Op 29 juli 1851 vond de publieke veiling plaats van een aantal onroerende goederen van de marke Bergentheim. Onderdeel van de publieke verkoop was de katerstede, genaamd ‘het Meesters’.

Indertijd was het kadastraal bekend als sectie H nummer 164. De markenrichter Gerrit Jan Scholten, geholpen door zijn mede-gewhaarden Jannes Hilbrink, Jan Hesselink, molenaar Jan Snel en Hendrik Brink traden op als afgevaardigden van de marke. De katerstede bestond uit een ‘huis en wheere’. Bij de mijning verbleef de katerstede aan rijksambtenaar Jan Kisjes. Voor 610 gulden werd hij de eigenaar van de voormalige schoolmeesterswoning. Dit is allemaal terug te vinden in het notarieel archief. Het ‘schoolmeestersplaatsien’ lag aan de huidige Brinkweg en stond al op de oudste kadastrale kaart van 1832.

Jan Kisjes was commies te voet bij ’s rijksbelastingen en adjudant-onderofficier bij het tweede bataljon van de eerste afdeling mobiele Overijsselse schutterij. Jan was op 30 augustus 1801 in Zwolle geboren en woonde in 1828 in Bergentheim, in 1829 in Rheeze, in 1831 andermaal in Bergentheim. In 1833 trouwde hij in het gemeentehuis van Ambt Hardenberg met Janna Haverkamp uit Putten. De eerste jaren brachten zij door aan de grens bij Venebrugge. Daar ook stierf zijn vrouw in 1839, waarna hij hertrouwde in 1840 met Hendrika Winkelman. Helaas overleed zij ook op jonge leeftijd, in 1841 in Gramsbergen, toen Jan daar aan de grenzen patrouilleerde. Het jaar erop trad hij andermaal in het huwelijk, en wel met Gezina Gerrits. Jan overleed in 1862 in Enschede als gepensioneerd ambtenaar. Uit zijn verhuisbewegingen kunnen we aannemen dat hij slechts kort gewoond heeft op het schoolmeestersplaatsje in Bergentheim…