De “Oald-Ni’js”-Courant                   Erwin Wolbink, Dinah Hesselink-Zweers

In deze nieuwe rubriek willen we plaats bieden aan wetenswaardigheden of ‘geheimen’ omtrent verschillende Hardenbergse families. De verkregen informatie zal als krantenartikel gepubliceerd worden. Dit eerste artikel hebben wij als aanzet daartoe geschreven. Het betreft de familie Lenters uit Heemse. In de “Oald-Ni’js”-courant van maandag 30 april 1832 zou dan het volgende gedrukt kunnen zijn:

Zo wij vernaamen heeft er in de nacht van donderdag op vrijdag jongstleden een insluiping plaatsgehad in de woning van Albert Lenters, staand aan den zogenaamden Haare boven aan den Sytzama’s-dijk op de weg langs Collendoorn naar Coevorden. Direct al bij ‘t ontwaaken bemerkte men den waarlijk brutalen daad. De dieven hadden uit een in de zijkamer geplaatste kast onderscheidene kledingstukken van hem en zijn vrouwe Lammegien Bouwhuis gestoolen. Reeds om acht uur dien morgen maakte Albert Lenters melding van deze diefstal bij den burgemeester Antoni van Riemsdijk, welke meteen een proces-verbaal opstelde. Albert Lenters verklaarde dat de dieven, door welke dit feit gepleegd is, in de voorzeide kamer van zijn woonhuis moeten zijn gekomen door een in hetzelve aanwezig vengster- en glasraam, hetwelk daartoe zeer behendig moeten hebben weten te openen. Ongeveer ten 1 uur hebben hij en zijne huisvrouwe hunnen te huis zijnden hond buitengewoon hooren blaffen, waarop hij nog opgestaan en naar buitengegaan was, echter niets hadde ontdekt. Bij ‘t ontwaken werd den diefstal bemerkt en na eigene mening zou ‘t gepleegd zijn door een drie of vier persoonen, waarvan derzelver voetstappen van en naar zijne behuizinge in het zand heeft kunnen naspooren als zijnde gekomen van-, en teruggekeerd naar de zijde van Collendoorn.

Wij hebben gemeend een staat van de ontvreemde klederen in deze courant op te moeten nemen, in de hoop het gezin Lenters alzo van dienst te kunnen zijn bij ‘t terugvinden van hun toebehooren.

Gestolen is ‘t volgende: een blaauwe lakensche mans-jas (met dito duffel gevoerd), een donker bruine lakensche mans-rok, een manchestersche dito, een blaauwe linnene gedrukte mans-borstrok (in de rug met bombazijde en in de mouwen met linnen gevoerd), een roode zijdene halsdoek, een zwarte dito, twee bonte katoene halsdoeken, een roode dito, een witte gebloemde neteldoeksche omslagdoek, drie effene dito, een zwarte kalminkene vrouwen-rok, een blaauwe dito, een blaauwe wollene voorschoot, een zwarte dito, een geel bont katoenen vrouwen-jak, een rood bont dito, een zwarte munsgreinene boezelaar, een vriesch-bonte dito, een zwart saaijen-regenkleed, een linnen mans-hemd (zonder merk), een vrouwen dito (meede zonder merk, mitsgaders ook nog drie kinder-hembden, ook zonder merk), een blaauw wollene kinder-voorschoot, drie linnen kussensloopen met kant (zonder merk), een paar linnen bedlakens (meede zonder merk), een kerkboek met zilverene kreppen (gemerkt L.B. van Lammegien Bouwhuis) en een zwart fluwelen halsbandje met een gouden slotjen met knopjes, waarvan het middelste gedeukt (zonder merk)”.

De diefstal zal zonder twijfel te maken hebben met de grote toename van vreemdelingen in onze gemeente, veelal afkomstig uit ‘t koninkrijk Hannover en Friesland. Velen van u zullen zich kunnen herinneren wat de weduwe van Lambert Kolkman enige tijd geleden is overkomen. Op klaarlichte dag werden haar langwerpige zilveren schoengespen met ijzeren beugels en tongen gestolen. De schoenen had ze zolang bij de weduwe Wolbink in Lutten onder de kleerkast neergezet toen ze aardappelen ging steken. Hoewel er van de dieven een duidelijk signalement kon worden gegeven, zijn ze tot op heden nooit gevonden. Met de komst van vreemde handelaren in negotie, scharenslijpers, baardscheerders, scheepsjagers enz. neemt hier ook de diefstal hand over hand toe. De kolonie van weldadigheid op de Ommerschans herbergt ook allerlei pluimage die rovend en stelend door onze contreien trekken.

Behalve diefstal van kleeren en vleesch vinden hier regelmatig baldadigheden plaats. Onlangs werd de hand- of wegwijzer staande aan de zogenaamde Sijtzama-Dijk op ene verregaande wijze geschonden. De gemeente looft een premie van 10 ducaten uit aan degene die de dader of de daders van dit feit aan de Heer Schout zullen komen aangeven. De naam van de aanbrenger zal geheim blijven. Ook zal deze vernieling morgen vanaf de kansel te Hardenberg en Heemse worden afgelezen en aan het gemeentehuis worden aangeplakt.

Onze veldwachter heeft het er maar druk mee!

Door de hele gemeente moet hij zijn werk uitoefenen. Van Sibculo tot Slagharen, van Diffelen tot Radewijk. Het is dan ook niet vreemd dat onze diender niet alle boeven kan vangen. Wij

vragen u zelf waakzaam te zijn en uw ramen en deuren bij afwezigheid te sluiten. Het aanstellen van een extra veld- of stadswacht is ons inziens geen overbodige luxe. Albert Lenters is vrij kort na de diefstal overleden. Aangezien de familie Lenters in grote getale in deze gemeente voorkomt, volgt nu een genealogie van hem en zijn drie broers.