De ‘Zierikzeesche Courant’ van 30 november 1899 schreef:
“Men meldt uit Ambt Hardenberg aan de Zwolsche Courant:
Zondag 19 dezer vervoegden zich in de herberg van P. te Lutten eenige opgewonden jongelieden, die den herbergier met messen te lijf wilden. Deze nam, om zich te verweren, een pook, en gaf daarmede een der bezoekers, zekeren S., een slag op ’t hoofd. In ’t eerst was deze wonde niet erg, doch later zwol het hoofd zoodanig op, dat S. naar het ziekenhuis te Zwolle werd vervoerd, waar hij deze week is overleden.”

Het slachtoffer betrof de 22-jarige Derk Smit. In de akten van de burgerlijke stand lezen we dat hij overleed op 25 november 1899 in Zwolle. Hij was de jongste zoon van beroepsvisser Gerrit Smit en Jentjen Sloothaak.

Ook de krant ‘Het nieuws van den dag’ besteedde aandacht aan het voorval:
“Te Lutten bij Hardenberg drongen eenige dagen geleden een paar door den drank benevelde jongelieden de tapperij van Plasman binnen en wilden den herbergier met messen te lijf. De herbergier verweerde zich met een pook en gaf daarmede zekeren Smit zulk een hevigen slag op het hoofd dat de schedel verbrijseld werd en de gewonde gisteren in het ziekenhuis te Zwolle is overleden.”

Het nieuwsblad ‘De Tijd’ meldde echter dat het de zoon van de herbergier was die de klap uitdeelde:
“Een aanslag. Op zaterdag 18 dezer kwam Dirk Smit, oud 23 jaar, wonende te Gramsbergen, met zijn broeder en een meisje van de laatste tram te Dedemsvaart. Onderweg hebben zij den kastelein Plasman te Lutten aan den Dedemsvaart, die zijn logement reeds gesloten had doch het licht nog had branden, opgeklopt. De oudste der beide Smits heeft toen een glas bier gekocht en leeggedronken en Dirk Smit heeft, na even in de gelagkamer te zijn geweest, die verlaten. Dirk is toen achtervolgd geworden door den zoon van Plasman, die hem inhaalde en eenige slagen op het achterhoofd toebracht. Tot en met dinsdag heeft Dirk zijn gewone werkzaamheden verricht, doch woensdag is hij thuis gebleven daar zijn toestand toen plotseling zeer zorgwekkend werd. Hij werd naar het Sophia-ziekenhuis te Zwolle gebracht, alwaar hij zaterdag is overleden.”

De herberg van Plasman was in de periode 1900-1910 bekend onder het huisnummer P-86 te Lutten. Het zou gestaan hebben aan de huidige Dedemsvaartseweg, zo’n honderd meter ten westen van de kruising met de Zwartedijk. Mocht iemand nog meer informatie hebben, of een oude foto waarop de tapperij staat afgebeeld, dan houden we ons aanbevolen.