
In het correspondentieboek van de voormalige gemeente Ambt Hardenberg vonden we onderstaande brief van de burgemeester, gedateerd 30 mei 1838, gericht aan de markenrichter van Heemse en Collendoorn, jonkheer Jacob van Foreest van Heemse, wonend op Huize Heemse. In de brief wijst burgemeester Antoni van Riemsdijk op de verplichtingen die de markegenoten van Heemse en Collendoorn hebben om de infrastructurele werken in hun marke in goede staat te houden. Bij een gehouden schouw was gebleken dat het droevig gesteld was met het ‘bruggetjen’ in de zogenaamde ‘Graven-Dijk’ waarmee de waterleiding in het Collendoornerveen gepasseerd kon worden. Die Gravendijk kennen we nu als de Collendoornerdijk.
“Bij de dezer dagen uitgevoerde schouwe over den Graven-Dijk (gedeelte des wegs van Hardenbergh naar Coevorden) op het territoir van de aan Uw administratie en beheer onderworpene marke van Heemse en Collendoorn, bevonden zijnde dat aan het daarin liggende bruggetje over de waterleiding van het Collendoornerveen hoe langer hoe meer de vorm eener zogenaamde spekke wordt gegeven en ook als zodanig zich in zodanen deplorabelen toestand bevindt, dat het niet alleen dien dijk veronaanzienelijkst, maar dezelve ook niet zonder gevaar kan worden gepasseerd, zo vinden wij ons verpligt U bij deze schriftelijk op het punt te attendeeren en n.a.v. art. 19 van het reglement op den aanleg, het onderhoud en beheer der wegen in de provincie, dringend uit te nodigen om wel binnen den tijd van eene maand na dato dezer te willen zorgen dat hetzelve brugjen in zijnen vorigen stand worde hersteld”.
Geef een reactie