De Westlandsche courant van 14 januari 1899 berichtte over een ongeval dat een week ervoor had plaats gehad op een boerderij in Holtheme.

Uit Gramsbergen wordt aan de Zwolsche Courant gemeld: Een treurig voorval vond zaterdagmorgen plaats in de buurtschap Holtheme onder deze gemeente. De landbouwer G.J. Wilpshaar aldaar had een koe geslacht voor eigen gebruik en eenig afval daarvan buiten op den mesthoop geworpen, waarop de vogels afkwamen. De oudste 23-jarige zoon, dit ziende, had een geweer genomen om uit de schuur door een raampje daarop te schieten, doch wat gebeurde? Wel werd een kraai gedood, maar het geweer sprong uit elkander en de jongeling werd tegen het hoofd getroffen. Er volgde een bloeding, men wist geen raad, zoodat de vader onmiddellijk met hem ging naar den arts den heer Van Maanen te dezer plaatse. Daar gekomen werd dadelijk het ergste gevreesd en over een overzending naar Zwolle gedacht. Spoedig werd echter de patiƫnt zoo zwak, dat vervoeren niet meer kon plaats hebben en hij ten huize van den dokter te bed moest worden gelegd. Wel werd mede de hulp ingeroepen van den arts Van der Veen uit Hardenberg, maar wat ook werd gedaan, de toestand van den ongelukkige, die nog heden sprakeloos ligt, is bedenkelijk, en de familie, die onophoudelijk in zijn tegenwoordigheid is, ziet het ergste voor oogen.

Het ongeluk overkwam de 21-jarige (dus niet 23-jarige) Hendrik Wilpshaar, de oudste zoon van landbouwer Gerrit Jan Wilpshaar en Aaltje Hulter. De jongeman hield het nog enkele dagen vol, maar overleed uiteindelijk op 11 januari aan zijn verwondingen…