding dook hij onder, maar eind mei 1945 liep hij tegen de lamp in ’t Friese Workum. Daar stond toen dominee Albada op de kansel. Albada had in Hardenberg de hervormde gemeente als kandidaat gediend en herkende Overbeek meteen. Hij waarschuwde de plaatselijke N.B.S. (Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten) die de oud-burgemeester meteen inrekende. Daarna werd hij naar Hardenberg vervoerd om te worden gehoord.
Pas in 1948 zou Overbeek worden berecht door het Tribunaal.
Het Salland’s Volksblad schreef op 7 mei 1948:
“Volgens een uitvoerig verslag in het Dagblad van het Oosten verweerde hij zich twee uur achtereen op beschaafde wijze tegen de vragenvloed waaraan men hem onderwierp. Overbeek had vele functies in de partij en was reeds lid vanaf 1933. Hij zond zijn kinderen naar een Deutse Schule en zou o.a. door middel van een in het Duits geschreven brief aan de Sicherheits Polizei verzocht hebben Hengelo te verlossen van de jood Meyer Kanteman. Kringleiders zou hij verzocht hebben om namen van vooraanstaande personen op te geven aan de S.D. Verder werd hem ten laste gelegd aanbrengen van de burgemeester van Rijssen en het verzamelen van namen van Mei-stakers, aspirant Duitsland-werkers en plutogratenzoontjes (voor gijzeling).
Hij verklaarde de boeren in MariĆ«nberg een boete te hebben opgelegd toen ze geen paarden hadden geleverd, omdat majoor Krieg had gedreigd de paarden zonder vergoeding weg te zullen laten halen, als de vordering te Hardenberg en Slagharen niet beter zou verlopen dan te MariĆ«nberg. De boeten werden terugbetaald. Mr. Sybrandy las als verdediger gunstige brieven voor van de vroegere wethouders der gemeente Hardenberg, de heer Van Dam, leider distributiedienst, de heer Boekhoven, chef secretarie en anderen. Met de woorden ‘Mocht ik iemand leed veroorzaakt hebben, dan wil ik hiervoor excuus vragen’, verliet verdachte de zaal”.
Geef een reactie